De feiten
1. Brova huurt vanaf 1 maart 2006 (via een in de plaatsstellingsovereenkomst) voor onbepaalde tijd van Kroonenberg de bedrijfsruimte aan de Grote Houtstraat 149 te Haarlem (hierna: het gehuurde). De huurprijs bedraagt (thans) € 61.345,00 per jaar.
2. Oorspronkelijk huurde de besloten vennootschap Moti Fashion B.V. (hierna: Moti Fashion) vanaf 1 februari 1996 tot 1 februari 2002 de bedrijfsruimte van Kroonenberg, waarna – eveneens door middel van een indeplaatsstellingsovereenkomst - de besloten vennootschap Tick-It B.V. opvolgend huurder is geworden tot 1 maart 2006.
3. Brova exploiteert in het gehuurde een damesmodewinkel conform het zogenoemde Street-One concept.
4. Bij brief van 8 juli 2010 heeft Brova aan Kroonenberg medegedeeld voornemens te zijn de volledige winkelactiviteiten over te dragen aan de heer en mevrouw [XXX] en Kroonenberg verzocht medewerking te verlenen aan de indeplaatsstelling.
5. Per e-mailbericht van 12 juli 2010 heeft Rabobank IJmond Noord aan de heer [XXX] bevestigd akkoord te zijn met “de financiering ter hoogte van in totaal € 178.000,-- ten behoeve van de overname van de Street-one-vestiging in Haarlem”.
6. Op 11 augustus 2010 heeft Brova met [XXX] een koopovereenkomst gesloten ter zake van de bouwkundige activa, het interieur, de inventaris, de handelsvoorraad goederen, de inkooporders in bestelling en de lopende verbintenissen, tegen een koopprijs van € 55.000,00.
7. Tussen Street One Modehandel B.V. (hierna: Street One), Brova en [XXX] is een overeenkomst gesloten tot overdracht aan [XXX] van het Store-contract tussen Street One en Brova met ingang van 1 september 2010.
8. Op 27 augustus 2010 heeft Kroonenberg aan Brova geschreven niet te kunnen instemmen met het verzoek tot indeplaatssteling. Zij heeft daarbij onder meer het volgende opgemerkt:
“[...] niet duidelijk is dat u een zwaarwichtig belang heeft bij de huuroverdracht. Daarnaast is duidelijk dat mevrouw [XXX] onvoldoende waarborgen biedt voor een volledige nakoming van de overeenkomst en voor een behoorlijke bedrijfsvoering [...].”
9. Op 11 oktober 2010 heeft de gemachtigde van Brova onder meer het volgende aan Kroonenberg geschreven:
“Cliënte heeft een zwaarwichtig belang bij indeplaatsstelling omdat zij [...] zich uitsluitend wenst te concentreren op haar core business: de exploitatie en continuatie van drie goed renderende formules. Om haar core business maximaal te waarborgen is het noodzakelijk over te gaan tot afstoting van al haar nevenactiviteiten, inclusief andere winkelformules, waaronder de Street One formule [...]
Mevrouw [XXX] kan voorts weldegelijk voldoende waarborgen bieden voor een volledige nakoming van de huurovereenkomst en een behoorlijke bedrijfsvoering [...] Mevrouw [XXX] heeft een aanzienlijke financiering verkregen van de Rabobank op grond van een gedegen ondernemersplan [...] Zij beschikt voorts over een ondernemersdiploma en heeft voldoende leidinggevende capaciteiten.”