De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [verweerder], 56 jaar oud, is sinds 1 februari 1992 bij (de rechtsvoorgangster van) Safe & Secure in dienst. Zijn laatstgenoten bruto maandloon bedraagt €4.254,33 exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
b. [verweerder] verricht sinds lange tijd buitendienstwerkzaamheden, waartoe behoren het plaatsen van sloten, het plaatsen en kraken van kluizen, het openen van deuren en het beveiligen van woningen, bedrijfs- en kantoorgebouwen.
c. [YYY] was samen met zijn vader vanaf 1988 eigenaar/directeur van de rechtsvoorgangster van Safe & Secure. Vanaf 1995 tot 1 januari 2009 heeft hij deze zaak alleen voortgezet. [verzoekster], de zuster van [YYY]], werkte toen ook in dit bedrijf en verzorgde onder meer de administratie.
d. Bij het bedrijf waren vijf werknemers werkzaam, vier in de binnendienst (winkel) en één, [verweerder], in de buitendienst.
e. In 2006 heeft Sleutelservice haar bedrijfsbeleid gewijzigd, in die zin dat de binnen- en buitendienst meer gingen samenwerken. [verweerder] was het hier niet mee eens, waardoor spanningen ontstonden tussen de binnen- en buitendienst.
f. In september 2006 heeft [[YYY] [verweerder] daarom verzocht om zich bij de bedrijfsarts te melden. De bedrijfsarts heeft mediation geadviseerd.
g. In november en december 2006 hebben onder leiding van mediator A. van der Velden gesprekken plaatsgevonden tussen [verweerder] en [YYY] en [verweerder] en [ZZZ], die daarbij optrad als vertegenwoordiger van de binnendienst. De mediation had tot doel een dreigend verder oplopend conflict tussen [verweerder] en het overige personeel op te lossen. Partijen hebben afspraken gemaakt over de verbetering van de samenwerking tussen [verweerder] en [YYY] respectievelijk [verweerder] en de rest van het personeel.
h. In haar verslag van 6 december 2008 heeft de mediator A. van der Velden onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Situatie [verweerder]-binnendienst
De samenwerking is al een tijd lang problematisch en dreigt steeds verder te verslechteren. Er leven zo veel verwijten over gebeurtenissen uit het verleden, dat er een negatieve sfeer is gaan ontstaan. Door middel van negatieve opmerkingen wordt [Verweerder] steeds verder uit de groep gestoten. Deze situatie is zeer ziekmakend, hetgeen kan resulteren in langdurig ziekteverzuim. (…)
[Verweerder]:
(…) Hij ervaart de zgn. geintjes als aanval en voelt zich hierdoor bedreigd. Hij kan niet meer spontaan zijn, wat heel veel energie kost.
(…)
Er wordt veel geroddeld en gepraat over elkaar i.p.v. met elkaar. Hij voelt veel kritiek maar deze wordt niet geuit. [S. XXX] zou graag zien dat men elkaar direct en open aanspreekt op gedrag of zaken die opvallen.
Binnendienst:
(…)
Ook de binnendienst geeft aan dat er enorm geroddeld wordt. Het is een onderdeel van de bedrijfscultuur. Doordat men niet bij elkaar navraagt hoe het zit, ontstaan veel misverstanden. Deze misverstanden gaan vervolgens weer een eigen leven leiden en versterken de negatieve beelden naar elkaar, wat weer tot veel roddels leidt. Een afspraak om in het vervolg niet meer over elkaar, maar met elkaar te praten, wordt van harte ondersteund.(…)”
i. [verzoekster] heeft per 1 januari 2009 een deel van de bedrijfsactiviteiten, de goodwill, de inventaris en de vijf personeelsleden van Sleutelservice overgenomen. Zij zet die activiteiten in de vorm van een eenmanszaak onder de naam Safe & Secure voort. [YYY] vervult vanaf dat moment de functie van adviseur van Safe & Secure.
j. [verweerder] heeft zich op 10 februari 2009 ziek gemeld.
k. Safe & Secure heeft de arbo-dienst Maetis ingeschakeld. E. van der Gulik, arbo-arts, heeft in 2009 gerapporteerd op onder meer 13 en 27 februari, 16 maart, 6 en 17 april en heeft [verweerder] arbeidsongeschikt bevonden. Op 27 februari 2009 heeft de arbo-arts gemeld dat [verweerder] rust nodig had en nog geen gesprek met Safe & Secure kon voeren. In het verslag van 27 februari 2009 heeft de arbo-arts vermeld dat [verweerder] begeleiding van een specialist nodig had. In het bij dat verslag bijgevoegde Plan van Aanpak is vermeld dat tussen werknemer, werkgever en casemanager één keer per twee weken evaluatie diende plaats te vinden. Op 6 april 2009 heeft de arbo-arts gerapporteerd dat [verweerder] hulp van een psycholoog nodig had.
l. Safe & Secure heeft [verweerder] op 17 april 2009 uitgenodigd voor de evaluatie van het Plan van Aanpak. [verweerder] heeft Safe & Secure in zijn brief van 19 april 2009 laten weten dat hij niet in staat is tot een gesprek op kantoor.
m. In het re-integratieverslag van 29 april 2009 heeft de arbo-arts vermeld dat [verweerder] nog arbeidsongeschikt is en dat een conflict in de arbeidsomstandigheden de oorzaak is van de arbeidsongeschiktheid. De arbo-arts heeft mediation geadviseerd. In haar rapportage van 3 juni 2009 heeft de arbo-arts vermeld dat [verweerder] een beperking heeft in het omgaan met conflictsituaties en dat daarom als voorbereiding op de mediation een aantal gesprekken met een bemiddelaar vanuit Maetis zou kunnen worden ingezet. R.P.G de Veen, mediator bij Elabo, is daarop in mei 2009 ingeschakeld, maar omdat [verweerder] op dat moment nog niet aan een mediationgesprek toe was, is dit uitgesteld.
n. [verweerder] heeft op schriftelijke uitnodigingen voor een afspraak van Safe & Secure in april en mei 2009 geschreven dat hij door zijn overspannenheid nog niet in staat was tot een gesprek.
o. De huisarts van [verweerder] heeft [verweerder] op 14 juli 2009 verwezen naar de psycholoog Stoër, waarbij hij heeft vermeld: ‘ik weet niet zeker hij depressief is’. Op advies van de arbo-arts heeft [verweerder] zich ook onder behandeling van een psychiater laten stellen.
p. UWV heeft op 16 juli 2009, naar aanleiding van het verzoek van Safe & Secure om een deskundigenoordeel, geoordeeld ‘dat de werknemer vooralsnog niet in staat is tot het doen van enige re-integratie-inspanningen’. In de onderliggende arbeidsdeskundige rapportage is onder meer vermeld:
“Uit de gesprekken met de werknemer blijkt van een zeer wankel evenwicht, hij acht zich al enkele jaren onheus behandeld door zowel de oude- als de nieuwe werkgever. Jaren heeft hij zich ingezet voor het bedrijf en een goed lopende servicedienst op poten gezet met een hoge omzet. Een paar jaar geleden zijn er zodanige veranderingen doorgevoerd in het bedrijf dat de omzet van zijn afdeling drastisch daalde, vanaf dat moment is het misgegaan en niet meer goed gekomen, uiteindelijk heeft hij zich ziekgemeld. Er zijn daarna door de werkgever via bureau Keerpunt pogingen gedaan in gesprek te komen door mediation/bemiddeling. Volgens werknemer zijn deze gesprekken door de betreffende mediaters/bemiddelaars niet goed aangepakt waardoor het probleem eerder groter is geworden. (…) Hij acht zich vooralsnog niet in staat gesprekken te voeren met de werkgever, ook niet door tussenkomst van een mediater/bemiddelaar. (…)
Uit overleg met de arbo-arts blijkt dat zij na het verkrijgen van nieuwe informatie, in tegenstelling tot eerdere uitspraak, van mening is dat er vooralsnog geen mogelijkheden zijn tot gesprekken met de werkgever en dat het resultaat van de behandeling door de specialist moet worden afgewacht. (…) De inspanningen van de werknemer zijn niet voldoende geweest, dit is hem niet te verwijten.”
q. De psycholoog Stroër heeft in zijn brief van 22 juli 2009 aan [verweerder] vastgesteld dat bij [verweerder] sprake is van een aanpassingsstoornis met ‘gemengde angstige en depressieve stemmingen’.
r. Op 18 november 2009 heeft een bemiddelingsgesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] en Safe & Secure met bemiddelaar A. Blanker. In een brief van
7 december 2009 liet [verweerder] aan Safe & Secure weten dat dit gesprek extra spanningen bij hem teweeg heeft gebracht en dat hij zal melden als herstel in zicht is ‘zodat we met elkaar kunnen bespreken hoe de terugkeer naar mijn werkplek op een goede manier kan gebeuren’. In haar reactie van 21 januari 2010 heeft Safe & Secure [verweerder] gemeld dat zodra herstel in zicht is en [verweerder] dit meldt, verdere re-integratieactiviteiten zullen plaatsvinden. Safe & Secure heeft daarbij aangegeven wel een afspraak te willen maken voor de eerstejaars evaluatie. Uiteindelijk hebben [verweerder] en Safe & Secure ieder zelfstandig het evaluatieverslag ingevuld.
s. De psycholoog Stoër heeft Safe & Secure op verzoek van [verweerder] in zijn brief van 2 februari 2010 onder meer meegedeeld:
“Patiënt is twee jaar lang de speelbal geweest van de spot, haat en nijd van de collega’s. Ook zijn huidige leidinggevende heeft zich op dit gebied niet onbetuigd gelaten. Patiënt is zeer beschadigd geraakt door deze aanhoudende traumatiserende ervaringen. Naast de aanpassingsstoornis (…) zie ik bij patiënt ernstige verschijnselen van post traumatische stress stoornis. Deze problematiek is goed te behandelen maar vergt tijd.”
t. Op verzoek van Safe & Secure wordt een arbeidsdeskundig onderzoek ingesteld door Elabo over de vraag wat de re-integratiemogelijkheden van [verweerder] zijn bij Safe & Secure dan wel elders en wat de beste re-integratieroute is. Op 31 maart 2010 heeft de arbeidsdeskundige onder meer gerapporteerd ‘dat verzekerde’ (begrepen wordt: [verweerder]) ‘wel belastbaar is voor zijn eigen functie’ (…) en dat deze ‘in samenspraak met verzekerde tot de inschatting (komt) dat werkhervatting thans mogelijk is’. De arbeidsdeskundige heeft een opbouwschema gegeven voor de werkhervatting en heeft nog vermeld dat het noodzakelijk was dat vóór de werkhervatting de lucht tussen [verweerder] en Safe & Secure wordt geklaard en heeft mediation geadviseerd. Verder heeft de arbeidsdeskundige geconcludeerd ‘Verzekerde is geschikt te achten voor zijn eigen werk. Mochten werkgever en verzekerde er met de mediation niet uitkomen dan is er ook geen ander passend werk voor verzekerde binnen het bedrijf.’
u. [verweerder] en Safe & Secure hebben daarna afzonderlijk mediationgesprekken met mediator I. Kabbes gevoerd. Laatstgenoemde heeft op 7 juni 2010 gemeld dat zij geen basis ziet om de mediation voort te zetten omdat ‘het niet lukt het eens te worden over een oplossingsrichting’.
v. Op 26 april 2010 heeft de psycholoog Stroër aan de advocaat van [verweerder] gemeld dat [verweerder] onherstelbaar is beschadigd door de aanhoudende aantijgingen, pesterijen en vernederingen door collega’s en leidinggevenden en dat voor het psychische welbevinden van [verweerder] re-integratie binnen Safe & Secure een contra-indicatie is. Hij heeft in deze brief ook zijn vrees uitgesproken dat ‘bij pogingen tot reïntegratie cliënt volledig kan ontsporen, met mogelijk psychotische reacties.’ Stroër heeft in een brief van 3 mei 2010 aan de arbo-arts ook vermeld dat hij vindt dat [verweerder] om psychische redenen niet kan re-integreren bij Safe & Secure.
w. Op 11 juni 2010 heeft Safe & Secure [verweerder] uitgenodigd om volgens het opbouwschema van de arbeidsdeskundige per 14 juni 2010 aan te vangen met het werk, waarbij zij heeft aangekondigd het loon te zullen inhouden als [verweerder] zijn werkzaamheden niet zou hervatten.
x. De gemachtigde van [verweerder] heeft op 14 juni 2010 aan Safe & Secure onder meer geschreven dat [verweerder] zijn werkzaamheden niet zal hervatten gelet op de adviezen van zijn behandelaars, dat hij aanspraak maakt op loondoorbetaling en dat op korte termijn een ontbindingsverzoek zal worden ingediend.
y. De arbo-arts heeft Safe & Secure op 13 juli 2010 gemeld dat [verweerder] met ingang van 2 augustus 2010 volledig hersteld wordt geacht.
z. Safe & Secure heeft UWV om een deskundigenoordeel verzocht over haar eigen re-integratie-inspanningen en die van [verweerder]. UWV heeft op 2 augustus 2010 geoordeeld dat Safe & Secure tot dan toe voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en voorts geconcludeerd dat ’Werknemer zich passief heeft opgesteld tijdens het traject.’
aa. [verweerder] heeft een deskundigenoordeel aan het UWV gevraagd inzake de vraag of hij passende werkzaamheden ingaande 14 juni 2010 bij Safe & Secure zou moeten aanvaarden. De arbeidsdeskundige M.J. Fiesler heeft in zijn brief van 12 augustus 2010 het volgende aan [verweerder] medegedeeld:
“(…)
Op grond van de resultaten van mijn onderzoek ben ik van oordeel dat u deze werkzaamheden niet hoeft te aanvaarden. (…)”
bb. Bij brief van 26 oktober 2010 heeft Safe & Secure aan [verweerder] geschreven dat hij vanaf 14 juni 2010 geen recht meer heeft op loon, dat de betaling van het loon vanaf 26 oktober 2010 definitief zal worden stopgezet en dat het uitbetaalde loon over de periode van 14 juni 2010 tot en met september 2010 aan het einde van de arbeidsovereenkomst zal worden verrekend.