ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9402

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 486871 VV EXPL 10-293
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens verboden nevenwerkzaamheden tijdens arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 13 december 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [A.], een rayonmanager bij Albatros B.V., en zijn werkgever, Albatros B.V. [A.] was sinds 30 maart 2010 arbeidsongeschikt, maar werd beschuldigd van het verrichten van verboden nevenwerkzaamheden. Albatros had op 8 oktober 2010 het ontslag op staande voet van [A.] bevestigd, omdat hij tijdens zijn ziekte schoonmaakwerkzaamheden verrichtte voor zijn eigen bedrijf, B-Allround Services B.V., dat op zijn woonadres was geregistreerd. De kantonrechter oordeelde dat Albatros voldoende bewijs had geleverd dat [A.] in strijd met zijn arbeidsovereenkomst handelde door nevenwerkzaamheden te verrichten terwijl hij zich ziek meldde.

De procedure begon met een dagvaarding van [A.] die vorderde om wedertewerkstelling en doorbetaling van zijn loon. Hij stelde dat hij niet daadwerkelijk schoonmaakwerkzaamheden had verricht en dat zijn ziekte hem belemmerde in het uitvoeren van zijn reguliere werkzaamheden. Albatros betwistte deze claims en voerde aan dat de gedragingen van [A.] een dringende reden voor ontslag opleverden. De kantonrechter concludeerde dat de observaties van het onderzoeksbureau B&W, die bevestigden dat [A.] actief was in zijn schoonmaakbedrijf, niet waren weersproken. Bovendien had [A.] geen verklaring gegeven voor zijn gedragingen na confrontatie met de onderzoeksresultaten.

De kantonrechter oordeelde dat de ernst van de gedragingen van [A.] het ontslag op staande voet rechtvaardigde. De rechter weigerde de gevorderde voorlopige voorziening en veroordeelde [A.] tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers om eerlijk te zijn over hun arbeidsongeschiktheid en de gevolgen van het schenden van arbeidsovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 486871 VV EXPL 10-293
datum uitspraak: 13 december 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[A.]
te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen [A.]
gemachtigde mr. D.M. van Moerkerk
tegen
de besloten vennootschap
ALBATROS B.V.
te Nuenen
gedaagde
hierna te noemen Albatros
gemachtigde mr. M.C.J. Oonk-Pallandt
De procedure
[A.] heeft de dagvaarding in kort geding niet aan Albatros betekend, omdat Albatros vooraf had bevestigd vrijwillig te zullen verschijnen. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2010. De gemachtigden hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht.
De feiten
[A.] (40 jaar) is in dienst van Albatros sinds 1 september 2007 in de functie van rayonmanager tegen een bruto salaris van laatstelijk € 2.961,99 per maand exclusief emolumenten.
Albatros is een schoonmaakbedrijf. [A.] is als rayonmanager verantwoordelijk voor het onderhouden van de klantencontacten en het toezicht op de uitvoering van schoonmaak- werkzaamheden door medewerkers van Albatros bij klanten in de regio Amsterdam.
[A.] is op 30 maart 2010 uitgevallen wegens ziekte.
De bedrijfsarts schrijft in zijn verslag van 12 juli 2010 aan Albatros onder meer:
Hij is uitgevallen met medische klachten die hem beperken in het leveren van een lichamelijke inspanning (…). Volgens de huidige verwachtingen kan dit nog 6 maanden voortduren. (…)
Het verslag van de bedrijfsarts aan Albatros van 9 september 2010 luidt onder meer:
Vandaag gesproken met uw werknemer over zijn klachten, herstel, beperkingen, mogelijkheden voor re-integratie en mijn advies.
Herstel zet zich door. Klachten persisteren vanwege bijwerkingen medicatie. Beperkingen: concentratie neemt snel af door moeheid. Energieboog is dan ook verkort. Denken verloopt trager. Omgaan met werkdruk is beperkt.
Reintegratie: uw werknemer stelt voor thuis op de pc licht adm. Werk te verrichten: nalopen van contracten etc.
Advies: het kan uiteraard geen kwaad alvast iets te doen als aanloop voor zijn echte Reintegratie.
Het verslag van een gesprek tussen [A.] en Albatros op 1 oktober 2010 luidt onder meer als volgt:
U heeft aangegeven dat uw medicijnen aanslaan. Uw behandeling duurt nog tot het einde van dit jaar (…) Wij gaan er op dit moment dan ook vanuit dat u met ingang van januari 2011 uw taken als Rayonmanager weer volledig kan hervatten. (…)
De huidige klachten komen voort uit het wekelijks toedienen van medicatie. Op donderdag krijgt u een spuit. Door de werking van deze medicatie bent u gedurende het weekend, maandag, dinsdag en woensdag aangewezen op bedrust. Door de bijwerkingen, koorts, hartkloppingen, spierpijn en hoofdpijn, ligt u bovengenoemde vijf dagen op bed en bent u dermate vermoeid dat u moet slapen in een donkere ruimte en zich verder nergens toe kan zetten.
Als bijwerking van uw reguliere dagelijkse medicatie, heeft u aangegeven dat u sterke energetische beperkingen, alsmede fysieke beperkingen heeft. (…) Dit word enerzijds veroorzaakt door de gevolgen van uw medicatie, anderzijds door uw thuissituatie. Uw vrouw is sinds december arbeidsongeschikt vanwege een burn-out. (…) U heeft aangegeven geen fysieke werkzaamheden te kunnen verrichten. (…)
Rekening houdende met bovenstaande beperkingen heeft Albatros u, in het kader van uw re-integratie, tijdelijk aangepaste werkzaamheden aangeboden. Met ingang van 7 oktober 2010 gaat u op donderdag en vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur (…) ondersteunen door middel van het uitvoeren van licht administratieve werkzaamheden. (…)
In opdracht van Albatros heeft B&W Onderzoek en Advies B.V. (hierna: B&W) een onderzoek ingesteld naar het waarheidsgehalte van de melding van ziekte door de heer [A.] en naar het waarheidsgehalte van de ontvangen berichten over mogelijke concurrerende werkzaamheden door de heer [A.].
Het rapport van B&W van 19 oktober 2010 luidt onder meer als volgt:
Samenvatting bevindingen
Tijdens verschillende observaties is vastgesteld dat de heer [A.] schoonmaakwerkzaamheden verrichte in twee scholen, in Aalsmeer en Amsterdam. Vastgesteld is dat de heer [A.] bij deze werkzaamheden niet alleen was, maar dat de werkzaamheden tegelijkertijd met meerdere personen werden uitgevoerd. Vastgesteld is dat de heer [A.] zich met een personenauto verplaatste tussen twee locaties waar schoonmaakwerkzaamheden verricht werden, waarbij hij de personen die samen met hem deze werkzaamheden verrichtten, als passagier vervoerde.
Vastgesteld is dat op het woonadres van de heer [A.] een onderneming staat geregistreerd in de (..) Kamer van Koophandel. Deze onderneming, B-Allround Services B.V. verricht voor Albatros B.V. concurrerende werkzaamheden (…)
Observaties
Door onze medewerkers zijn op verschillende data enkele observaties uitgevoerd, waarbij is getracht een beeld te krijgen bij de activiteiten van de heer [A.]. Deze observaties vonden plaats op maandag 20 september 2010, donderdag 23 september 2010 en donderdag 30 september 2010.
B-Allround Services B.V. is volgens de inschrijving in het Handelsregister opgericht op 1 februari 2008 en gevestigd op het woonadres van [A.]. De bedrijfsomschrijving
luidt: Schoonmaakbedrijf en facilitair bedrijf alsmede het verlenen van diensten op voornoemde gebieden.
De echtgenote van [A.] is sinds 12 maart 2008 enig directeur van de vennootschap.
Albatros heeft [A.] -na confrontatie met de resultaten van het onderzoek door B&W- op 8 oktober 2010 op staande voet ontslagen, en het ontslag bij brief van deze datum onder meer als volgt bevestigd:
Ons is ter ore gekomen dat u een eigen schoonmaakbedrijf in uw regio heeft opgericht (formeel op naam van uw partner), althans dat u –hoewel formeel arbeidsongeschikt- op diverse locaties schoonmaakwerkzaamheden verricht. (…)
Uit het door dit buro uitgevoerde onderzoek blijkt dat van zogenaamde verzuimfraude sprake is: meerdere malen en op meerdere momenten is gesignaleerd dat u op verschillende locaties (scholen) doende was met schoonmaak-werkzaamheden. Het schoonmaakbedrijf B-Allround Services is gevestigd op uw woonadres en directeur/aandeelhouder is uw partner (…) Er namen meerdere personen deel aan de schoonmaakwerkzaamheden , die door u veelal gehaald en gebracht werden. (…)
De vordering
[A.] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van Albatros tot wedertewerkstelling door hem in de gelegenheid te stellen in het kader van zijn reintegratie door de bedrijfsarts goedgekeurde werkzaamheden te verrichten, en doorbetaling van het overeengekomen loon met emolumenten vanaf 8 oktober 2010.
[A.] legt aan zijn vordering ten grondslag dat niet is gebleken dat hij daadwerkelijk schoonmaakwerkzaamheden of toezichtactiviteiten heeft uitgevoerd op de scholen in Aalsmeer en Amsterdam. Subsidiair stelt [A.] dat schoonmaak werk niet te vergelijken is met zijn gewone werk als rayonmanager, zodat hij met het eventueel vegen van een vloer zijn genezing niet heeft belemmerd. Daarnaast heeft Albatros bij het verlenen van het ontslag geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [A.]. Hij lijdt aan een systeemziekte (naar later blijkt Hepatitis-B) met ernstige lichamelijke klachten die zijn hele leven beheersen, zijn partner heeft een burn-out waardoor ernstige problemen in de relatie zijn ontstaan, en verlies van zijn baan zou grote gevolgen hebben voor zijn financiële- en relationele situatie (omdat hij dan ook permanent thuis zou komen te zitten). [A.] is ten slotte al jaren een goed functionerende medewerker.
Het verweer
Albatros betwist de vordering. De inhoud van haar verweer zal hieronder, voor zover van belang voor de te nemen beslissing, worden besproken.
De beoordeling
De gevorderde voorlopige voorziening komt slechts voor toewijzing in aanmerking als in dit geding aan de hand van de feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [A.] zal worden toegewezen. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit niet het geval is.
Het onderzoeksbureau B&W heeft op drie dagen in september 2010 geconstateerd dat [A.] schoonmakers van en naar twee scholen heeft gebracht en opgehaald, dat [A.] zelf ook een bezem of dweil heeft gehanteerd, dat [A.] vuilniszakken naar buiten heeft gebracht en dat hij in de scholen, ‘s avonds na afloop van de schoonmaakwerkzaamheden, het licht uitdeed en de school afsloot.
Na confrontatie door B&W met diens onderzoeksbevindingen op 8 oktober 2010 heeft [A.] geen enkele uitleg of verklaring gegeven voor zijn gedragingen. Ook tegenover de directeur van Albatros, die hem om opheldering vroeg voordat hij werd ontslagen, heeft [A.] er vervolgens het zwijgen toe gedaan. Albatros heeft een verklaring overgelegd van de directeur van één van de twee betrokken scholen van 26 november 2010, waarin deze bevestigt dat [A.] in 2009 namens B-Allround Services is komen kennismaken om een offerte uit te brengen. De partner van [A.] is voor deze schooldirecteur onbekend.
Aldus staan de door B&W geconstateerde -en door [A.] niet gemotiveerd weersproken- activiteiten van [A.] in september 2010 vast. Met de inhoud van het rapport van B&W van 19 oktober 2010, de inschrijving van het schoonmaakbedrijf B-Allround Services B.V. op zijn woonadres met zijn partner als enig directeur, en de verklaring van de schooldirecteur van 26 november 2010, heeft Albatros voldoende aannemelijk gemaakt dat [A.] verboden nevenwerkzaamheden heeft verricht terwijl hij voor zijn eigen, vergelijkbare werkzaamheden bij Albatros arbeidsongeschikt was.
[A.] heeft voor Albatros zeer relevante informatie over hemzelf verzwegen. Door in het gesprek op 1 oktober 2010 tegen Albatros te zeggen dat hij weinig energie had, 5 dagen van de week bedrust moest houden en geen fysieke inspanning kon leveren, maar intussen in het schoonmaakbedrijf van zijn partner actief te zijn, heeft [A.] zijn verplichtingen tegenover Albatros op flagrante wijze geschonden. Van een arbeidsongeschikte werknemer mag verwacht worden dat hij alles in het werk stelt om zo snel mogelijk terug te keren in zijn eigen functie. Daar passen de geconstateerde handelingen op geen enkele wijze in. [A.] heeft, eenmaal geconfronteerd met zijn gedragingen, daarvoor ook geen enkele verklaring of uitleg gegeven. Dat [A.] op 8 oktober 2010, zoals hij stelt, werd overvallen met de genoemde informatie, doet aan de ernst van die constateringen niet af.
Daar komt bij dat [A.] al in 2009 namens de onderneming B-Allround bij een school een offerte heeft uitgebracht voor het uitvoeren van schoonmaakwerk, wetende dat hij hiermee in strijd met het in de arbeidsovereenkomst vastgelegde verbod op nevenwerkzaamheden handelde.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de kantonrechter dan ook van oordeel dat de gedragingen van [A.] een dringende reden oplevert die het ontslag op staande voet van 8 oktober 2010 rechtvaardigt. De ernst van die gedragingen maken dat van Albatros niet verlangd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst met inachtneming van de opzegtermijn heeft opgezegd, maar direct tot onverwijld ontslag is overgegaan.
De door [A.] aangevoerde omstandigheden van dit geval maken dit oordeel niet anders. De gevolgen van het ontslag mogen dan weliswaar hard voor [A.] aankomen, hij moet hiervoor, in het licht van de hem verweten en te verwijten gedragingen, zelf de verantwoordelijkheid dragen. Zijn goede functioneren in het -relatief recente- verleden maken dit niet anders.
Uit het voorgaande volgt dat de gevraagde voorziening moet worden geweigerd.
De proceskosten komen voor rekening van [A.] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- weigert de voorlopige voorziening;
- veroordeelt [A.] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Albatros tot en met vandaag worden begroot op € 400,-- aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Dubois, bijgestaan door A.L. Zandvliet, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.