ECLI:NL:RBHAA:2011:BR0700
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.W.S. de Groot
- Rechtspraak.nl
Bewijsvoering bij telefonische overeenkomst en de eisen daaraan
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Bureau Voorlichting Midden- en Kleinbedrijf B.V. (hierna: BVMK) en de stichting Stichting Kinderdagverblijf De Regenboog (hierna: De Regenboog). BVMK vorderde een bedrag van € 759,47 van De Regenboog, gebaseerd op een telefonisch tot stand gekomen overeenkomst voor deelname aan de MKB Ondernemersgids. De Regenboog betwistte de totstandkoming van deze overeenkomst en voerde aan dat zij misleid was door BVMK.
De procedure begon met een comparitie van partijen op 23 augustus 2010, gevolgd door een enquête en contra-enquête op 26 januari 2011. BVMK stelde dat er een wilsovereenkomst was ontstaan tijdens twee telefoongesprekken op 8 december 2009, waarvan alleen het tweede gesprek was opgenomen. De opname en het transcript daarvan werden als bewijs ingebracht. De Regenboog stelde echter dat er geen overeenstemming was bereikt en dat zij niet op de hoogte was van de opname van het gesprek.
De kantonrechter oordeelde dat BVMK niet voldoende bewijs had geleverd voor de gestelde wilsovereenstemming. De verklaringen van getuigen stonden tegenover elkaar, en het bewijs uit het tweede gesprek was onvoldoende om de overeenkomst te onderbouwen. De rechter benadrukte dat in situaties zoals deze relatief strenge eisen aan het bewijs gesteld mogen worden, vooral omdat De Regenboog onvoorbereid was benaderd door BVMK. De vordering van BVMK werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van De Regenboog, begroot op € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie en bewijsvoering bij telefonische overeenkomsten, vooral wanneer een partij onvoorbereid wordt benaderd.