ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ8080
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing van een minderjarige naar Aruba
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 9 juni 2011 uitspraak gedaan over het verzoek van de man om toestemming te verlenen voor verhuizing met zijn dochter [A] naar Aruba. De man heeft zijn besluit om met zijn echtgenote naar Aruba te verhuizen aan zijn kinderen meegedeeld, waarbij [A] heeft aangegeven met hen mee te willen verhuizen. De rechtbank heeft in haar overwegingen de belangen van de minderjarige [A] centraal gesteld, in overeenstemming met artikel 1:253a BW. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie voor [A] gecompliceerd is, met aanzienlijke communicatieproblemen tussen de ouders en stiefouders. De bijzondere curator, drs. J.A.M. Hendriks, heeft een rapport opgesteld waarin de risico's van de verhuizing zijn belicht, evenals de impact op de ontwikkeling van [A]. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verhuizing naar Aruba niet in het belang van [A] is, gezien de loyaliteitsconflicten en de noodzaak voor [A] om een goede relatie met beide ouders en haar broers en zus te onderhouden. De rechtbank heeft het verzoek van de man afgewezen en bepaald dat [A] in Nederland bij haar moeder zal blijven wonen, met de waarborg van professionele hulpverlening. De beslissing is openbaar uitgesproken, waarbij de rechtbank benadrukt dat de ouders de beslissing op een zorgvuldige manier aan [A] dienen te communiceren.