zaaknummer / rolnummer: 154039 / HA ZA 09-133
Vonnis in incident van 16 februari 2011
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
HADSTOCK LIMITED,
gevestigd te Isle of Man, Douglas,
2. de rechtspersoon naar vreemd recht
FANORDER LIMITED,
gevestigd te Bristol, Verenigd Koninkrijk,
eiseressen in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. J.W. Leedekerken te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YULMEDIA B.V.,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. I.J.A. Tax te Rotterdam,
2. de rechtspersoon naar vreemd recht
JARVAN LIMITED,
gevestigd te Isle of Man, Douglas,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Barendrecht,
3. de rechtspersoon naar vreemd recht
NETLETTER LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Barendrecht,
4. de rechtspersoon naar vreemd recht
GENERAL FACTORING A.S.,
gevestigd te Bratislava, Slowakije,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen,
5. de rechtspersoon naar vreemd recht
EUCONTACT A.G.,
gevestigd te Basel, Zwitserland,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat mr. M.J. Drop te Amsterdam.
Eisers zullen hierna Hadstock en Fanorder, dan wel gezamenlijk Fanorder c.s. worden genoemd. Gedaagden zullen hierna Yulmedia, Jarvan, Netletter, GF en EUcontact, dan wel gezamenlijk Yulmedia c.s. worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding tevens houdende incidentele vordering tot inzage en afschrift van documenten op grond van artikel 843a Rv
- de incidentele conclusie van de zijde van Yulmedia tot onbevoegdverklaring terzake vorderingen van Hadstock zowel in de hoofdzaak als in het incident ex artikel 843aRv, tevens houdende de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring van Fanorder zowel in de hoofdzaak als in het incident ex artikel 843a Rv
- de incidentele conclusie van de zijde van Jarvan en Netletter tot onbevoegdverklaring in de hoofdzaak en in het incident ex artikel 843a Rv
- de akte van de zijde Fanorder c.s. houdende wijziging eis in de hoofdzaak tevens incidentele conclusie van antwoord
- de antwoordakte met betrekking tot eiswijziging van de zijde van Yulmedia
- de antwoordakte met betrekking tot eiswijziging van de zijde van Jarvan en Netletter
- het tussenvonnis in het bevoegdheidsincident van 11 augustus 2010
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv van Jarvan en Netletter
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv van Yulmedia
- de akte uitlating producties in het incident ex artikel 843a Rv van Hadstock en Fanorder
- de antwoordakte van Jarvan en Netletter.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De feiten
2.1. De procedure in de hoofdzaak betreft een vorderingsrecht van ca. € 1,5 miljard op de Tjechische bank CSOB (hierna: de vordering). Deze vordering werd op 20 december 2004 via een veiling verworven door GF.
2.2. In 2005 zijn Hadstock, Fanorder (100% dochter van Hadstock), Jarvan, Netletter (100% dochter van Jarvan), Yulmedia en GF door middel van het sluiten van een aantal overeenkomsten een samenwerking aangegaan gericht op de uitwinning van de vordering.
2.3. In dit kader is onder andere een aandelenkoopovereenkomst gesloten met betrekking tot een deel van de aandelen in Yulmedia tussen Netletter als verkoper en Fanorder als koper. Fanorder heeft de overeengekomen koopprijs betaald. De juridische levering van de aandelen heeft nooit plaatsgevonden.
2.4 In 2007 heeft Netletter de aandelen in Yulmedia verkocht en geleverd aan EUcontact.
3. De vordering in de hoofdzaak
3.1. Fanorder c.s. vordert in de hoofdzaak, na eiswijziging, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Netletter zal veroordelen tot:
a. nakoming van de aandelenkoopovereenkomst door Netletter te gebieden om 50% van de, althans 100, aandelen in het geplaatste kapitaal van Yulmedia, aan Fanorder te leveren, dan wel te bewerkstelligen dat deze aandelen door EUcontact aan Fanorder worden geleverd, één en ander op kosten van Netletter en met bepaling dat, indien Netletter niet aan deze veroordeling voldoet, het te wijzen vonnis op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats zal treden van elke benodigde rechtshandeling ten behoeve van de levering van de aandelen;
b. vergoeding van de door Fanorder geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
2. voor recht zal verklaren dat Yulmedia en EUcontact onrechtmatig jegens Fanorder hebben gehandeld;
3. Yulmedia zal veroordelen tot vergoeding van de door Fanorder geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
4. EUcontact zal veroordelen:
a. om bij wijze van schadevergoeding in natura binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis 50% van de, althans 100 aandelen in het geplaatste kapitaal van Yulmedia aan Fanorder te leveren, een en ander op kosten van EUcontact;
b. tot vergoeding van de door Fanorder geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
4. De vordering in het incident
4.1. Fanorder c.s. vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Netletter en Yulmedia zal gebieden om aan Fanorder binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis op de voet van artikel 843a Rv afschrift te verstrekken van de volgende bescheiden:
a. de kennisgeving van GF dat zij zich “terugtrekt” uit de Assignment Agreement en de Consignment Agreement, althans de kennisgeving waarmee zij mededeelt dat zij zichzelf als eigenaar van de vordering beschouwt;
b. de correspondentie die is voortgevloeid uit de onder “a” genoemde kennisgeving, waaronder in ieder geval begrepen, maar niet beperkt tot, alle brieven, e-mails, faxen, verstuurd door dan wel aan GF aan dan wel door Netletter en/of Yulmedia met betrekking tot het geschil dat was ontstaan rondom de eigendom van de vordering;
c. de telefoonnotities van telefoongesprekken tussen Jarvan, Netletter, Yulmedia en GF of enige combinatie van die partijen met betrekking tot het eigendomsgeschil over de vordering;
d. de notulen en andere gespreksnotities en interne notities met betrekking tot het geschil dat was ontstaan rondom de eigendom van de vordering;
e. de jaarverslagen en jaarrekeningen van Netletter over 2007 en 2008 dan wel over de met die jaren corresponderende boekjaren;
f. de koopovereenkomst en de leveringsakte ter zake van de overdracht van de aandelen in Yulmedia door Netletter aan EUcontact;
g. de schriftelijk vastgelegde bestuursbesluiten van Yulmedia, die zijn genomen in de periode 2006-2007, voor zover deze zien op de (ver)koop en/of levering van de vordering;
h. de notulen van bestuursvergaderingen van Yulmedia, die zijn gehouden in de periode 2006-2007, voor zover deze zien op de (ver)koop en/of de levering van de vordering;
i. de koopovereenkomst en/of cessieakte terzake van de (ver)koop en/of levering van de vordering door Yulmedia;
j. de notulen van aandeelhoudersvergaderingen van Yulmedia, die zijn gehouden in de periode 2006-2007, voor zover deze zien op de (ver)koop en/of levering van de vordering;
k. de schriftelijk vastgelegde bestuursbesluiten van Netletter, die zijn genomen in de periode 2006-2007, voor zover deze zien op de (ver)koop en/of levering van aandelen in Yulmedia door Netletter aan EUcontact;
l. de notulen van bestuursvergaderingen van Netletter, die zijn gehouden in de periode 2006-2007, voor zover deze zien op de (ver)koop en/of levering van aandelen in Yulmedia door Netletter aan EUcontact; en
m. de notulen van aandeelhoudersvergaderingen van Netletter, die zijn gehouden in de periode 2006-2007, voor zover deze zien op de (ver)koop en/of levering van aandelen in Yulmedia door Netletter aan EUcontact,
telkens op straffe van een te verbeuren dwangsom van € 50.000,- per dag, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag.
4.2. Netletter en Yulmedia voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in het incident
Incidentele vordering van Hadstock
5.1. De vordering in de hoofdzaak en de daarmee samenhangende incidentele vordering ex artikel 843a Rv strekken na de eiswijziging niet langer ten behoeve van Hadstock. Gelet hierop zal Hadstock, die formeel nog wel als mede-eiser in het incident ex artikel 843a Rv optreedt, niet ontvankelijk worden verklaard. Zij heeft in het kader van de onderhavige procedure immers geen rechtens te respecteren belang meer bij deze vordering.
Incidentele vordering van Fanorder
5.2. Fanorder vordert van Netletter en Yulmedia afschrift van de hiervoor bij 4.1 genoemde bescheiden. Fanorder vordert deze bescheiden mede om de informatieachterstand aan haar zijde op te heffen. Fanorder betoogt daarnaast dat de bescheiden relevant zijn voor de beoordeling van de vorderingen in de hoofdzaak, nu zij betrekking hebben op de gestelde wanprestatie van Netletter en het onrechtmatige gedrag van Yulmedia en EUcontact.
5.3. De rechtbank stelt voorop dat het Nederlands recht geen algemene exhibitieplicht kent. Een vordering op grond van artikel 843a Rv is slechts toewijsbaar indien aan alle drie van de in lid 1 van dit artikel gestelde voorwaarden is voldaan: 1) degene die de vordering doet, dient daarbij een rechtmatig belang te hebben en 2) het moet gaan om bepaalde bescheiden 3) aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan bestaat desalniettemin geen gehoudenheid tot overlegging van bescheiden indien daarvoor gewichtige redenen bestaan of indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
5.4. De rechtbank zal eerst beoordelen of in dit geval is voldaan aan het vereiste rechtmatig belang. Een dergelijk belang is aanwezig indien een materieelrechtelijke aanspraak op de gevraagde bescheiden bestaat danwel sprake is van een bewijsbelang. Van dat laatste is sprake indien de gevraagde bescheiden dienen tot bewijs van feiten en/of rechten waar de verzoeker, mede gelet op het processuele debat tussen partijen, de bewijslast van draagt. Van een rechtmatig belang is eveneens sprake indien de gevraagde bescheiden dienen ter onderbouwing van een niet op voorhand kansloos verweer of kansloze vordering.
5.5. Nu Fanorder niet heeft gesteld dat zij een materieelrechtelijke aanspraak heeft op de gevraagde bescheiden, zal de rechtbank dienen te beoordelen of Fanorder enig ander rechtmatig belang heeft als hiervoor beschreven. De rechtbank merkt op dat het op de weg van de verzoeker, te weten Fanorder, ligt om voldoende concreet aan te geven wat haar rechtmatige belang is bij de gevraagde stukken, in de context van de in de hoofdzaak (na de eiswijziging) voorliggende vorderingen.
(1) Bescheiden betreffende het geschil met General Factoring over de eigendom van de vordering (bescheiden sub a, b, c, d,)
5.6. Fanorder heeft niet voldoende concreet gemotiveerd waarom de door haar opgevraagde bescheiden betreffende het geschil dat is ontstaan met GF over de eigendom van de vordering van belang zijn in het kader van de door Fanorder tegen Netletter, Yulmedia en EUcontact ingestelde vorderingen in de hoofdzaak (hiervoor weergegeven bij 3.1). Het is dan ook niet duidelijk welk rechtmatig belang Fanorder heeft bij deze bescheiden binnen de kaders van de in de hoofdzaak, na de eiswijziging, voorliggende vorderingen. Nu niet is voldaan aan het vereiste dat sprake moet zijn van een rechtmatig belang, zal de incidentele vordering ten aanzien van de bescheiden sub a, b, c en d worden afgewezen.
(2) Jaarverslagen en jaarrekeningen van Netletter over 2007 en 2008 (bescheiden sub e)
5.7. Ook met betrekking tot de jaarverslagen en jaarrekeningen van Netletter over 2007 en 2008 heeft Fanorder niet concreet gemotiveerd welk rechtmatig belang zij daarbij heeft in het licht van de in de hoofdzaak voorliggende vorderingen. Om deze reden zal ook de incidentele vordering ten aanzien van de bescheiden sub e worden afgewezen.
(3) Bescheiden betreffende de verkoop en levering van aandelen Yulmedia door Netletter
aan EUcontact (stukken sub f, k, l, m)
rechtmatig belang in het kader van de vordering (in de hoofdzaak) tegen Netletter?
5.8. Ter onderbouwing van de vordering in de hoofdzaak tegen Netletter (hiervoor weergegeven bij 3.1 onder 1) stelt Fanorder dat Netletter, in strijd met de tussen Netletter en Fanorder gesloten aandelenkoopovereenkomst, de aandelen in Yulmedia niet aan haar heeft geleverd, maar deze op (13 februari 2007) aan EUcontact heeft geleverd. Netletter vordert vergoeding van de schade die zij daardoor heeft geleden en nog zal lijden, nader op te maken bij staat.
5.9. Netletter erkent van haar kant dat zij de juridische eigendom van de aandelen in Yulmedia nooit aan Fanorder heeft geleverd en dat zij haar aandelen in Yulmedia aan EUcontact heeft verkocht en geleverd. Netletter stelt zich evenwel op het standpunt dat de vordering van Fanorder tot nakoming van de aandelenovereenkomst moet stranden. Zij voert daartoe aan dat in de aandelenkoopovereenkomst geen datum voor de juridische levering van de aandelen was bepaald, dat Netletter per brief van 12 februari 2007 de aandelenkoopovereenkomst heeft ontbonden - en ook mocht ontbinden - omdat de samenwerking met Fanorder (en haar moedermaatschappij Hadstock) niet goed verliep en dat Netletter nooit tegen deze ontbinding heeft geprotesteerd, waardoor zij haar rechten inmiddels heeft verwerkt.
5.10. Uit het voorgaande volgt dat tussen Netletter en Fanorder niet in geschil is dat Netletter de aandelen in Yulmedia niet aan Fanorder, maar aan EUcontact heeft geleverd. Gelet hierop is - zonder nadere onderbouwing, die onbreekt - niet duidelijk welk rechtmatig belang Fanorder, in het kader van haar vordering tot nakoming van de aandelenkoopovereenkomst, heeft bij de bescheiden betreffende de verkoop en levering van aandelen Yulmedia door Netletter aan EUcontact. Voor zover Fanorder heeft bedoeld te stellen dat de bescheiden voor haar van belang zijn in het kader van de vordering tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat, oordeelt de rechtbank dat een dergelijk (mogelijk) belang in ieder geval thans nog niet aan de orde is, aangezien daaraan pas wordt toegekomen indien komt vast te staan dat het verweer van Netletter tegen de vordering tot nakoming van de aandelenovereenkomst niet slaagt. Het voorgaande leidt ertoe dat Fanorder, bij de huidige stand van het processuele debat, vooralsnog geen rechtmatig belang heeft bij de gevraagde bescheiden.
rechtmatig belang in het kader van de vordering (in de hoofdzaak) tegen Yulmedia?
5.11. Fanorder vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat Yulmedia onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en dat Yulmedia de daaruit voortvloeiende schade, nader op te maken bij staat, zal vergoeden. Het onrechtmatige gedrag van Yulmedia bestaat erin - voor zover hier relevant - dat Yulmedia op de voet van artikel 2:196a BW heeft meegewerkt aan de overdracht van de aandelen Yulmedia aan EUcontact, wetende dat daarmee de nakoming door Netletter van de aandelenkoopovereenkomst met Fanorder feitelijk onmogelijk zou worden gemaakt, aldus Fanorder.
5.12. Yulmedia betwist in de hoofdzaak dat zij met betrekking tot de verkoop en levering van haar aandelen door Netletter aan EUcontact – welke verkoop en levering door Yulmedia niet wordt betwist - onrechtmatig heeft gehandeld.
5.13. De rechtbank is van oordeel dat Fanorder niet concreet heeft aangegeven dat – en zo ja hoe – de koopovereenkomst en leveringsakte terzake van de overdracht van de aandelen in Yulmedia door Netletter aan EUcontact, de schriftelijke bestuursbesluiten, de notulen van de bestuursvergaderingen en de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Netletter die zien op de verkoop en levering van de aandelen in Yulmedia aan EUcontact, dienstig kunnen zijn in het kader van de vordering uit onrechtmatige daad die Fanorder tegen Yulmedia heeft ingesteld. Daarbij komt dat het verzoek om deze stukken, voor zover die worden gevraagd in het kader van de vordering tegen Yulmedia, in ieder geval ook voorbarig is, aangezien het gestelde onrechtmatig handelen van Yulmedia alleen aan de orde kan komen indien zou blijken dat Netletter terzake van de aandelenkoopovereenkomst met Fanorder wanprestatie heeft gepleegd. Met betrekking tot de door Fanorder gevraagde bescheiden sub f, k, l en m overweegt de rechtbank dan ook dat, bij de huidige stand van het processuele debat tussen partijen, niet aannemelijk is gemaakt dat Fanorder een rechtmatig belang daarbij heeft in de context van haar vordering in de hoofdzaak tegen Yulmedia.
rechtmatig belang in het kader van de vordering (in de hoofdzaak) tegen EUcontact?
5.14. Fanorder vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat EUcontact onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Fanorder voert in dit verband aan dat EUcontact, in strijd met de haar kenbare belangen van Fanorder, eraan heeft meegewerkt dat Fanorder niet de aandelen in Yulmedia (en daarmee indirect het belang in de vordering) heeft kunnen verkrijgen. Zij stelt in dit verband dat de wetenschap dat Netletter wanprestatie onder de aandelenovereenkomst heeft gepleegd en nakoming daarvan onmogelijk probeert te maken op diverse manieren aan EUcontact kan worden toegerekend. Fanorder gaat er namelijk vanuit dat EUcontact wordt gecontroleerd door personen en/of vennootschappen die gelieerd zijn aan de overige gedaagden en de achterliggende begunstigden, en als dat al anders zou zijn, dat EUcontact in ieder geval op andere wijze wetenschap heeft gehad van de wanprestatie gepleegd door Netletter, aldus Fanorder.
5.15. Voor zover Fanorder heeft bedoeld de betreffende stukken op te vragen in het kader van haar vordering tegen EUcontact, overweegt de rechtbank dat dit - gezien de hiervoor weergegeven feitelijke onderbouwing van deze vordering - in deze fase van de procedure moet worden aangemerkt als een ‘fishing expedition’. Daarbij komt dat ook hier geldt dat het verzoek om de gevraagde stukken in ieder geval ook voorbarig is aangezien het gestelde onrechtmatig handelen van EUcontact alleen aan de orde kan komen indien zou blijken dat Netletter terzake van de aandelenkoopovereenkomst met Fanorder wanprestatie heeft gepleegd. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Fanorder, in het kader van de vordering in de hoofdzaak tegen EUcontact, thans geen rechtmatig belang heeft bij de hiervoor beschreven bescheiden.
conclusie met betrekking tot (3)
5.16. Het hiervoor bij 5.8 tot en met 5.15 overwogene leidt tot de slotsom dat voor de gevraagde bescheiden betreffende de verkoop/levering van de aandelen in Yulmedia door Netletter aan EUcontact (vooralsnog) niet is voldaan aan het vereiste dat sprake moet zijn van een rechtmatig belang. De incidentele vordering ten aanzien van de bescheiden sub f, k, l en m zal dan ook worden afgewezen.
(4) Bescheiden betreffende de verkoop en/of levering van de vordering door Yulmedia aan een derde (bescheiden sub g, h, i en j)
5.17. Fanorder stelt in de hoofdzaak dat Yulmedia tevens onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld doordat zij (tegen onzakelijke voorwaarden) de vordering heeft vervreemd in de wetenschap dat daarmee de belangen van Fanorder als beoogd aandeelhouder van Yulmedia zouden worden geschaad.
5.18. Yulmedia erkent dat zij in 2007 de vordering heeft verkocht en geleverd aan een derde, maar zij betwist dat zij daarmee op enige wijze onrechtmatig jegens Fanorder heeft gehandeld.
5.19. Ten aanzien van de bij incidentele vordering gevraagde bescheiden betreffende de verkoop en/of levering van de vordering door Yulmedia aan een derde voert Fanorder aan dat zij een informatieachterstand heeft, onder meer omdat haar niet bekend is aan wie de vordering is overgedragen, wanneer de vordering precies is overgedragen, tegen welke voorwaarden de vordering is overgedragen, waarom de vordering is overgedragen en met medewerking van wie de vordering is overgedragen. De rechtbank overweegt dat Fanorder hiermee evenwel nog niet gesteld heeft dat zij een rechtmatig belang heeft bij de door haar gevraagde bescheiden in de specifieke context van de vordering in de hoofdzaak tegen Yulmedia (dan wel tegen Netletter of EUcontact). De rechtbank is dan ook van oordeel dat vooralsnog niet is gebleken dat Fanorder een rechtmatig belang heeft bij de bescheiden aangaande de verkoop/levering van de vordering door Yulmedia aan een derde in het kader van de vorderingen in de hoofdzaak. De incidentele vordering ten aanzien van de bescheiden sub g, h, i, en j zal dan ook worden afgewezen.
Proceskosten in het incident
5.20. Fanorder c.s zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
6. De beslissing
De rechtbank
6.1. verklaart Hadstock niet ontvankelijk in haar vordering,
6.2. wijst de vordering van Fanorder af,
6.3. veroordeelt Fanorder c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Yulmedia tot op heden begroot op EUR 452,00,
6.4. veroordeelt Fanorder c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Netletter/Jarvan tot op heden begroot op EUR 452,00,
6.5. verklaart deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.6. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 30 maart 2011 voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J.M. Burg en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2011.