ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ0929
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen na rijden onder invloed
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 29 maart 2011 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De werknemer had op 27 januari 2011, na een jubileumfeestje, met een te hoog alcoholpromillage in de auto gestapt en was door de politie aangehouden. Dit gedrag was in strijd met het zero tolerance beleid van CBR met betrekking tot rijden onder invloed, wat de rechtbank als onaanvaardbaar beschouwde, gezien de publieke taak van CBR in de handhaving van verkeersveiligheid.
De rechtbank oordeelde dat de werknemer, door zijn gedrag, niet alleen de verkeersveiligheid in gevaar had gebracht, maar ook het vertrouwen van zijn werkgever en zijn ondergeschikten had geschaad. De werknemer had in aanwezigheid van zijn team veel gedronken en had hen verzekerd niet te gaan rijden, maar deed dit desondanks. Dit leidde tot een onherstelbare vertrouwensbreuk tussen de werknemer en CBR, waardoor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was.
De kantonrechter oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 april 2011 zou plaatsvinden, zonder toekenning van een vergoeding aan de werknemer. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid van werknemers van CBR ook geldt voor hun gedrag in privé-tijd, vooral gezien de voorbeeldfunctie die zij vervullen in het kader van verkeersveiligheid. De beslissing werd genomen in het belang van de organisatie en de andere medewerkers, die het vertrouwen in de werknemer hadden verloren.