De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. De organisatie van Tata Steel in IJmuiden is grofweg ingedeeld in een productie onderdeel en een services onderdeel.
b. De Ondernemingsraad is ingesteld voor het services onderdeel. Binnen dit bedrijfsonderdeel zijn ongeveer 2300 werknemers werkzaam.
c. Op de arbeidsovereenkomsten is de CAO Sociale Eenheid IJmuiden van toepassing (hierna: de cao).
d. De cao bevat onder meer de volgende bepalingen:
“Artikel 4.2.1:
De werknemer verricht zijn arbeid volgens een van de roosters voor dagdienst, kantoordienst of ploegendienst die bij de werkgever gelden, of volgens een hiervan afgeleid rooster. (…)
Artikel 9.1.3:
Het inlenen van arbeidskrachten is mogelijk voor ten hoogste zes maanden. Een keer per kwartaal rapporteert de werkgever hierover aan het bevoegd overlegorgaan.
Artikel 10.5.1:
De vaststelling en invoering van een niet eerder toegepast ploegendienstrooster geschiedt in overleg tussen partijen.
Artikel 10.5.2:
De invoering van een dagdienst- of kantoordienstrooster of de invoering van een reeds bestaand ploegendienstrooster geschiedt in overleg met de ondernemingsraad. Als de ondernemingsraad zich van instemming onthoudt, kan de werkgever instemming vragen conform artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden.”
e. Op 13 december 2010 heeft Tata Steel de Ondernemingsraad als volgt geïnformeerd over haar voornemen voor de inzet van een tweeploegendienst op de afdeling HTD/OPR/WDO:
“De huidige capaciteit van WDO is een output van 2 werkwalsen en 0,5 steunwals per week. De toekomstige gewenste output is 3 werkwalsen en 1 steunwals per week. Om de achterstand in te kunnen halen is 3 werkwalsen en 1,5 steunwals per week noodzakelijk.
Om dit te realiseren zijn zowel op korte als lange termijn maatregelen noodzakelijk. Voor de korte termijn is het belangrijk om de beschikbare middelen maximaal te benutten. Dit is te realiseren door ook buiten dagdienst voor een periode van 27 maanden bezetting aanwezig te laten zijn. (…)”
f. In een memo van 28 januari 2011 heeft Tata Steel het volgende aan de Ondernemingsraad geschreven:
“Op 13 december 2010 stuurden wij u, nadat wij al eerder over dit onderwerp in gesprek waren gegaan, een notitie met de titel ‘Informeren OR TSYS omtrent het voornemen inzet 2 Pld bij HTD OPR WDO’. (…)
Gezien de operationele noodzaak tot het nemen van maatregelen binnen de WDO, hebben wij de beslissing genomen om met ingang van 1 februari 2011 een aantal van onze reeds ingehuurde krachten op de 2 ploegendienst gedurende betreffende periode in te zetten.”
g. Bij schrijven van 31 januari 2011 heeft de Ondernemingsraad het volgende aan Tata Steel geschreven:
“Ons is gebleken middels uw brief van vrijdag 28 januari 2011 (…) dat u voornemens bent om per 1 februari 2011 uitvoering te geven aan het besluit tot wijziging van een deel van de afdeling HTD-WDO van dagdienst naar 2 ploegendienst voor de “tijdelijke” duur van 27 maanden.
U wilt deze ploegendienst deels invullen met ingehuurd personeel en op basis van een enkele medewerker die zich vrijwillig heeft aangemeld voor het betreffende rooster.
Wij constateren dat er sprake is van een besluit als bedoeld in het eerste lid van artikel 27 WOR. Ook heeft dit besluit arbeidsvoorwaardelijke aspecten in zich en geeft onze CAO punten aan die u negeert op basis van tijdelijkheid.
U neemt uw besluit zonder het uitbrengen van een instemmingsverzoek, instemming van de OR of de toestemming van de kantonrechter.
We doen hierbij een beroep op de nietigheid van dit besluit en we verzoeken u de mededeling aan genoemde afdeling in te trekken en u verder te onthouden van handelingen ter uitvoering van dit besluit.
In afwachting van een alsnog te ontvangen instemmingsverzoek zien wij ons genoodzaakt om ondertussen externe juridische ondersteuning in te schakelen voor het vervolgtraject.”