ECLI:NL:RBHAA:2011:BP7693

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
493516 BZ VERZ 10-6734
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens onvermogen tot redelijk handelen en benoeming opvolgend bewindvoerder

In deze zaak heeft de kantonrechter te Zaandam op 4 maart 2011 een beschikking gegeven met betrekking tot het bewind van betrokkene, [B.]. De bewindvoerder, [A.], is ambtshalve ontslagen omdat hij niet in staat is om als redelijk handelend bewindvoerder op te treden. Dit besluit is genomen na herhaaldelijke verzoeken om financiële overzichten over de jaren 2006 tot en met 2009, die niet zijn ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder zijn toezeggingen niet is nagekomen en dat zijn handelen niet in het belang van betrokkene is. De bewindvoerder heeft tijdens de zittingen aangegeven dat hij persoonlijke problemen ondervindt, wat zijn functioneren als bewindvoerder negatief beïnvloedt.

De kantonrechter heeft ook overwogen dat de huidige bewindvoerder de gelegenheid heeft gehad om zelf een opvolgend bewindvoerder aan te dragen, maar hier geen gebruik van heeft gemaakt. Daarom is de Stichting Beheer Privé-gelden Cliënten Prinsenstichting benoemd als opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter heeft de beloning van de bewindvoerder vastgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van het Landelijk Overleg Kantonrechters.

Tegen deze beslissing kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de kantonrechter heeft benadrukt dat de benoeming van de nieuwe bewindvoerder in het belang van betrokkene is.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaaknummer : 493516 BZ VERZ 10-6734
datum : 4 maart 2011
BM.nr: 46001
Beschikking tot ambtshalve ontslag van een bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder
De beschikking strekt tot ambtshalve ontslag van:
[A.]
geboren op [geboortedatum]
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats
postadres: [adres]
hierna te noemen: bewindvoerder
en benoeming van een nieuwe bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan:
[B.]
geboren [geboorteplaats en geboortedatum]
wonende te [adres]g
hierna te noemen: betrokkene.
procedure
• Per brief van 6 juli 2009 is bewindvoerder door de griffier verzocht het financiële overzicht over de jaren 2006 tot en met 2008 inzake het bewind van betrokkene binnen 4 weken na dagtekening toe te sturen;
• Per brief van 21 augustus 2009 is bewindvoerder door de griffier opgeroepen voor een onderhoud met de kantonrechter op 10 september 2009, omdat de gevraagde financiële overzichten niet waren ontvangen;
• Bewindvoerder heeft ter zitting van 10 september 2009 toegezegd dat de kantonrechter binnen zes weken nadien zou kunnen beschikken over de rekening en verantwoording in genoemd bewind sedert 1 januari 2006;
• Per brief van 24 november 2009 is bewindvoerder - die zijn toezegging niet was nagekomen - door de griffier opnieuw verzocht om de financiële overzichten toe te sturen;
• Op 29 december 2009 is bewindvoerder opnieuw opgeroepen voor een onderhoud met de kantonrechter op 14 januari 2010, vanwege het nog steeds ontbreken van de financiële overzichten;
• Op 5 januari 2010 heeft de griffier bewindvoerder per brief laten weten dat het onderhoud nader was bepaald op 25 januari 2010;
• Bewindvoerder is ter laatstgenoemde zitting niet verschenen;
• Per brief van 25 januari 2010 heeft de griffier bewindvoerder dringend verzocht de financiële overzichten over de jaren 2006 tot en met 2008 (en zo mogelijk ook over 2009) op korte termijn en wel vóór 16 februari 2010 in te dienen;
• Per brief van 24 februari 2010 is bewindvoerder ten derde male voor een onderhoud op 9 maart 2010 opgeroepen vanwege het nog steeds ontbreken van genoemde financiële overzichten;
• Per brief van 9 maart 2010 heeft de griffier bewindvoerder een bevestiging gestuurd van hetgeen ter zitting was besproken, namelijk dat bewindvoerder binnen een maand na zittingsdatum voor indiening van de rekening en verantwoording over de jaren 2006, 2007, 2008 en - zo mogelijk – 2009 zou zorgdragen en daarnaast een voorstel tot terugbetaling zou doen van de door hem van de rekening van betrokkene opgenomen gelden. Bij deze zitting was ook [C.] (hierna te noemen: [C.]), moeder van betrokkene en tot 5 december 2007 medebewindvoerder, verschenen;
• Per brief van 8 april 2010 heeft [C.] de kantonrechter verzocht om uitstel voor het indienen van meergenoemde rekening en verantwoording;
• Per brief van 12 april 2010 heeft de griffier bewindvoerder laten weten dat de kantonrechter bereid was tot het verlenen van een laatste uitstel en wel tot 26 april 2010;
• Bij brief van zowel bewindvoerder als [C.], ter griffie ingekomen op 28 april 2010, ontving de kantonrechter de rekening en verantwoording over de jaren 2006, 2007 en 2008 en daarnaast een opgave van het door de familie van betrokkene van hem geleende bedrag van € 14.887,30 alsmede een afbetalingsvoorstel;
• In de brief van 12 mei 2010, heeft [de Stichting] te [woonplaats], waar betrokkene woont, haar verontrusting kenbaar gemaakt over bewindvoerder en [C.];
• Bij schriftelijk bericht van 7 juni 2010 heeft bewindvoerder aangegeven dat het financieel overzicht 2009 naar de kantonrechter onderweg was. Daarnaast heeft bewindvoerder in dat bericht aangegeven dat er in het kader van de AWBZ een verschil van inzicht is ontstaan tussen hem en [de Stichting];
• Per brief van 13 augustus heeft de griffier bewindvoerder en [de Stichting] opgeroepen voor een onderhoud met de kantonrechter op 9 september 2010;
• Per brief van 20 augustus 2010 heeft [de Stichting] kenbaar gemaakt om haar moverende redenen niet ter zitting van 9 september 2010 te zullen verschijnen.
Ter zitting van 9 september 2010 zijn verschenen:
• bewindvoerder;
• [C.].
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier proces-verbaal opgemaakt. De inhoud daarvan moet als hier ingelast worden beschouwd. Onder meer is ter zitting besproken dat de kantonrechter het noodzakelijk acht dat een nieuwe, onafhankelijke bewindvoerder wordt benoemd in deze zaak. De bewindvoerder heeft ter zitting aangegeven zich daarin te kunnen vinden, doch graag zelf een nieuwe bewindvoerder te willen zoeken. De kantonrechter heeft met de bewindvoerder afgesproken dat hij daartoe in de gelegenheid zou worden gesteld.
• Vervolgens heeft de griffier per schriftelijk bericht van 6 oktober 2010 bewindvoerder gevraagd om de kantonrechter in te lichten over het financieel overzicht over het jaar 2009 en de activiteiten die hij had ondernomen om een opvolgend bewindvoerder bereid te vinden om het bewind van hem over te nemen;
• Bewindvoerder heeft de ontvangst van dit schriftelijk bericht op 6 oktober 2010 bevestigd en toegezegd daarop zo spoedig mogelijk te zullen reageren;
• Op 13 oktober 2010 zond de griffier aan bewindvoerder een herinnering;
• Per schriftelijk bericht van 18 oktober 2010 heeft bewindvoerder de kantonrechter laten weten dat hij door zijn partner uit huis was gezet en dat hij zijn eigendommen, waaronder ook de bescheiden voor het financieel overzicht 2009, op 16 oktober 2010 had opgeslagen. Hij zegde in dat bericht toe de bescheiden toe te sturen;
• Per schriftelijk bericht van 19 oktober 2010 heeft bewindvoerder laten weten dat hij in onderhandeling was met de persoon die hij als opvolgend bewindvoerder in gedachten had;
• Per schriftelijk bericht van 3 december 2010 heeft de griffier bewindvoerder opnieuw verzocht om opgave van de stand van zaken rond het financieel overzicht 2009 en een eventueel opvolgend bewindvoerder.
• Het financieel overzicht 2009 is op 27 december 2010, als bijlage bij een brief van bewindvoerder, ter griffie ingekomen;
• Per brief van 29 december 2010 heeft de griffier bewindvoerder een aantal punten van aandacht in verband met het financieel overzicht 2009 toegezonden en hem ook gevraagd de kantonrechter in te lichten over de stand van zaken rond de ter zitting van 9 september 2010 door bewindvoerder afgesproken afbetalingsregeling van
€ 300,00 per maand, waarmee hij vanaf 1 oktober 2010 een aanvang zou maken;
• Per brief van 13 januari 2011 tenslotte heeft de griffier de bewindvoerder laten weten dat de kantonrechter een opvolgend bewindvoerder wilde aanwijzen, nu zij sinds de zitting van 9 september 2010 niets meer van hem had vernomen over dat onderwerp, waarbij de kantonrechter hem nog 14 dagen de tijd heeft gegeven om op haar voornemen te reageren.
• Per brief van 15 februari 2011 heeft de Stichting Beheer Privé-gelden Cliënten Prinsenstichting zich bereid verklaard tot opvolgend bewindvoerder ten behoeve van betrokkene te worden benoemd.
beoordeling
Bij beschikking van de kantonrechter te Zaandam van 19 oktober 2005 zijn [A.] en [C.] benoemd tot bewindvoerders over de goederen van betrokkene, terwijl [A.] per genoemde datum tevens tot mentor van betrokkene werd benoemd. Op 5 december 2007 is [C.] onder bewind gesteld, waarmee haar taak als bewindvoerder ten behoeve van betrokkene automatisch werd beëindigd. Gelet op al hetgeen hiervoor onder procedure is weergegeven ziet de kantonrechter zich thans genoodzaakt [A.] ambtshalve als bewindvoerder van betrokkene te ontslaan. De kantonrechter tekent daarbij aan dat de financiële overzichten over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009 niet door haar zijn goedgekeurd en dat bewindvoerder tot op heden geen inzicht heeft gegeven in de wijze waarop hij al dan niet gestalte heeft gegeven aan de afbetalingsregeling van € 300,00 per maand, die ter zitting van 9 september 2010 is afgesproken. Hoewel de bewindvoerder van goede wil is, is hij –kennelijk ten gevolge van persoonlijke problemen- niet in staat om als redelijk handelend bewindvoerder op te treden. Dit is niet in het belang van betrokkene.
Ten aanzien van de opvolgend bewindvoerder wordt het volgende overwogen. De bewindvoerder heeft zich ter zitting van 9 september 2010 verzet tegen benoeming van de Stichting Beheer Privé-gelden Cliënten Prinsenstichting tot opvolgend bewindvoerder. Desalniettemin zal de kantonrechter deze Stichting als zodanig benoemen. De kantonrechter heeft de huidige bewindvoerder ruimschoots de gelegenheid gegeven om zelf een opvolgend bewindvoerder aan te dragen. Van deze mogelijkheid heeft bewindvoerder echter geen gebruik gemaakt. De door de huidige bewindvoerder tegen de Stichting geuite bezwaren kennelijk gelegen in een onderliggend conflict- deelt de kantonrechter niet. De kantonrechter acht benoeming van de Stichting daarentegen in het belang van betrokkene.
De beloning van de bewindvoerder zal worden vastgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van het Landelijk Overleg Kantonrechters voor professionele niet bij de branchevereniging aangesloten bewindvoerders, thans tot een bedrag van € 825,50 per jaar en eenmalige intake kosten van € 330,50. De bedragen zijn exclusief eventueel verschuldigde BTW.
beslissing
De kantonrechter:
- ontslaat met ingang van heden [A.] als bewindvoerder over de goederen van betrokkene voornoemd;
- benoemt, met ingang van diezelfde datum, tot opvolgend bewindvoerder over de goederen van betrokkene voornoemd: Stichting Beheer Privé-gelden Cliënten Prinsenstichting, gevestigd te [woonplaats], postadres: Postbus 123, 1440 AC Purmerend;
- stelt het salaris van de bewindvoerder in afwijking van het bepaalde bij artikel 1:447 lid 1 BW vast overeenkomstig de tarieven genoemd en gepubliceerd in de richtlijnen van het Landelijk Overleg Kantonrechters.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.A. Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.