ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9378
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en voorlopige voorziening bij drugsmokkel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 3 november 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [A.], een werkneemster, en KLM Catering Services Schiphol BV (KCS), haar werkgever. [A.] was op 20 april 2010 aangehouden op verdenking van drugsmokkel en werd in voorlopige hechtenis gesteld. KCS heeft haar op 7 juni 2010 op staande voet ontslagen. [A.] heeft KCS gedagvaard en verzocht om een voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling en betaling van haar salaris vanaf de datum van haar aanhouding.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet onverwijld was gegeven en dat KCS onvoldoende had onderbouwd waarom zij tot het ontslag had gewacht tot 7 juni 2010. De kantonrechter stelde vast dat KCS had moeten afwachten hoe de strafzaak zich zou ontwikkelen en dat het stopzetten van het loon een meer passende maatregel zou zijn geweest. De kantonrechter wees de vordering tot wedertewerkstelling af, omdat de arbeidsovereenkomst inmiddels was ontbonden per 4 november 2010. Echter, de kantonrechter oordeelde dat KCS wel verplicht was om het salaris van [A.] te betalen vanaf 16 augustus 2010 tot 4 november 2010, te vermeerderen met wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt het belang van een onverwijlde reactie van de werkgever bij ontslag op staande voet en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de rechten van werknemers, zelfs in situaties van strafrechtelijke verdenking. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen.