ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ0179

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
28 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
179907 / HA RK 11-52
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek van verzoekster na einduitspraak in familiezaken

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Haarlem op 28 maart 2011 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekster, die thans verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. [B] in een aanhangige familiezaken met zaaknummer 179108 / FA RK 11-704. Tijdens de zitting op 10 maart 2011 heeft verzoekster het wrakingsverzoek ingediend, dat op 21 maart 2011 is behandeld. De wrakingskamer, bestaande uit mrs. [C], [D] en [E], heeft het verzoek op 22 maart 2011 afgewezen. Verzoekster heeft vervolgens op 25 maart 2011 een faxbericht gestuurd waarin zij verwijst naar een eerder ingediend verzoek tot wraking van de wrakingskamer zelf, dat echter niet door de rechtbank is ontvangen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek dat verzoekster stelt te hebben ingediend, niet bij de rechtbank is aangekomen. Desondanks heeft de rechtbank besloten het verzoek te behandelen alsof het wel ontvangen was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, aangezien de wrakingskamer op 22 maart 2011 al een einduitspraak had gedaan, de wet niet voorziet in de mogelijkheid om na deze einduitspraak wraking te verzoeken van de rechters die deze uitspraak hebben gedaan. Daarom kon het verzoek niet in behandeling worden genomen en heeft de rechtbank verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.

Daarnaast heeft de rechtbank toepassing gegeven aan artikel 39, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat er sprake was van misbruik van het rechtsmiddel wraking. De rechtbank heeft in haar beslissing bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.C.C. Kaal, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Wrakingskamer
zaaknummer: 179907 / HA RK 11-52
datum beslissing: 28 maart 2011
Op verzoek van:
[A],
verzoekster,
wonende te [plaats],
thans verblijvende in [psychiatrisch ziekenhuis] te [plaats].
1. Procesverloop
1.1 Op de zitting van 10 maart 2011 heeft verzoekster de wraking verzocht van mr. [B] in de bij deze rechtbank, sector familie- en jeugdrecht, aanhangige zaak met zaaknummer 179108 / FA RK 11-704.
1.2 Ter zitting van 21 maart 2011 is het wrakingsverzoek behandeld.
1.3 Bij beslissing van 22 maart 2011 heeft de wrakingskamer, bestaande uit mrs. [C], [D] en [E], het verzoek tot wraking van mr. Diender afgewezen.
1.4 In haar faxbericht van 25 maart 2011 verwijst verzoekster naar een door haar op 22 maart 2011 per post ingediend verzoek tot wraking van de wrakingskamer. Dit verzoek is niet bij de rechtbank binnengekomen.
2. Beoordeling
2.1 Hoewel het wrakingsverzoek dat verzoekster stelt te hebben ingediend niet bij de rechtbank is binnengekomen, zal de rechtbank het verzoek behandelen als ware het wel ontvangen.
2.2 Op 22 maart 2011 heeft de wrakingskamer op het (eerste) wrakingsverzoek van verzoekster een einduitspraak gedaan. Verzoekster stelt in haar faxbericht van 25 maart 2011 dat zij het nu aan de orde zijnde wrakingsverzoek op 22 maart 2011 per post heeft verzonden. Dit betekent dat het verzoek hoe dan ook pas na de einduitspraak bij de rechtbank zou zijn binnengekomen. De wet voorziet echter niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van de rechters die deze uitspraak hebben gedaan. Het verzoek kan dus niet in behandeling worden genomen en de rechtbank zal verzoekster niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek. Er zal geen zitting plaatsvinden waarop het wrakingsverzoek zal worden behandeld, omdat dit niet tot een ander resultaat kan leiden.
2.3 De rechtbank ziet voorts aanleiding om toepassing te geven aan artikel 39, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat gebleken is van misbruik van het rechtsmiddel wraking.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1 verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek om wraking;
3.2 bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen;
3.3 beveelt de griffier onverwijld aan verzoekster en de wrakingskamer een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. K.I. de Jong, voorzitter, en mrs. M. Mateman en C.A.M. van de Rest-Van der Heijden leden van de wrakingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2011 in tegenwoordigheid van mr. M.C.C. Kaal als griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.