ECLI:NL:RBHAA:2011:BR1299
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsverhouding tussen een gezagvoerder en een uitzendbedrijf met betrekking tot de kwalificatie van de overeenkomst als arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 14 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X.], eiser in de hoofdzaak, en Confair Consultancy B.V., gedaagde in de hoofdzaak. De zaak betreft de kwalificatie van een overeenkomst tussen partijen, die oorspronkelijk was aangeduid als een 'contract for the provision of services'. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel de titel en terminologie van de overeenkomst wijzen op een overeenkomst van opdracht, de feitelijke uitvoering van de afspraken tussen partijen leidt tot de conclusie dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat [X.] gedurende een bepaalde periode arbeid verrichtte tegen een vast loon, met een gezagsverhouding tussen hem en Confair.
De procedure begon op 12 mei 2010, toen [X.] Confair dagvaardde. Confair betwistte de bevoegdheid van de kantonrechter en voerde aan dat de rechtsverhouding als een overeenkomst van opdracht gekwalificeerd moest worden. De kantonrechter heeft een comparitie van partijen gelast, waaruit bleek dat de overeenkomst voor onbepaalde tijd was aangegaan en dat er een rechtskeuze voor Nederlands recht was gemaakt. De kantonrechter concludeert dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd door Confair, omdat er geen voorafgaande toestemming van het UWV was verkregen.
De kantonrechter heeft de vordering van [X.] tot betaling van achterstallig loon en andere vergoedingen toegewezen, en Confair veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beslissing benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de kwalificatie van overeenkomsten in het arbeidsrecht, vooral in situaties waarin internationale elementen spelen.