ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9110
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huur van een parkeerterrein en ontruimingsbescherming in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 22 december 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Gemeente Zandvoort en de vennootschap onder firma De Zuid. De Gemeente Zandvoort vorderde ontruiming van een parkeerterrein dat door De Zuid werd gehuurd, omdat de huurovereenkomst per 31 december 2010 van rechtswege zou eindigen. De Zuid voerde aan dat er sprake was van huur van bedrijfsruimte, zoals bedoeld in artikel 7:290 BW, omdat er vanuit het parkeerterrein ook bloemen en planten werden verkocht. Subsidiair stelde De Zuid dat het parkeerterrein als gebouwde onroerende zaak moest worden gekwalificeerd volgens artikel 7:230a BW, waardoor zij aanspraak zou maken op ontruimingsbescherming.
De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van huur van bedrijfsruimte, omdat de verkoop van bloemen en planten niet de kernactiviteit van De Zuid vormde. Ook werd geoordeeld dat de aanwezigheid van bestrating, hekken en lichtmasten niet voldoende was om het parkeerterrein als gebouwde onroerende zaak te kwalificeren. Het beroep van De Zuid op ontruimingsbescherming werd verworpen. De rechter besloot dat De Zuid het parkeerterrein binnen tien dagen na betekening van het vonnis moest ontruimen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag, tot een maximum van € 100.000,00. De proceskosten werden aan De Zuid opgelegd, omdat zij in het ongelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder ontruimingsbescherming kan worden ingeroepen en de criteria voor de kwalificatie van onroerende zaken in het huurrecht. De beslissing is van belang voor huurders die zich beroepen op ontruimingsbescherming en voor gemeenten die parkeerterreinen willen herbestemmen.