ECLI:NL:RBHAA:2011:BP5704
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- A. Eichperger
- S.V. Ramdharie
- Rechtspraak.nl
Beslissing op klaagschrift inzake teruggave in beslag genomen geldbedrag in verband met Opiumwet
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 18 februari 2011 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat was ingediend door klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.S.L. Leeflang. Het klaagschrift was gericht op de opheffing van het beslag dat was gelegd op een geldbedrag van € 500,00, dat op 16 april 2009 onder klaagster in beslag was genomen in het kader van een onderzoek naar de invoer van cocaïne. De officier van justitie, mr. D. Gruijters, stelde zich op het standpunt dat het klaagschrift ongegrond verklaard diende te worden, omdat er tijdens de inhoudelijke behandeling van de strafzaak al een beslissing over het beslag zou worden genomen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het beslag rechtmatig was en dat klaagster als belanghebbende kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat het geldbedrag van € 500,00 was verbeurd verklaard door de politierechter, omdat bewezen was dat klaagster zich schuldig had gemaakt aan een overtreding van de Opiumwet. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om het beslag op te heffen, aangezien het geldbedrag als crimineel verkregen moest worden beschouwd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het klaagschrift ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de politierechter werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van de wetgeving rondom de Opiumwet en de procedures die gevolgd moeten worden bij het indienen van klaagschriften in beslagzaken.