ECLI:NL:RBHAA:2011:BR0779
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van renovatiekosten voor monumentenpand in het kader van inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 4 juli 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, X, en de inspecteur van de Belastingdienst/P. Eiser had een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, waarbij hij een bedrag aan kosten voor een monumentenpand in aftrek wilde brengen. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor renovatie van het monumentenpand niet aftrekbaar zijn, omdat de aanneemsom als een meegekochte onderhoudsverplichting moet worden beschouwd, die onverbrekelijk verbonden is met de koopovereenkomst. De verantwoordelijkheid en het risico van de renovatie bleven bij de verkoper, E B.V., en niet bij eiser. Eiser had op 5 mei 2006 een koop- en aannemingsovereenkomst gesloten, waarbij hij een appartementsrecht verwierf dat recht gaf op het gebruik van een deel van het pand. De rechtbank stelde vast dat de verbouwingskosten, die onderdeel uitmaakten van de koopovereenkomst, in beginsel niet als aftrekbare kosten konden worden aangemerkt. Eiser had weliswaar de aannemingsovereenkomst overgenomen, maar de verantwoordelijkheid voor de renovatie bleef bij de verkoper. De rechtbank concludeerde dat de kosten die door eiser na de overname van de aannemingsovereenkomst waren betaald, ook als meegekochte onderhoudskosten moesten worden beschouwd. Daarnaast werd eiser een verzuimboete opgelegd wegens het niet tijdig doen van aangifte, welke de rechtbank passend achtte. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond.