ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ4109

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
26 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
175105/HA RK 10-124, 179641/HA RK 11-30, 179644/HA RK 11-31, 179645/HA RK 11-32
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van wrakingsverzoeken tegen rechters van de rechtbank Haarlem

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 26 april 2011 uitspraak gedaan over verschillende wrakingsverzoeken die door verzoeker zijn ingediend tegen rechters van de rechtbank. De verzoeken betroffen rechters die betrokken waren bij zaken in de sector bestuursrecht en de sector kanton, locatie Zaandam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechters schriftelijk hebben gereageerd op de verzoeken en hebben aangegeven dat zij niet berusten in de wraking, omdat de zaken waar het om gaat inmiddels zijn afgedaan of zij niet meer als behandelend rechter optreden.

Verzoeker is op 21 april 2011 gehoord ter zitting, waar hij zijn pleitnota heeft overgelegd. In zijn verzoeken refereert hij naar een aantal zaken waarbij de gewraakte rechters betrokken waren. De rechtbank heeft deze verzoeken in behandeling genomen, maar oordeelt dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond vormen voor wraking. De rechtbank wijst de verzoeken om wraking af, omdat de rechters in kwestie niet meer betrokken zijn bij de behandeling van de zaken.

De rechtbank benadrukt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rechters alleen kunnen worden gewraakt zolang een zaak nog bij hen in behandeling is. De wrakingskamer heeft ook geconstateerd dat verzoeker zijn klachten niet zozeer betrekking hebben op de (on)partijdigheid van de rechters, maar eerder op het feit dat hij in de onderliggende zaken in het ongelijk is gesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Wrakingskamer
Zaaknummers
175105/HA RK 10-124
179641/HA RK 11-30
179644/HA RK 11-31
179645/HA RK 11-32
datum beslissing: 26 april 2011
Op verzoek van:
[naam verzoeker], verzoeker.
1. Procesverloop
1.1 Verzoeker heeft verzoeken ingediend met betrekking tot [naam rechter 1] (zaaknummer 175105/HA RK 10-124), rechter in de sector bestuursrecht, en [naam rechter 2] (179641/HA RK 11-30), [naam rechter 3] (179644/HA RK 11-31) en [naam rechter 4] (179645/HA RK 11-32), rechters in de sector kanton, locatie Zaandam, van de rechtbank Haarlem.
1.2 De rechters hebben schriftelijk op de verzoeken gereageerd. Zij hebben aangeven niet te berusten voor zover de verzoeken zien op hun wraking. Zij wijzen er op dat de zaken die verzoeker noemt, ofwel zaken zijn die zijn afgedaan ofwel zaken betreffen waarin zij thans niet als behandelend rechter optreden.
1.3 Verzoeker is gehoord ter zitting van 21 april 2011. Hij heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden. Ter zitting heeft hij dezelfde pleitnota met daaraan aangehecht onder meer zijn brief van 12 april 2011 opnieuw overgelegd.
2. Beoordeling
2.1 Vanaf 16 september 2010 heeft verzoeker brieven geschreven aan de rechtbank waarin hij refereert aan de wrakingsregeling. In die brieven verwijst hij naar een aantal zaken bij de bestuurssector en de sector kanton, locatie Zaandam, waarbij voormelde vier rechters betrokken waren. De rechtbank heeft de brieven onder bovenvermelde zaaknummers in behandeling genomen als verzoeken tot wraking. In zijn brief van 12 april 2011, waaraan hij in zijn pleitnota voor de zitting ook refereert en die volgens zijn verklaring ter zitting weergeeft om welke zaken het gaat, noemt hij de volgende zaken:
[verzoeker] vs. de Geschillencommissie, dossiernummer 10/2901
Univé vs. [verzoeker], dossiernummer 10-9971
[verzoeker] vs. College van Zorgverzekeringen dossiernummers 10/2901 en 10/3265
Univé vs. [verzoeker], dossiernummer 07-7081
Univé vs. [verzoeker], zonder dossiernummer
UPC vs. [verzoeker], dossiernummer 11-1678
PWN vs. [verzoeker], dossiernummer 08-5664
PWN vs. [verzoeker], dossiernummer 08-5664
Parteon vs. [verzoeker], dossiernummer 1-3970
Nuon vs [verzoeker], zonder dossiernummer
Nuon vs. [verzoeker], dossiernummer 10-3940
Greenchoice vs. [verzoeker], zonder dossiernummer
[verzoeker] vs. UWV, dossiersnummers 10-1918, 10-1923 en 10/5259.
2.2 De wrakingskamer constateert dat de zaken voor zover de rechters daarin betrokken waren, inmiddels door hen zijn afgedaan of dat zij niet meer bij de behandeling van die zaken betrokken zijn. De verzoeken, voor zover op te vatten als wrakingsverzoeken, kunnen reeds daarom niet ontvankelijk zijn, omdat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rechters alleen kunnen worden gewraakt zolang een zaak nog bij hen in behandeling is.
2.4 Uiteindelijk, ter zitting, heeft verzoeker verzocht dat de rechtbank proces-verbaal opmaakt voor het Openbaar Ministerie opdat de rechters voor het begaan van ambtsmisdrijven worden vervolgd. Aan dat verzoek, daargelaten wat dat zou betekenen voor de afgedane zaken, kan de wrakingskamer niet voldoen omdat zij daartoe niet bevoegd is.
2.5 Voor zover verzoeker naar andere zaken verwijst en de wrakingskamer die heeft kunnen traceren, worden die zaken voor zover die nog wel openstaan, niet behandeld door een van de rechters.
2.6 Uit de pleitnota van verzoeker blijkt voorts dat zijn klachten welbeschouwd niet de (on)partijdigheid van de rechters betreffen maar het feit dat hij door die rechters in het ongelijk is gesteld.
2.7 De aangevoerde feiten en omstandigheden vormen daarom geen grond voor wraking.
2.8. De rechtbank zal de verzoeken afwijzen.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1 wijst de verzoeken om wraking af;
3.2 beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker en de rechters een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Bruin, voorzitter, en mrs. C.J. Baas en M.J. Kronenberg, leden van de wrakingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.