Uitspraak
Ontstaan en loop van het geding
€ 21.390. Bij beschikkingen met dezelfde dagtekening is aan eiser een vergrijpboete opgelegd van € 7.000 en is een bedrag van € 5.627 aan heffingsrente in rekening gebracht.
€ 6.157 aan heffingsrente in rekening gebracht.
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil
- rente over de tussen eiser en de BV bestaande rekening-courant
- gebruikelijk loon
- onttrekking verzwegen inkomsten
- onttrekking gefingeerde factuur (2003)
- huur van het bedrijfspand dat eiser om niet ter beschikking stelt aan de BV (2005)
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag over het jaar 2003 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 7.616 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 7.890 en bepaalt dat deze uitspraak in zo verre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- vermindert de vergrijpboete voor 2003 tot 19% van de IB/PVV over het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang en bepaalt dat deze uitspraak in zo verre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- vermindert de aanslag over het jaar 2005 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 64.471 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 49.433 en bepaalt dat deze uitspraak in zo verre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- vermindert de beschikkingen heffingsrente tot overeenkomstig de onder beslissing genoemde bedragen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 874;
- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 41 vergoedt.