ECLI:NL:RBHAA:2011:BP7946

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
18 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rep.nr.: 495567 \ AO VERZ 11-14
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en gebrek aan vertrouwen

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 18 februari 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen FedEx en werknemer [X.]. FedEx verzocht ontbinding op basis van een dringende reden, namelijk de betrokkenheid van [X.] bij de verduistering van zendingen met een totale waarde van €54.000,00. De werknemer was sinds 28 april 2008 in dienst bij FedEx en had de functie van Station Handler Advanced. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat op 22 oktober 2010 een aantal zendingen vermist raakte, en dat [X.] op een afwijkende manier met deze zendingen omging, wat leidde tot ernstige twijfels over zijn integriteit.

De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het onderzoek van FedEx wees uit dat [X.] op 25 oktober 2010 een pallet met vermiste zendingen uit de Gevaarlijke Goederen afdeling had gehaald en deze bij de laaddeur had neergezet, wat in strijd was met de normale procedures. [X.] kon geen aannemelijke verklaring geven voor zijn handelen, wat leidde tot het verlies van vertrouwen van FedEx in hem als werknemer. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende gewichtige redenen waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, maar dat er geen dringende reden was die een ontbinding zonder vergoeding rechtvaardigde.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 maart 2011, zonder toekenning van een vergoeding aan [X.]. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Deze uitspraak benadrukt het belang van vertrouwen en integriteit in de arbeidsrelatie, vooral in sectoren waar met waardevolle goederen wordt gewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 495567 \ AO VERZ 11-14
datum uitspraak: 18 februari 2011
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht Federal Express Europe Inc.
te Oude Meer
verzoekster
hierna: FedEx
gemachtigde: mr. J.J. Willemsen
tegen
[X.]
te [woonplaats]
verweerder
hierna: [X.]
gemachtigde: mr. D.L. Gerritse
De procedure
Op 13 januari 2011 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van FedEx. [X.] heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 11 februari 2011. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [X.], geboren op [geboortedatum], is sinds 28 april 2008 bij FedEx in dienst, laatstelijk in de functie van Station Handler Advanced tegen een salaris van €1.877,44 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
b. De werkzaamheden van [X.] bestaan hoofdzakelijk uit het laden en lossen van trucks en containers en de afhandeling van vrachten binnen de locatie.
c. Alle pakketten zijn voorzien van een barcode en moeten bij verschillende handelingen worden gescand.
d. Op 22 oktober 2010 meldde [A.], Sales Solutions & Support Representative in Oude Meer aan [B.], Senior Security Specialist bij FedEx (hierna: [B.]), dat twee zendingen van Vertu/Nokia waren vermist.
e. Op 1 november 2010 werd [B.] ervan op de hoogte geteld dat gebleken was dat in totaal 23 zendingen van Vertu/Nokia werden vermist, met een geschatte totale waarde van €54.000,00.
f. [B.] heeft naar de vermiste pakketten een onderzoek verricht. In zijn onderzoeksrapport heeft hij het volgende vermeld:
“(…)
Ik ben mijn onderzoek gestart met het bekijken van het scannings patroon van al deze zendingen in het FedEx systeem. Wat daarin opviel was dat al de 23 zendingen een laatste scan hadden gekregen op 25 oktober 2010. De scan gaf aan dat de zendingen in de Gevaarlijke goederen afdeling zouden staan en door de douane ingezien zouden moeten worden. Deze scan is om 04.37 uur gegeven op maandag morgen 25 oktober.
Na controle bij de interne Fedex afdeling die zich met Douane zaken bezig houdt, en de afdeling operations van FedEx, bleek dat geen van deze zendingen door de Douane geselecteerd was om ingezien te worden.
Uit de scan volgorde bleek ook dat de genoemde 23 vermiste zendingen op vrijdag 22 oktober 2010 de eerste scan krijgen en wel in Amsa station (FedEx vestiging Oude Meer)
Vervolgens heb ik de camerabeelden bekeken die opgenomen zijn door het aanwezige camerasysteem. Hierbij zie ik dat de genoemde 23 vermiste zendingen op vrijdag 22 oktober 2010 in Amsa station binnen gebracht worden. Een koerier van Ceva Logistics brengt de genoemde zendingen en krijgt een getekend formulier terug waaruit blijkt dat hij de zendingen bij FedEx heeft afgegeven. (…)
De nu navolgende beelden heb ik waargenomen van de opgenomen Camera beelden.
21.31 uur de band is leeg en worden er vanuit de container en vanaf de grond door [X.] pakketten op de band gelegd.
21.38 uur [X.] haalt een lege pallet uit de DG area en legt deze aan het einde tegen de band.
21.46 uur pakketten gaan van de band op de pallet
21.49 uur [X.] pakt met de heftruck de pallet op en rijdt deze in de richting van de DG area.
(…)
De enige logische verklaring voor het handelen van [X.] zou zijn, dat deze zendingen door de Douane zouden moeten worden ingezien. Bij eerder onderzoek, had ik al vastgesteld dat deze zendingen niet door de Douane moesten worden ingezien.
De nu navolgende beelden heb ik waargenomen bij het bekijken van de opgenomen Camera beelden van maandag 25 oktober 2010:
03.51 uur wordt de pallet met een pompwagen door een loodsmedewerker in de Gevaarlijke Goederen afdeling gezet.
04.38 uur worden de zendingen op de pallet gescant door de loodsmedewerker, [Y.]
(…)
Verder zie ik op de camerabeelden dat op maandag 25 oktober 2010:
14.57 uur [X.] met de heftruck de pallet met daarop de 23 vermiste zendingen oppakt en om de transport band rijdt.
De heftruck met de pallet verdwijnt twee minuten later uit beeld. Omdat hij niet op de andere camera’s in beeld verschijnt moet de pallet zijn neergezet in de buurt van de laaddeur aan de linker achterzijde van de loods.
15.22 uur rijdt er een witte bestel auto achteruit richting de laaddeur aan de linker achterzijde van de loods. Op de beelden is te zien dat de bestel auto ongeveer een meter voor de deur stopt en dat de chauffeur de achterdeuren van de bestelbus opent.
15.24 uur de pallet wordt in de bestelbus gezet doormiddel van de heftruck
15.27 uur rijdt de witte bestel auto weg.
(…)”
g. [X.] is door [B.] na diens onderzoek in de gelegenheid gesteld een verklaring te geven. [X.] verklaarde toen dat hij geen idee had waarom hij de pallet met de 23 Vertu/Nokia zendingen uit de Gevaarlijke goederen afdeling had gereden en aan de andere kant van de band bij de laaddeur had gezet en dat hij niets had gestolen of laten stelen.
h. Bij brief van 10 november 2010 heeft FedEx [X.] op staande voet ontslagen. In die brief heeft zij aan [X.] onder meer het volgende medegedeeld:
“Ons is gebleken dat er laatst een groot aantal zendingen met een behoorlijke waarde is ontvreemd vanaf onze locatie in Oude Meer. Op onze beveiligingsapparatuur is waarneembaar dat u, samen met een collega, op een afwijkende wijze met deze zendingen bezig bent en dat deze op maandagmiddag 25 oktober bij een achterdeur in een onbekende, niet bij ons geregistreerde, bus wordt geladen.
Wij hebben u met deze bevindingen geconfronteerd, maar u bleek niet instaat om een bevredigende verklaring te geven voor uw gedrag en/of uw handelingen meet deze zendingen.
Gelet op het bovenstaande kunnen wij niet anders dan concluderen dat u direct betrokken bent bij deze diefstal van goederen die door haar opdrachtgevers aan FedEx zijn toevertrouwd. Dit is een zeer ernstige zaak, waarmee u het vertrouwen van deze opdrachtgevers en uw werkgever ernstig heeft geschaad. FedEx zal hiervan dan ook aangifte doen bij Justitie.”
i. Bij brief van 22 november 2010 heeft de gemachtigde van [X.] namens deze de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.
Het verzoek
FedEx verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval het dienstverband tussen partijen nog mocht blijken te bestaan, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden.
Ter toelichting stelt FedEx – samengevat – het volgende.
De dringende reden is gelegen in de betrokkenheid van [X.] bij de verduistering van zendingen van een opdrachtgever van FedEx met een totale waarde van €54.000,00.
De verandering in omstandigheden is gelegen in het gebrek aan vertrouwen in een verdere vruchtbare samenwerking, aangezien [X.] tijdens de confrontatie door FedEx met de videobeelden van de verduistering geen verklaring kon geven voor zijn handelen.
Nadat FedEx ermee bekend was geworden dat een groot aantal zendingen van één van haar opdrachtgevers met een totale geschatte waarde van €54.000,00 vermist waren, is zij een onderzoek gestart. De vermiste zendingen waren op 22 oktober 2010 binnengekomen bij FedEx en bleken alle op 25 oktober 2010 een laatste scan te hebben gekregen. Uit de scans en camerabeelden van zowel 22 oktober 2010 als 25 oktober 2010 is gebleken dat [X.] afwijkend van de normale procedure handelde met betrekking tot deze pakketten. Hij handelde zoals gebruikelijk zou zijn wanneer de pakketten door de douane ingezien zouden moeten worden, hetgeen in het onderhavige geval uitdrukkelijk niet aan de orde was.
Op 22 oktober 2010 kwamen de 23 Zendingen van Vertu/Nokia bij FedEx binnen in een container. Volgens de normale procedure hoorden deze zendingen in de container te blijven, zodat zij maandag konden worden doorgezonden. Zonder opdracht hiertoe of enige andere reden haalde [X.] de zendingen uit de container en zette hij deze bij de Dangerous Goods Area.
De leidinggevende van [X.] heeft bevestigd dat [X.] geen opdracht voor zijn handelingen had gekregen, dat de verrichtingen van [X.] zeer ongebruikelijk en afwijkend waren ten opzichte van de normale procedure en dat hiervoor geen logische verklaring te geven was.
[X.] had ook geen enkele verklaring voor zijn afwijkende handelingen met betrekking tot de vermiste zendingen. Hij antwoordde op iedere vraag niet meer te weten waarom hij afwijkend had gehandeld en verklaarde dat er wel een reden voor zou zijn geweest. Maar deze reden was er simpelweg niet.
FedEx dient te kunnen vertrouwen op haar werknemers, aangezien zij keer op keer in aanraking komen met – vaak waardevolle – goederen die opdrachtgevers aan FedEx hebben toevertrouwd.
FedEx is derhalve strikt in de handhaving van haar bedrijfsprocedures. Nu [X.] hiermee in strijd handelde zonder hiervoor enige verklaring te hebben, is FedEx het vertrouwen in een verdere vruchtbare samenwerking met hem verloren.
Nu sprake is van een dringende reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dient te worden ontbonden zonder toekenning van een vergoeding. Ook in geval van ontbinding wegens een verandering van omstandigheden is FedEx van oordeel dat aan [X.] geen vergoeding dient toe te komen, aangezien de reden voor de ontbinding volledig in de risicosfeer van [X.] ligt.
Het verweer
[X.] concludeert primair tot. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [X.] om toekenning van een vergoeding van € 9.124,33 bruto, althans een zodanige vergoeding als de kantonrechter juist acht.
Ter toelichting voert [X.] – samengevat – het volgende aan.
[X.] was totaal overrompeld toen hij tijdens een persoonlijk onderhoud met twee mensen van Security direct werd beschuldigd van betrokkenheid bij diefstal van goederen.
[X.] werd met verschillende bedreigingen onder druk gezet en geïntimideerd. Het gesprek was erop gericht [X.] iets te laten bekennen waar hij zich absoluut niet schuldig aan had gemaakt.
Het mag duidelijk zijn dat hij mede door die intimidatie geen naar de mening van FedEx bevredigende verklaring kon geven voor iets wat bijna drie weken daarvoor had plaatsgevonden.
Ook vanwege het feit dat de handelingen die [X.] op één dag moet verrichten zo veel en divers zijn, is het heel logisch dat hij niet meer wist waarom hij op een bepaald moment op een bepaalde manier gehandeld zou hebben.
[X.] betwist iedere betrokkenheid bij diefstal van goederen. Hij is geenszins op een afwijkende wijze met zendingen bezig geweest.
[X.] betwist ten stelligste dat hij zendingen in een onbekende bus zou hebben geladen of dat hij daarbij enige betrokkenheid zou hebben gehad.
De laatste scan op 25 oktober 2010 te 04.37 uur is niet door [X.] gegeven, maar door een collega in de ochtendploeg. [X.] werkte immers in de avondploeg.
De aantijgingen van FedEx jegens [X.] zijn geheel onterecht.
Het verzoek dient daarom te worden afgewezen. Er is geen sprake van een dringende reden danwel verandering van omstandigheden.
Indien de kantonrechter toch tot het oordeel komt dat een beëindiging van de arbeidsovereenkomst noodzakelijk is, acht [X.] toekenning van een vergoeding in alle redelijkheid op zijn plaats. Het verlies van zijn baan, het beschadigen van zijn goede naam en zijn carrière, rekent [X.] FedEx verwijtbaar aan. [X.] acht om die reden een ontbindingsvergoeding van €9.124,33 bruto billijk.
De beoordeling van het verzoek
Ontbinding van de arbeidovereenkomst
1. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW.
2. De vraag of de handelwijze van [X.] een dringende reden oplevert voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan binnen de mogelijkheden van deze procedure niet worden beantwoord. Daarvoor zou verdere bewijsvoering noodzakelijk zijn. Het verzoek kan daarom niet op de primaire grondslag worden toegewezen.
3. De kantonrechter is van oordeel dat wel sprake is van een zodanige verandering in omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn moet worden ontbonden en hij overweegt daartoe het volgende.
4. Onweersproken is dat de onderhavige 23 zendingen in een container bij FedEx waren binnengekomen en daarin zouden moeten blijven totdat zij zouden worden doorgezonden. Vast staat dat [X.] die zendingen niettemin uit de container heeft gehaald en ergens anders heeft neergezet.
5. Daarmee staat vast dat [X.] in strijd heeft gehandeld met de normale procedures.
6. [X.] heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor deze afwijking van de procedures. Hij heeft zich weliswaar uitvoerig beroepen op de drukte op de werkvloer, maar onvoldoende is gebleken dat hij om die reden van de procedures heeft moeten afwijken.
7. Het had op de weg van [X.] gelegen aan FedEx duidelijk te maken waarom hij heeft gehandeld zoals hij heeft gedaan. Door dat niet, althans in onvoldoende mate te doen, heeft hij het aan zichzelf te wijten dat bij FedEx twijfel is gerezen over de betrouwbaarheid van [X.].
8. Gelet op de waardevolle zendingen die FedEx te verwerken heeft, moet zij volledig op de integriteit van haar medewerkers kunnen vertrouwen. Gelet op de handelwijze van [X.] en het feit dat hij daarvoor geen aannemelijke verklaring heeft gegeven, beroept FedEx zich er terecht op dat het noodzakelijke vertrouwen in [X.] is komen te vervallen.
9. Er zijn dus voldoende gewichtige redenen om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden, zodat het verzoek in zoverre op de subsidiaire grondslag toewijsbaar is.
Vergoeding
10. Beoordeeld moet worden of aan [X.] in redelijkheid een vergoeding toekomt.
11. Uit hetgeen hierboven met betrekking tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst is overwogen, vloeit voort dat voor de verstoring van de arbeidrelatie aan [X.] een verwijt valt te maken.
12. Daarom bestaat geen aanleiding aan [X.] een vergoeding toe te kennen.
13. Nu geen vergoeding wordt toegekend, is het verzoek aanstonds toewijsbaar en kan de zaak bij eindbeslissing worden afgedaan.
14. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in deze beschikking is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
15. Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tegen 1 maart 2011;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.