ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ9158

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
F. 180446
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.A.C. Hofman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing faillissementsaanvraag wegens geringe vorderingen en maatschappelijke gevolgen

Op 20 juni 2011 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een faillissementsaanvraag van drie stichtingen, te weten Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering, Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (SFH) en Stichting Overgangsregeling Vervroegd Uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR). De verzoekers, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A.M. Schram, vroegen de rechtbank om de verweerster failliet te verklaren. De verweerster was op de zitting niet verschenen, ondanks dat zij op de juiste wijze was opgeroepen.

De verzoekers stelden dat de verweerster in een toestand verkeerde waarin zij had opgehouden te betalen, gebaseerd op een vonnis van de Rechtbank Alkmaar van 22 april 2009. Dit vonnis verplichtte de verweerster tot betaling van bedragen die inmiddels waren opgelopen door rente en kosten. De rechtbank oordeelde echter dat niet voldoende was aangetoond dat de verweerster daadwerkelijk in betalingsproblemen verkeerde. De vorderingen waren gebaseerd op een enkel vonnis uit 2009 en de bedragen waren relatief gering, voor een groot deel bestaande uit rente en kosten.

De rechtbank benadrukte de ingrijpende maatschappelijke gevolgen van een faillissement en concludeerde dat het verzoek tot faillietverklaring moest worden afgewezen. De beslissing werd genomen in het belang van zowel de verzoekers als de verweerster, waarbij de rechtbank de maatschappelijke impact van een faillissement in overweging nam. De uitspraak werd gedaan door mr. M.A.C. Hofman en is openbaar gemaakt op 20 juni 2011.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
Rekestnummer: F. 180446
Uitspraak: 20 juni 2011
Op 11 april 2011 is ingekomen het verzoekschrift, met bijlagen van:
1. STICHTING PENSIOENFONDS HORECA & CATERING,
gevestigd en zaakdoende te Zoetermeer;
2. STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR HET HORECABEDRIJF (SFH),
gevestigd en zaakdoende te Zoetermeer;
3. STICHTING OVERGANGSREGELING VERVROEGD UITTREDEN VOOR HET HORECABEDRIJF (SOHOR),
gevestigd en zaakdoende te Zoetermeer,
verzoekers,
advocaat mr. R.A.M. Schram te Haarlem,
strekkende tot faillietverklaring van:
[verweerster] te [adres], voorheen h.o.d.n. [X] te [adres X],
verweerster.
1. De procedure
De rechtbank verwijst naar de processen-verbaal van verhoor, die als hier ingevoegd dienen te worden beschouwd.
Verweerster is, hoewel op de bij de wet voorgeschreven wijze opgeroepen, niet verschenen.
2. De beoordeling
Verzoekers stellen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen omdat zij ieder een vordering op verweerster hebben uit hoofde van een vonnis van de Rechtbank Alkmaar, Sector Kanton, locatie Alkmaar van 22 april 2009. Verweerster is bij voormeld vonnis veroordeeld om aan verzoekers respectievelijk EUR 190,41, EUR 47,48 en EUR 163,92 te betalen, te vermeerderen met rente en kosten. Inmiddels bedragen voormelde vorderingen (inclusief rente en kosten) respectievelijk EUR 869,91, EUR 47,48 en EUR 163,92.
De rechtbank oordeelt ten aanzien hiervan dat niet genoegzaam is gebleken dat verweerster verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Dit leidt de rechtbank af uit de omstandigheid dat de vorderingen van verzoekers zijn gebaseerd op een enkel vonnis dat dateert van april 2009, waarbij sprake is van geringe bedragen, die voor een groot deel bestaan uit rente en kosten. Andere vorderingen die verweerster onbetaald laat zijn door verzoekers niet aangedragen.
Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op de ingrijpende maatschappelijke gevolgen die een faillissement in de regel met zich brengt, dient het verzoek te worden afgewezen.
3. De beslissing
De rechtbank,
- wijst het verzoek af
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.C. Hofman, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juni 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.