ECLI:NL:RBHAA:2011:BP5686

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/1556 en 15/700519-10
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex. art. 552a Sv; Opheffing beslag en teruggave in beslag genomen goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 februari 2011 uitspraak gedaan over een klaagschrift dat was ingediend door de gemachtigde van de klager, mr. D.I.A. Schröder. Het klaagschrift was gericht op de opheffing van het beslag dat was gelegd op een aantal goederen, met het verzoek om deze goederen terug te geven aan de klager. De rechtbank heeft vastgesteld dat de goederen op rechtmatige wijze in beslag zijn genomen op 27 juli en 7 augustus 2010 en dat het beslag nog voortduurt. De officier van justitie voerde aan dat de goederen verband houden met de handel in medicijnen en dat deze goederen kunnen worden gebruikt voor het plegen van nieuwe strafbare feiten, waardoor het strafvorderlijk belang zich zou verzetten tegen teruggave.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de in beslag genomen goederen niet kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten waarvoor de klager is veroordeeld. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de relevante wetgeving, waaronder artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht, en naar jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de goederen, waarvan vaststaat dat de klager de eigenaar is, aan hem dienen te worden teruggegeven, omdat het strafvorderlijk belang zich niet tegen de teruggave verzet. De rechtbank heeft het klaagschrift gegrond verklaard, het beslag opgeheven en de teruggave van de goederen gelast, met uitzondering van enkele goederen die niet aan de klager konden worden teruggegeven vanwege onvoldoende specificatie in het klaagschrift.

De uitspraak is gedaan in de enkelvoudige raadkamer van de sector Strafrecht van de Rechtbank Haarlem, waarbij de rechter mr. J. Snitker de beschikking heeft gegeven in tegenwoordigheid van griffier mr.drs. F.A. Rive. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak zelf.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer : 10/1556
Parketnummer : 15/700519-10
Uitspraakdatum : 24 februari 2011
Beschikking (art. 552a Sv.)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 7 december 2010 is op de griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een klaagschrift, gedateerd 2 december 2010 van mr. D.I.A. Schröder, gemachtigde van
[klager], klager,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
domicilie kiezende aan de Vleutenseweg 250 - 254 te Utrecht, ten kantore van
mr. D.I.A. Schröder, advocaat.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het daarop gelegde beslag, met last tot teruggave aan klager van de goederen, zoals opgenomen in het klaagschrift onder 5 en 6, zijnde de nummers 1 tot en met 37, alsmede de medicijnen isotretinoïne, tramadol, fraxiparine en paracetamol / codeïne.
Op 10 februari 2011 is dit klaagschrift op een openbare zitting in raadkamer behandeld.
Klager is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. D.I.A. Schröder, voornoemd.
Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. P.P.E. van de Rivière.
Van het verhandelde ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
Vast is komen te staan, dat bedoelde goederen op 27 juli en 7 augustus 2010 op rechtmatige wijze onder klager in beslag zijn genomen en dat het beslag nog voortduurt.
Namens klager is er onder meer op gewezen dat er geen strafvorderlijk belang is dat zich tegen teruggave van voormelde goederen verzet. Deze goederen zijn niet door het plegen van een strafbaar feit onttrokken aan enig rechthebbende en klager heeft van voormelde goederen geen afstand gedaan.
De officier van justitie stelt zich primair op het standpunt dat de goederen niet aan klager dienen te worden teruggegeven, nu deze goederen verband houden met de handel in medicijnen waarvoor klager eerder door de politierechter is veroordeeld en dat deze goederen kunnen worden gebruikt voor het plegen van nieuwe strafbare feiten.
Een en ander brengt met zich dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen de teruggave van de goederen aan klager.
De officier van justitie stelt zich subsidiair op het standpunt dat de zogenaamde fun artikelen en de artikelen die in een smartshop zijn gekocht, wel aan klager kunnen worden teruggegeven.
Bij de beoordeling van het klaagschrift neemt de rechtbank het volgende tot uitgangspunt. Klager is bij vonnis van 12 oktober 2010 veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet en overtredingen van de Wet wapens en munitie. Laatstgenoemde overtreding betrof voorhanden hebben van een afdreigwapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I sub 7 van de Wet wapens en munitie, een stroomstootwapen en pepperspray.
Voorwerpen kunnen op de voet van artikel 36d van het Wetboek van strafrecht worden onttrokken aan het verkeer indien, voor zover hier van belang, zij bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de dader begane strafbare feit zijn aangetroffen en indien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, doch alleen indien de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten.
In zijn arrest van 6 mei 1997 (NJ 1997/655) heeft de Hoge Raad onder meer geoordeeld: "4.2. Redelijke uitleg van de in art. 36d Sr gebezigde woorden "soortgelijke feiten" brengt mee dat daaronder dienen te worden verstaan feiten, die, gelet op het belang dat de wetgever door de strafbaarstelling ervan heeft willen beschermen, tot dezelfde categorie behoren als de door de verdachte begane feiten dan wel de feiten waarvan hij wordt verdacht."
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de onder verdachte in beslag genomen goederen niet dienen tot het begaan of de voorbereiding van feiten, soortgelijk aan die waarvoor de verdachte is veroordeeld, nu geen van deze goederen staat vermeld op of in verband kan gebracht met de bij de Opiumwet behorende lijst I of II. Ten aanzien van de in beslag genomen luchtbuks met toebehoren, wapenstok, handboeien, kogeltjes en patronen overweegt de rechtbank dat deze goederen qua werking, uiterlijk en functie niet op een lijn kunnen worden gesteld met wapens waarvan het bezit ingevolge de Wet wapens en munitie is verboden. De rechtbank is van oordeel dat de overige onder verdachte in beslag genomen goederen die in paragraaf 5 van het klaagschrift zijn genoemd evenmin op de voet van voornoemd artikel 36d aan het verkeer kunnen worden onttrokken.
De officier van justitie heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen goederen als 'gezamenlijkheid van voorwerpen' aan het verkeer moeten worden onttrokken. Bij de beoordeling van dit standpunt neemt de rechtbank tot uitgangspunt dat er grond voor onttrekking aan het verkeer kan bestaan ten aanzien van voorwerpen die op zichzelf beschouwd ongevaarlijk zijn maar die in verband staan met andere, wel gevaarlijke voorwerpen, dan wel een gezamenlijkheid vormen die als zodanig wijst op een onwettig gebruik. De rechtbank is evenwel van oordeel dat ten aanzien goederen in geding een dergelijke gezamenlijkheid zich niet voordoet - behoudens ten aanzien van de onder 17 genoemde snuifattributen. Laatstgenoemde goederen dienen naar het de rechtbank voorkomt geen ander doel dan het gebruik van middelen die voorkomen op de Opiumwet behorende lijst I en moeten om deze reden worden onttrokken aan het verkeer.
Voorts vraagt klager in onderdeel 6 van zijn klaagschrift om teruggave van een hoeveelheid medicijnen die op doktersvoorschrift zouden zijn verkregen. Het klaagschrift vermeldt geen nadere specificaties en/of hoeveelheden van deze goederen. Nu klager zulks niet heeft gesteld en de rechtbank ook ambtshalve ter zake niet over wetenschap beschikt moet worden aangenomen dat deze goederen niet staan vermeld op enig ingevolge artikel 94 van het Wetboek van strafvordering opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming. De rechtbank wijst het verzoek om teruggave van de in onderdeel 6 van het klaagschrift bedoelde goederen af omdat het klaagschrift in zoverre te vaag en te weinig specifiek is.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de goederen, zoals opgenomen in het klaagschrift onder 5, zijnde de nummers 1 tot en met 37, waarvan vast is komen te staan dat klager hiervan de eigenaar is, aan klager dienen te worden teruggegeven, nu het strafvorderlijk belang zich niet tegen de teruggave aan klager verzet. Het bezit van deze goederen is niet in strijd met de wet of met het algemeen belang, zodat niets aan de teruggave aan klager van deze goederen in de weg staat.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het klaagschrift gegrond, heft op het daarop gelegde beslag en gelast de teruggave aan klager van de volgende goederen:
- 1) doos met 75 x injectiespuiten met naald (niprosyringe) 2 ml, goednummer 126773 (lijst );
- 2) factuur voor 100 stuks spuiten bij suikerziekte t.n.v. [klager], goednummer 126774 (lijst 1);
- 3) 2 x 2 ml spuiten van niprosyringe (leeg), goednummer 126778 (lijst 1);
- 4) 1 x flesje 120 ml gedenatureerde alcohol 70%, goednummer 126779 (lijst 1);
- 5) 1 doos met 11 x 0,6 Fraxiparine spuiten t.n.v. [klager], goednummer 126782 (lijst 1);
- 6) Infuuszak urol trainer m' 100 ml nacl 0,9% in verpakking, goednummer 126783 (lijst 1);
- 7) 7 x ventlon infuus katheter in verpakking, goednummer 126784 (lijst 1);
- 8) 2 x 10 ml injectiespuiten merk 'Jecton' nog in verpakking, goednummer 126785;
- 9) factuur apotheek betreffende injectiespuiten en infuuszak (10/9/2009), goednummer 126786 (lijst 1);
- 10) 4 x doosje van 30 stuks en 12 losse pillen isotretinoïne 20 mg, goednummer 126789 (lijst 1);
- 11) 5 x doosje van 30 stuks isotretinoïne 10 mg t.n.v. [klager] -t- 16 losse pillen, goednummer 126790 (lijst 1);
- 12) 1 zakje witte poeder (1.4 gram incl zakje gewogen), voorwerpnummer 126791 (lijst 1);
- 13) 1 doosje 30 stuks Naproxen Ratiopharm 500 mg t.n.v. [klager], goednummer 126792 (lijst 1);
- 14) 1 doosje met 30 x Diclofenacnatrium 50 mg t.n.v. [klager] + 3 losse pillen; goednummer 126793 (lijst 1);
- 15) 1 doos met 100 x pre injectie alcohol swabs, voorwerpnummer 126796 (lijst 1);
- 16) 2 x glazen potjes met 'rush liquid incense' 10 ml (captainrush), voorwerpnummer 126798 (lijst 1);
- 18) naald merk 'monoject' 1.2 mm x 76,6 mm, voorwerpnummer 126800 (lijst 1);
- 19) factuur voor [klager] van apotheek Rotterdam Zuid op 3/7/2009, voorwerpnummer 126801 (lijst 1);
- 20) plastic doorzichtig potje met witte deksel, voorwerpnummer 126802 (lijst 1);
- 21) brief over moneybookers account, voorwerpnummer 126808 (lijst 1);
- 22) geopende brief van Altrecht geestelijke gezondheidszorg, voorwerpnummer 126809 (lijst 1);
- 23) Hatsan luchtbuks, 25.cal, goednummer 123707 (lijst II);
- 24) standaard voor Hatsan torpedo luchtbuks, goednummer 123708 (lijst II); dit standaard hoort bij de luchtbuks met goednummer 123707;
- 25) zilveren handboei, goednummer 123711 (lijst II);
- 26) wapenstok, Amerikaans model, goednummer 123714 (lijst II);
- 27) geelgouden laserpen / sleutelhanger model, goednummer 123718 (lijst II);
- 28) 12 doosjes kogeltjes, totaal 4600 kogels voor luchtbuks, goednummer 123721 (lijst II);
- 29) 10 zakjes met C02 munitie, totaal 58 C02 patronen, goednummer 123723 (lijst II);
- 30) groene kogel / patronen opvanger, goednummer 123724 (lijst II);
- 31) 3 bivakmutsen, 2 rode, merk Arrox, 1 zwarte, goednummer 123726 (lijst II);
- 32) 2 dozen van ieder 100 stuks papieren schietschijven, goednummer 123730 (lijst II);
- 33) 1 pil, 500 mg, goednummer 123733 (lijst II); het betreft een 500 mg salicylzuur / paracetamol plus 20 mg codeïne in één tablet;
- 34) 3 x nipro syringe 2 ml, 1 x faxiparine 0.6 ml, goednummer 123745 (lijst II);
- 35) 3 flesjes, 10 ml, goednummer 123747 (lijst II);
- 36) 1 potje, 20 mg, leeg, goednummer 123748 (lijst II);
- 37) Rush liquid insence 9 ml, goednummer 123751 (lijst II);
wijst het klaagschrift af voor het overige.
4. Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door:
mr. J. Snitker, rechter,
in tegenwoordigheid van mr.drs. F.A. Rive, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2011.