ECLI:NL:RBHAA:2011:BP8548

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
10 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
483198 CV EXPL 10-12628
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herindeling in loonschaal en betaling van achterstallig loon in sociale werkvoorziening

In deze zaak vordert de eiser, werkzaam bij een sociale werkvoorziening, betaling van loon op basis van loonschaal C2 vanaf zijn indiensttreding. De eiser was bij aanvang van zijn dienstverband ingeschaald in loonschaal B1, maar stelt dat hij werkzaamheden heeft verricht die op functieniveau C2 moeten worden ingeschaald. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever, Paswerk, niet heeft voldaan aan de verplichting om een individueel ontwikkelingsplan op te stellen binnen de voorgeschreven termijn. Dit leidt tot de conclusie dat de eiser met terugwerkende kracht in loonschaal C1 of C2 moet worden ingeschaald. De rechter laat in het midden welke van de twee schalen het meest passend is, maar oordeelt dat de vordering van de eiser moet worden toegewezen. De proceskosten worden aan de zijde van de gedaagde, Paswerk, gelegd, omdat deze in het ongelijk is gesteld. De uitspraak benadrukt het belang van het opstellen van een ontwikkelingsplan en de gevolgen van het niet naleven van cao-bepalingen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 483198 CV EXPL 10-12628
datum uitspraak: 10 februari 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. S. Faber
tegen
De publiekrechtelijke rechtspersoon: openbaar lichaam op basis van gemeenschappelijke regeling
WERKVOORZIENINGSCHAP ZUID KENNEMERLAND
te Cruquius
gedaagde
hierna te noemen Paswerk
gemachtigde J.P. Rijkenberg.
De procedure
[eiser] heeft Paswerk gedagvaard op 23 september 2010. Paswerk heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 18 november 2010 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 10 januari 2011. Daarbij heeft de griffier aantekeningen gemaakt van wat partijen naar voren hebben gebracht.
De feiten
a. Met ingang van 17 maart 2008 is [eiser] voor bepaalde tijd (1 jaar) in dienst getreden bij Paswerk. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor werknemers in sociale werkvoorziening van toepassing. Hij is ingeschaald in loonschaal B1 trede 1 met een brutosalaris van € 1338,–.
b. Per diezelfde datum is [eiser] door Paswerk als klusjesman gedetacheerd bij een hotelbedrijf in Noordwijk waar [eiser] het half jaar voorafgaand aan zijn indiensttreding bij Paswerk ook als zelfstandig klusjesman had gewerkt.
c. In verband met ernstige rugklachten (hernia) is [eiser] per 8 september 2008 overgeplaatst naar de afdeling KAM en Milieuteam.
d. Met ingang van 17 maart 2009 is de arbeidsovereenkomst met 1 jaar verlengd.
e. Met ingang van 22 april 2009 is [eiser] overgeplaatst naar de afdeling Wielwerk.
f. Met ingang van 17 maart 2010 is de arbeidsovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
g. Bij schriftelijk bericht van 11 mei 2010 heeft [eiser] aan Paswerk verzocht om ingeschaald te worden op zijn functieloon behorend bij de functie monteur op de afdeling Wielwerk, loonschaal C2. Hij wijst er daarbij op dat Paswerk verzuimd heeft een individueel ontwikkelingsplan voor hem op te stellen.
h. Paswerk heeft op 22 juni 2010 een individueel ontwikkelingsplan voor [eiser] opgesteld.
i. Met ingang van 26 augustus 2010 werkt [eiser] op de afdeling Koel- & Elektrotechniek van Paswerk als productie- /montagemedewerker.
j. In artikel 24 lid 1 en 4 van de cao voor de Sociale Werkvoorziening is opgenomen:
1. Voor werknemers die voor het eerst een baan aanvaarden binnen het kader van de wet wordt de beloning gedurende maximaal vijf jaar vastgesteld op het niveau van het wettelijk minimumloon, indien en voor zover de werkgever ten behoeve van de werknemer een individueel ontwikkelingsplan in de zin van artikel 55 opstelt en voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. Het ontwikkelingsplan wordt opgesteld in het eerste kwartaal na de datum van de eerste indiensttreding van de werknemer.
(…)
4. Voor zover de werkgever verzuimt aan het bepaalde in lid 1 te voldoen, dan wel verzuimt tot uitvoering van het ontwikkelingsplan over te gaan, wordt de werknemer met terugwerkende kracht tot aanvang van zijn dienstverband alsnog in zijn functieloon ingeschaald.
(…)
De vordering
[eiser] vordert (samengevat), uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Paswerk tot betaling van het functieloon op loonschaal C2 vanaf datum indiensttreding met de periodieke verhogingen, inclusief vakantietoeslag, de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, rente en kosten.
[eiser] legt aan de vorderingen ten grondslag dat hij bij zijn indiensttreding waarbij hij als zelfstandig klusjesman tewerk werd gesteld, ten onrechte is ingeschaald op niveau B1, dat vrijwel gelijk is aan het minimumloon, terwijl dat niveau C2 had behoren te zijn. Met een onderbreking wegens rugklachten, is zijn werk steeds zelfstandig werk op het niveau C2 gebleven. Op grond van artikel 24 lid 1 en 4 van de cao Sociale Werkvoorziening vordert hij thans met terugwerkende kracht het functieloon op niveau C2.
Het verweer
Paswerk betwist de vordering. Zij voert aan dat [eiser] bij zijn indiensttreding op een bij zijn functie passende loonschaal is ingeschaald. Sindsdien heeft hij de gebruikelijk periodieke verhogingen gekregen. [eiser] heeft nooit een volledig zelfstandige functie uitgevoerd en ook nu werkt hij als productie / montagemedewerker op de afdeling Koel & Electrotechniek waarbij hij voornamelijk repeterend werk uitvoert.
De beoordeling
1. [eiser] heeft gesteld dat hij tijdens zijn detachering in Noordwijk steeds zelfstandig heeft gewerkt en nooit begeleiding of controle van Paswerk heeft gekregen. Dit betekent volgens [eiser] dat het om werk op niveau C2 gaat.
2. [eiser] heeft een tweetal verklaringen in het geding gebracht van collega’s van de afdeling Wielwerk, [XXX] e[YYY], waar [eiser] van 22 april 2009 tot 26 augustus 2010 heeft gewerkt. Uit deze verklaringen blijkt dat [eiser], evenals [XXX] en [YYY], als monteur op deze afdeling werkzaam is geweest, welk werk – reparatie en onderhoud van rolstoelen en scootmobiels – zelfstandig uitgevoerd dient te worden. Volgens [XXX] dienen de werkzaamheden op functieniveau C2, volgens [YYY] op functieniveau C1 gewaardeerd te worden.
3. Wat betreft zijn huidige werk als medewerker Koeltechniek stelt [eiser], overeenkomstig zijn als productie 15 overgelegde lijst met functieomschrijvingen, dat dit werk ingedeeld wordt op functieniveau C1 of C2, afhankelijk van de vraag of het om een A- of een B-medewerker gaat.
Uit productie 16 blijkt dat een A-medewerker, loonschaal C-1, volledig basisonderwijs plus een jaar aanvullende kennis in de vakrichting moet bezitten en eenvoudig routinewerk dient uit te voeren. Het werk vraagt om eenvoudige beslissingen.
Een B-medewerker, loonschaal C-2, bezit kennis op niveau 1 in het beroepsonderwijs in de vakrichting en verricht werkzaamheden die als routinewerk zijn te typeren waarbij enig zelfstandig handelen is vereist. Het werk vraagt om minder eenvoudige beslissingen.
4. Ter zitting heeft [eiser] desgevraagd meegedeeld dat hij zijn huidige werk op C1-niveau volledig zelfstandig uitvoert en dat hij het werk op C2 niveau, dat iets moeilijker is, nog niet helemaal zelfstandig heeft uitgevoerd omdat dit soort werk niet altijd voorradig is. Hij werkt sinds augustus 2010 op de afdeling Koeltechniek.
5. Paswerk heeft het zelfstandig werken van [eiser] weersproken. Desgevraagd heeft Paswerk dit standpunt ter zitting toegelicht door naar voren te brengen dat hij bij de leidinggevende van [eiser] daarover navraag heeft gedaan, die hem vertelde dat [eiser] slechts productie- en assemblagewerkzaamheden uitvoert die als werkzaamheden op functieniveau B-1 dienen te worden gekwalificeerd. Waaruit het werk van [eiser] precies bestaat is niet vastgelegd omdat daarvoor de periodes waarin [eiser] de verschillende werkzaamheden heeft uitgevoerd te kort zijn geweest, aldus Paswerk.
Uit de door Paswerk overgelegde functieomschrijving medewerker milieuteam, loonschaal B-1, blijkt dat daarvoor enkele jaren basisonderwijs is vereist, dat het zeer eenvoudig routinewerk betreft waarbij geen zelfstandig handelen wordt gevraagd. Het is werk dat onder direct toezicht wordt uitgevoerd of gestandaardiseerd is.
6. Uit het voorgaande blijkt dat voldoende vast is komen te staan dat [eiser] bij zijn indiensttreding ten minste op functieniveau C1 als klusjesman heeft gefunctioneerd nu de door hem verrichte werkzaamheden passen bij de functievereisten zoals hiervoor weergegeven onder 3. Het daartegen gerichte verweer van de zijde van Paswerk zal worden gepasseerd nu Paswerk niet heeft weersproken dat het zelfstandig werk betrof en ook niet is gebleken dat de werkzaamheden passen in de functieomschrijving van B-1 werk zoals hiervoor onder 5 vermeld.
7. Wat betreft het werk van [eiser] als medewerker milieuteam, dat gelet op de hiervoor onder 5. weergegeven functieomschrijving wel op B-1 niveau ligt, is onweersproken dat [eiser] tijdelijk in dit team is geplaatst in verband met ernstige rugklachten. Een en ander vormt geen rechtsgeldige reden om [eiser] in te schalen op een lager functieniveau met de daarbij behorende lagere beloning.
8. Gelet op het hiervoor onder 2. overwogene is voorts ook voldoende vast komen te staan dat [eiser] vanaf 22 april 2009, het moment dat hij bij de afdeling Wielwerk is gaan werken, werk heeft uitgevoerd dat in elk geval op functieniveau C-1 moet worden ingeschaald. Een en ander blijkt immers uit voormelde verklaringen van de collega’s van [eiser] en zijn eigen toelichting ter terechtzitting. Het daartegen gevoerde verweer door Paswerk, acht de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd nu slechts in algemene bewoordingen wordt verwezen naar het oordeel van de leidinggevende van [eiser]. Dit klemt temeer nu deze leidinggevende niet ter zitting is verschenen om inlichtingen te verstrekken zoals door de kantonrechter in het tussenvonnis van 18 november 2010 is verzocht.
9. Ten aanzien van het huidige werk van [eiser] bij de afdeling Koeltechniek dat volgens de toelichting van [eiser] ter zitting een vaste functieomschrijving kent en een vaste daarbij behorende inschaling op functieniveau C-1 of C-2, is voldoende aannemelijk geworden dat hij dit werk, naar tevredenheid van Paswerk, in elk geval op C-1 niveau uitvoert, zoals hiervoor onder 3 en 4 is overwogen. Voorts blijkt uit het door Paswerk opgestelde ontwikkelingsplan dat ook de opleiding die [eiser] heeft genoten – lager onderwijs en een succesvol afgeronde opleiding constructiebankwerker/lasser – voldoende is om dit werk uit te kunnen voeren.
Voor het daartegen gevoerde verweer van de zijde van Paswerk geldt hetzelfde als hiervoor onder 8 is overwogen, zodat daaraan voorbij zal worden gegaan.
10. Een en ander brengt mee dat voldoende aannemelijk is geworden dat [eiser] vanaf zijn indiensttreding op 17 maart 2008 op functieniveau C-1/C-2 heeft gefunctioneerd. Nu volgens productie 3 bij dagvaarding, het verschil tussen beide loonschalen slechts bestaat in de doorgroeimogelijkheden, zal in het midden gelaten worden welke schaal het meest passend is voor [eiser].
Artikel 24 cao
11. [eiser] stelt voorts dat nu hij ten onrechte bij indiensttreding vrijwel op het minimumloon is ingeschaald en het ontwikkelingsplan van [eiser] niet binnen de door artikel 24 cao gestelde termijn is opgemaakt, hij met terugwerkende kracht tot de aanvang van zijn dienstverband alsnog in zijn functieloon – met de periodieke verhogingen – behoort te worden ingeschaald.
12. Paswerk heeft desgevraagd bevestigd dat ten onrechte bij [eiser] pas na twee jaar een ontwikkelingsplan is opgesteld en dat dit volgens de cao in het eerste kwartaal na indiensttreding had moeten gebeuren.
13. In artikel 24 cao is een minimumregeling – inschaling op het minimumloon – opgenomen teneinde de uitstroom, doorstroom en ontwikkeling van werknemers te bevorderen. Uit artikel 24 lid 1 in samenhang met artikel 24 lid 1a cao voor de Sociale Werkvoorziening blijkt dat de toepasselijkheid van deze regeling slechts gedurende vijf jaar is toegestaan indien in het eerste kwartaal na indiensttreding een ontwikkelingsplan van de desbetreffende werknemer is opgesteld.
14. Nu het B-1 niveau waarop [eiser] bij zijn indiensttreding was ingeschaald volgens de door Paswerk overgelegde bijlage bij verweerschrift, slechts € 3,– bruto per maand boven het wettelijk minimumloon lag, was zijn positie vergelijkbaar met die van de werknemer als bedoeld in artikel 24 lid 1 cao.
Daarnaast is onweersproken dat pas twee jaar na indiensttreding een ontwikkelingsplan voor [eiser] is opgesteld zodat de daarop in artikel 24 lid 4 gestelde sanctie – met terugwerkende kracht inschaling op het functieloon – in dit geval van toepassing is. Een en ander leidt ertoe dat, nu voldoende aannemelijk is geworden dat [eiser] vanaf 17 maart 2008 op functieniveau C-1/ C-2 heeft gefunctioneerd, de vordering zal worden toegewezen.
15. De proceskosten komen voor rekening van Paswerk omdat deze overwegend in het ongelijk is gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- Veroordeelt Paswerk tot betaling aan [eiser] van;
a. het functieloon op loonschaal C-1/ C-2 met de periodieke verhogingen vanaf 17 maart 2008;
b. de vakantietoeslag van 8% over het onder a. bedoelde bedrag;
c. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW wegens te late betaling over de onder a. en b. genoemde bedragen;
d. de wettelijke rente over de onder a. en b. genoemde bedragen, vanaf heden tot aan de dag van de algehele voldoening;
e. de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 73,89
griffie recht € 208,–
salaris gemachtigde € 400,–
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Stefels en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.