ECLI:NL:RBHAA:2011:BP7663
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Udo de Haes
- W.G. van Gastelen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens nevenarbeid bij KLM
In deze zaak verzoekt de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [A.], een Cabin Attendant, vanwege het niet naleven van een cao-bepaling met betrekking tot nevenarbeid. [A.] is sinds 1996 in dienst bij KLM en heeft naast zijn werkzaamheden bij KLM nevenwerkzaamheden verricht als binnenhuisarchitect. KLM heeft herhaaldelijk verzocht om deze nevenwerkzaamheden te staken, maar [A.] heeft hieraan geen gehoor gegeven. KLM stelt dat de nevenarbeid leidt tot financieel nadeel en dat zij als goed werkgever heeft gehandeld door [A.] voldoende tijd en mogelijkheden te bieden om zijn nevenwerkzaamheden te beëindigen.
De kantonrechter heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld op basis van de EEX-verordening en het toepasselijke recht is Nederlands recht, zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. De rechter oordeelt dat KLM onvoldoende gewichtige redenen heeft aangevoerd voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst erop dat KLM niet heeft aangetoond dat de nevenarbeid van [A.] daadwerkelijk leidt tot een overtreding van de werk- en rusttijden, en dat er alternatieven zijn die het financiële nadeel voor KLM zouden kunnen beperken.
Uiteindelijk concludeert de kantonrechter dat de door KLM gekozen weg om de arbeidsovereenkomst te ontbinden disproportioneel is en wijst het verzoek tot ontbinding af. Iedere partij draagt zijn eigen kosten. Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Udo de Haes, bijgestaan door mr. W.G. van Gastelen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 januari 2011.