ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9383
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verdenking van drugsmokkel
In deze zaak heeft KLM Catering Services Schiphol B.V. (hierna: KCS) verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [A.], die op staande voet was ontslagen omdat zij in voorlopige hechtenis was gesteld op verdenking van drugsmokkel. De kantonrechter heeft op 3 november 2010 uitspraak gedaan in deze kwestie. KCS stelde dat het vertrouwen in [A.] was geschaad door de verdenking van drugsmokkel, wat hen verhinderde om haar terug te laten keren naar haar functie. KCS voerde aan dat de aard van hun werkzaamheden vereiste dat zij volledig op hun medewerkers moesten kunnen vertrouwen, en dat de aanhouding van [A.] en andere medewerkers onrust had veroorzaakt binnen het bedrijf.
[A.] daarentegen betwistte de verdenking en voerde aan dat KCS niet redelijk handelde door haar te ontslaan. Ze stelde dat er geen bewijs was dat haar werkzaamheden direct verband hielden met de verdenking en dat KCS niet voldoende had gedaan om met haar in contact te treden. De kantonrechter oordeelde dat de dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst nog niet vaststond, omdat [A.] nog niet was veroordeeld voor het strafbare feit. Echter, de rechter erkende dat er wel sprake was van gewijzigde omstandigheden die de ontbinding rechtvaardigden.
De kantonrechter concludeerde dat KCS het vertrouwen in [A.] had verloren en dat het niet langer van hen kon worden gevergd om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De rechter wees het verzoek tot ontbinding toe, zonder toekenning van een vergoeding aan [A.], omdat de reden voor de beëindiging volledig in haar risicosfeer lag. De kosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.