ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ0922

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
501122 AO VERZ 11-110
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.W.S. de Groot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een 76-jarige werkneemster wegens verstoorde arbeidsrelatie

In deze zaak verzocht de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Selektvracht B.V. de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met een 76-jarige werkneemster te ontbinden. De kantonrechter oordeelde dat de structurele fricties tussen de werkneemster en haar leidinggevende een vruchtbare voortzetting van de arbeidsrelatie in de weg stonden. De werkneemster, die al elf jaar na haar vijfenzestigste verjaardag had doorgewerkt, achtte zichzelf in staat om nog vijf jaar te blijven werken. Echter, de kantonrechter vond dat deze omstandigheid niet voldoende was om de arbeidsovereenkomst te handhaven. De werkneemster had recht op een vergoeding van € 2.500,00 bruto als compensatie voor de plotselinge teruggang in haar inkomsten, maar haar verzoek om vijf jaarsalarissen werd afgewezen. De kantonrechter concludeerde dat de verstoorde relatie tussen de werkneemster en de leidinggevende, alsook de klachten van opdrachtgevers over haar functioneren, een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigden. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 8 april 2011, met de bepaling dat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 501122 / AO VERZ 11-110
datum uitspraak: 30 maart 2011 (bij vervroeging)
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SELEKTVRACHT B.V.
te Utrecht
verzoekster
hierna te noemen Selektvracht
gemachtigde mr. M. de Jong
tegen
[verweerster]
te [woonplaats]
verweerster
hierna te noemen [verweerster]
gemachtigde mr. J.A.K. Kuipers
De procedure
Op 23 februari 2011 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Selektvracht. [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 23 maart 2011. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van Selektvracht heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
1. Selektvracht is een onderneming die voor diverse opdrachtgevers de opslag en distributie van goederen verzorgt.
2. [verweerster], thans 76 jaar oud, is op 17 februari 2000 op basis van een afroepcontract bij Selektvracht in dienst getreden in de functie van besteller. Daarnaast is [verweerster] vanaf 1 mei 2010 gedurende twee dagen per week voor Selektvracht werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd .
3. In 2008 heeft [verweerster] aanvaringen gehad met de heer [XXX], de toenmalige depothouder van het depot van Selektvracht van waaruit [verweerster] haar werkzaamheden verricht.
4. Eind maart 2010 heeft de huidige depothouder,[YYY] (hierna: [YYY]), een gesprek met [verweerster] gevoerd.
5. Bij e-mailbericht van 6 januari 2010 heeft [YYY] over dit gesprek onder meer het volgende aa[ZZZ], regiomanager van Selektvracht (hierna : [ZZZ]) medegedeeld:
“Ik heb de volgende afspraken met haar gemaakt. […] Zij moet op haar werklijst beter aangeven als zij een pakket bij de buren bezorgd. […] Tevens op haar hart gedrukt dat zij niet vóór tien uur mag komen om in te schrijven. En vooral geen kib kaarten vóór 12.00 uur in de brievenbus moet achterlaten. […] Ik heb haar verzocht om collegiaal te zijn. […] Ik heb haar gevraagd of zij wil letten op haar gedrag en communicatie.”
6. Op 20 januari 2011 omstreeks 15.15 uur heeft tussen [verweerster] en de echtgenote van [YYY] een incident plaatsgevonden.
7. Op dezelfde dag om 15.20 uur heeft [verweerster] bij de politie aangifte gedaan ter zake van mishandeling door de echtgenote van [YYY]. In het proces-verbaal is onder meer het volgende vermeld:
“Ik hoorde haar zeggen de klachten stromen binnen. […] Ik wees een vinger naar haar toe […] Ik zag dat zij woedend was. Zij kwam dicht bij mij aanstaan. Ik zag dat zij haar rechtervuist balde en opzettelijk en met kracht op mij linkerslaap sloeg.”
8. Op 24 januari 2011 heeft Selektvracht [verweerster] op non-actief gesteld.
9. Op 25 januari 2011 heeft [verweerster] zich ziek gemeld.
10. Op 9 februari 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [[AAA], HR manager van Selektvracht (hierna: [AAA]), [ZZZ] en [verweerster].
11. Bij brief van 14 februari 2011 heeft [AAA] dit gesprek aan [verweerster] bevestigd, waarbij zij onder meer het volgende aan [verweerster] heeft medegedeeld:
“U ageert al enige jaren tegen Selektvracht, medewerkers en depothouders en u voelt zich vaak onheus bejegend. Er zijn in het verleden talloze gesprekken met u gevoerd, maar dit heeft tot op heden niet tot een verbetering geleid.
Thans is de situatie dusdanig geëscaleerd dat wij een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer zien zitten en hebben besloten de kantonrechter te verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
U bent het hiermee oneens. […] U geeft aan weer aan het werk te willen gaan, mits u geen contact hoeft te hebben met mevrouw [YYY]. […] Verder geeft u in dit gesprek opnieuw meerdere voorbeelden van momenten dat u, door uw huidige en vorige depothouder, in uw woorden “getreiterd, vernederd en uitgescholden” bent.”
12. De bedrijfsarts heeft [verweerster] met ingang van 15 februari 2011 arbeidsgeschikt verklaard.
Het verzoek
Selektvracht verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden. Selektvracht stelt –samengevat – het volgende.
Het functioneren van [verweerster] is in de afgelopen jaren slechter geworden. Selektvracht wordt regelmatig geconfronteerd met klachten van haar opdrachtgevers over de wijze waarop [verweerster] de bestellingen uitvoert. [verweerster] is echter onvoldoende bereid gebleken de werkinstructies en de aanwijzingen die zij van de depotleider (tevens haar direct leidinggevende) krijgt, op te volgen. Wanneer [verweerster] wordt geconfronteerd met kritiek over onder andere haar wijze van bezorgen, de omgang met collega’s en het zich niet houden aan de huisregels, gaat zij steevast in discussie en ontkent zij dat zij fouten heeft gemaakt. Daardoor komt zij regelmatig in aanvaring met de depotleider, voorheen [XXX] en thans [YYY]. [ZZZ] heeft veelvuldig met [verweerster] gesproken en haar geadviseerd haar houding aan te passen door niet overal tegenin te gaan. Desondanks heeft de conflictueuze aard van [verweerster] en haar gebrek aan zelfkritiek ertoe geleid dat de relatie tussen Selektvracht, en met name het echtpaar [YYY], en [verweerster] er niet beter op is geworden. Het incident op 20 januari 2011 ten slotte heeft het vertrouwen van Selektvracht in een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] volledig weggenomen. Er is thans een zodanig onwerkbare situatie ontstaan, dat van Selektvracht niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te laten voortbestaan. Deze dient dan ook op korte termijn te worden ontbonden, zonder toekenning aan [verweerster] van een vergoeding ten laste van Selektvracht.
Het verweer
[verweerster] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. [verweerster] voert aan dat zij zich steeds naar beste vermogen voor Selektvracht heeft ingezet, waarbij zij zich doorgaans aan de werkinstructies heeft gehouden. Op haar functioneren is niets aan te merken. De klachten waarvan volgens Selektvracht sprake is, kan [verweerster] allemaal weerleggen.
Selektvracht heeft nooit een functioneringsgesprek met [verweerster] gehouden, waarin zij op haar vermeende disfunctioneren is aangesproken, laat staan dat er afspraken zijn gemaakt met [verweerster] over de wijze waarop zij haar functioneren zou moeten verbeteren. De conflicten met [XXX] werden veroorzaakt door de wijze waarop [XXX] [verweerster] bejegende. De opvolger van [XXX], [YYY], behandelt [verweerster] anders dan haar collega’s. Zo verlangt hij van [verweerster] dat zij op onbekende postcodes bestellingen aflevert, terwijl haar collega-bestellers dat niet behoeven te doen. Ook stoort [YYY] zich eraan dat [verweerster] niet alle pakketten in één keer meeneemt, als die niet allemaal tegelijk in haar auto passen, terwijl [XXX] daar nooit een probleem van heeft gemaakt. Het incident op 20 januari 2011 kan niet aan [verweerster] worden verweten. [verweerster] heeft de echtgenote van [YYY] met geen vinger aangeraakt.
De verstoring van de relatie met [YYY] hoeft volgens [verweerster] niet aan de voortzetting van de arbeidsovereenkomst in de weg te staan, omdat haar werkzaamheden grotendeels solitair van aard zijn. Daar komt bij dat [verweerster] zeer aan haar werk is gehecht. Niet alleen is het een goede dagvulling, maar het zorgt ook voor een welkome aanvulling van haar inkomen, dat uit een AOW-uitkering en een aanvullend pensioentje van ongeveer € 120,00 per maand bestaat.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerster] om toekenning van een vergoeding van € 73.154,00. Door het verlies van haar werk, lijdt [verweerster] niet alleen materiële maar ook immateriële schade. Omdat [verweerster] zichzelf zowel lichamelijk als geestelijk in staat acht om haar werkzaamheden voor Selektvracht nog zeker 5 jaar te verrichten en zij, gelet op haar gevorderde leeftijd, hoogstwaarschijnlijk geen ander werk zal kunnen vinden, komt haar naar redelijkheid een vergoeding toe gelijk aan vijf jaarsalarissen. Daar komt bij dat Selektvracht een ernstig verwijt treft van de ontstane situatie, nu zij het disfunctioneren van [verweerster] niet aannemelijk heeft gemaakt. Klaarblijkelijk is de leeftijd van [verweerster] de enige, werkelijke, reden voor het ontbindingsverzoek. Die vormt echter geen objectieve rechtvaardigingsgrond voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De beoordeling
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod.
Op grond van het over en weer aangevoerde, de overgelegde stukken en de toelichting ter zitting komt de kantonrechter tot het oordeel dat de professionele relatie tussen Selektvracht, en in het bijzonder de depothouder [YYY], en [verweerster] zodanig is verstoord, dat deze een zodanige verandering van de omstandigheden oplevert, dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn dient te worden ontbonden. Het mag dan zo zijn dat [verweerster] haar werkzaamheden gedeeltelijk solitair uitvoert - het bezorgen van de pakketten doet zij zelfstandig -, dat neemt niet weg dat zij dagelijks contact heeft en moet hebben met [YYY], die verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van het depot. Voldoende aannemelijk is dat de fricties tussen hen beiden een goede samenwerking op de werkvloer in de weg staan. Hoewel valt te begrijpen dat [verweerster] opziet tegen het verlies van de werkzaamheden die zij nu al 11 jaar voor Selektvracht verricht, dit rechtvaardigt, tegenover de verstoorde arbeidsrelatie, niet de voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Daarbij is van belang dat [verweerster], zoals zij ook zelf erkent, vergeleken met vele van haar leeftijdgenoten in een bijzondere positie verkeert nu zij na haar vijfenzestigste verjaardag al elf jaar heeft kunnen doorwerken en de daaraan verbonden inkomsten heeft genoten.
Het voorgaande in aanmerking genomen, is er sprake van een voldoende gewichtige reden om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden, zodat het verzoek in zoverre toewijsbaar is. Daarmee kan de beantwoording van de vraag of sprake is van disfunctioneren van [verweerster] in het midden blijven. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden per 8 april 2011.
Vergoeding
Partijen wijzen ter zake van de oorzaak van de verstoring van de arbeidsrelatie naar elkaar. Vooralsnog is niet gebleken aan wie van partijen die verstoring (voornamelijk) kan worden verweten. De onderhavige procedure leent zich echter niet voor een nader onderzoek dienaangaande.
Gelet op het feit dat [verweerster] door de ontbinding met onmiddellijke ingang zonder toekenning van enige vergoeding zou worden geconfronteerd met een plotselinge teruggang in haar inkomsten, komt aan [verweerster] een vergoeding naar billijkheid toe ter aanvulling van haar inkomsten uit AOW en pensioen gedurende de eerste twee maanden na de datum van ontbinding. Deze vergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van € 2.500,00 bruto.
Selektvracht heeft geen vergoeding aangeboden, zodat zij in de gelegenheid zal worden gesteld haar verzoek in te trekken.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, omdat dat niet tot een andere beslissing leidt.
Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- stelt partijen ervan in kennis van plan te zijn de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 8 april 2011 en aan [verweerster] ten laste van Selektvracht een vergoeding toe te kennen zoals hierna is vermeld;
- bepaalt dat Selektvracht de gelegenheid heeft het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op 7 maart 2011 te 15.00 uur ter griffie ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan [verweerster];
voor het geval Selektvracht het verzoek niet intrekt wordt nu vast als volgt beslist:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 8 april 2011;
- kent aan [verweerster] ten laste van Selektvracht een vergoeding toe van € 2.500,00 bruto, ineens te voldoen, als aanvulling op de door [verweerster] genoten AOW-uitkering en het pensioen;
- veroordeelt Selektvracht tot betaling van die vergoeding;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af wat meer of anders is verzocht;
voor het geval Selektvracht het verzoek wel intrekt:
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.W.S. de Groot en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.