ECLI:NL:RBHAA:2010:BO8991

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
487079 VV EXPL 10-298
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van caissière wegens toeeigenen van belminuten

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 december 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en Dekamarkt N.V. [eiseres], werkzaam als caissière, was op 11 oktober 2010 op staande voet ontslagen door Dekamarkt wegens het toeeigenen van belminuten die aan reclameartikelen waren gekoppeld. Dekamarkt stelde dat [eiseres] zich schuldig had gemaakt aan diefstal of fraude, zoals vastgelegd in het bedrijfsreglement. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] zich had moeten realiseren dat haar handelen niet door de beugel kon en dat dit zou leiden tot ontslag op staande voet. Het argument van [eiseres] dat zij de belminuten voor een vriendin had bijgeschreven, werd door de rechter niet als relevant beschouwd.

De procedure begon op 10 november 2010, toen [eiseres] Dekamarkt dagvaardde. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2010. [eiseres] vorderde onder andere doorbetaling van haar salaris en wedertewerkstelling. Dekamarkt betwistte de vordering en voerde aan dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van [eiseres] in kort geding niet toewijsbaar was, omdat het belang van Dekamarkt bij strikte naleving van het verbod op diefstal en fraude zwaarder woog dan de gevolgen van het ontslag voor [eiseres].

De rechter wees de vordering af en stelde [eiseres] in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor werknemers om zich bewust te zijn van de regels binnen hun organisatie en de gevolgen van overtredingen daarvan. Het belang van de werkgever bij het handhaven van deze regels is cruciaal, vooral in gevallen van diefstal of fraude.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
zaak/rolnr.: 487079 / VV EXPL 10-298
datum uitspraak: 2 december 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[eiseres]
te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde mr. M.E.L.Vallenduuk
tegen
1. de naamloze vennootschap DEKAMARKT N.V.
te Velsen-Noord, gemeente Velsen
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEKA PERSONEEL B.V.
te Amsterdam
gedaagden
hierna te noemen Dekamarkt
gemachtigde mr. A.P.J. Schram
De procedure
[eiseres] heeft Dekamarkt op 10 november 2010 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 november 2010. De gemachtigde hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Dekamarkt heeft, voorafgaande aan de zitting, nog stukken in het geding gebracht.
De feiten
1. [eiseres] is op 1 augustus 2001 bij (de rechtsvoorgangster van) Dekamarkt in dienst getreden in de functie van caissière tegen een salaris van (laatstelijk) € 1.797,25 bruto per vier weken.
2. Op de arbeidsovereenkomst is het door Dekamarkt gehanteerde Bedrijfsreglement van toepassing. Artikel 7.10 van het reglement luidt voor zover van belang als volgt:
“Fraude met en/of diefstal van eigendommen toebehorend aan werkgever [...] geeft reden tot ontslag op staande voet, ongeacht de omvang van de fraude. Onder fraude of diefstal wordt onder meer verstaan:
• Het verduisteren [...] van andermans eigendommen;
• Het [...] verduisteren [...] van [...] goederen (hieronder ook klanten-premiums [...], spaarzegels);”
3. Door middel van zogenoemde bordmededelingen maakt Dekamarkt haar personeel regelmatig attent op de geldende regels en de gevolgen van overtreding daarvan. Zo luidt de tekst van een bordmededeling van 26 augustus 2010 onder meer als volgt:
“ Binnen DekaMarkt hebben we regelmatig een klantenspaaractie lopen. Het is ten strengste verboden, indien de klant geen gebruik wenst te maken van de actie, om dan als personeelslid dit voordeel toe te eigenen. Ook dit valt onder diefstal, met als gevolg ontslag op staande voet.”
4. Op 11 oktober 2010 heeft Dekamarkt [eiseres] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief van diezelfde datum is als reden van het ontslag het volgende vermeld:
“De reden van het ontslag is gelegen in het feit dat u zich belminuten, welke gekoppeld waren aan verschillende reclameartikelen, heeft toegeëigend middels een in uw bezit zijnde moederkaart/sleutelhanger van Deka Mobiel. Wanneer klanten reclameartikelen kochten waaraan belminuten verbonden waren, scande u deze moederkaart/sleutelhanger zodat u de belminuten zelf kon opwaarderen. [...] In totaal gaat het om 187 belminuten met een waarde van € 26,70 welke u zich onterecht heeft toegeëigend. Bovengenoemd zien wij als diefstal [...].”
5. In een brief van 11 augustus 2010 heeft [eiseres] tegen het ontslag op staande voet geprotesteerd en zich beschikbaar gehouden voor de bedongen arbeid.
De vordering
[eiseres] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van Dekamarkt tot betaling aan [eiseres] van het achterstallig loon en het toekomstig loon tot het rechtsgeldig einde van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke verhoging, tot afgifte van loonspecificaties en tot wedertewerkstelling van [eiseres], beide vorderingen op straffe van een dwangsom, en tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten.
[eiseres] legt aan haar vordering het volgende ten grondslag.
[eiseres] heeft steeds met toestemming van de klant de belminuten bijgeschreven op de telefoonkaart van een vriendin. [eiseres] is er niet op uit geweest zichzelf te bevoordelen. Van diefstal of fraude is dan ook geen sprake.
In het bedrijfsreglement staan geen regels over gespaarde belminuten. Indien er ter zake toch regels bestaan, is er hooguit sprake van een overtreding van die regels.
Het gaat om een eenmalig incident en om een relatief gering bedrag. Gelet op het dienstverband van [eiseres] van ruim negen jaar, had een waarschuwing voor de hand gelegen. Ontslag op staande voet is een veel te zware sanctie, waarvan de gevolgen voor [eiseres] zeer ernstig zijn. [eiseres] is thans 62 jaar oud en zal drie jaar pensioenopbouw gaan missen. Omdat zij niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering, zal zij afhankelijk worden van een bijstandsuitkering.
Daar komt bij dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, nu het gaat om handelingen uit augustus 2010.
[eiseres] heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, nu zij geen inkomsten geniet en voor haar levensonderhoud geheel afhankelijk is van het loon dat zij bij Dekamarkt verdient.
Het verweer
Dekamarkt betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan.
De belminuten zijn eigendom van Dekamarkt. Indien klanten geen gebruik willen maken van de spaaractie, blijven de niet in ontvangst genomen belminuten eigendom van Dekamarkt. Het is de medewerkers van Dekamarkt ten strengste verboden om zich de eigendommen van Dekamarkt toe te eigenen. Dekamarkt hanteert ter zake strikte regels. Die regels staan vermeld in het bedrijfsreglement. Bovendien worden de medewerkers regelmatig gewaarschuwd door middel van bordmededelingen en weekberichten. Door de belminuten, waarop zij geen recht had, bij te schrijven op haar eigen kaart, heeft [eiseres] diefstal gepleegd. Dat is een zodanig ernstige gedraging, dat voor een waarschuwing geen plaats meer is. De omstandigheid dat [eiseres] niet zichzelf heeft willen bevoordelen, maar een vriendin, maakt dat niet anders. Er is dus sprake van een dringende reden, die een ontslag op staande voet rechtvaardigt, wat ook de gevolgen daarvan voor [eiseres] zijn. De lengte van het dienstverband of de omvang van de fraude zijn daarbij niet van belang.
Het ontslag is voorts onverwijld gegeven. Nadat een andere medewerker van Dekamarkt bij [eiseres] afwijkend kassagedrag had geconstateerd, heeft hij dat gemeld aan Dekamarkt. Uitgebreid onderzoek wees op 8 oktober 2010 uit dat [eiseres] zich vanaf augustus 2010 belminuten heeft toegeëigend. Nadat de kwestie met de bedrijfsleider en de rayonleider van Dekamarkt is besproken, heeft op 11 oktober 2010 een gesprek met [eiseres] plaatsgevonden, waarna haar ontslag op staande voet is aangezegd.
De beoordeling
1. De gevorderde voorlopige voorziening komt slechts voor toewijzing in aanmerking als in dit geding aan de hand van de feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eiseres] zal worden toegewezen. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit niet het geval is. Daartoe wordt het volgende overwogen.
2. [eiseres] heeft aangevoerd dat de gedraging niet ernstig genoeg is voor een ontslag op staande voet. Naar het oordeel van de kantonrechter miskent [eiseres] hiermee dat zij, door het bijschrijven van belminuten op een in haar bezit zijnde moederkaart, zich eigendommen van Dekamarkt heeft toegeëigend. Deze gedraging wordt in het bedrijfsreglement gekwalificeerd als diefstal of fraude, waarop ontslag op staande voet volgt. Dat in het bedrijfsreglement geen specifieke regels over Deka Mobiel en gespaarde belminuten staan, zoals [eiseres] heeft aangevoerd, doet hier niet aan af. Het spreekt immers voor zich dat het sparen van belminuten gelijk kan worden gesteld aan het sparen van klantenpremiums en/of spaarzegels. Dekamarkt heeft bovendien onweersproken aangevoerd, dat in verband hiermee het kassemedewerkers verboden is een moedertelefoonkaart bij de kassa te bewaren. [eiseres] had zich derhalve moeten realiseren dat haar handelwijze niet door de beugel kon en dat deze tot een ontslag op staande voet zou leiden. Dat het Openbaar Ministerie [eiseres] heeft medegedeeld dat niet tot vervolging zal worden overgegaan, omdat sprake is van een gering feit, maakt dit niet anders. De kantonrechter is met Dekamarkt van oordeel dat de geringe omvang van de toegeëigende goederen, niet maakt dat geen sprake is van een dringende reden.
3. De vraag of het zich toe-eigenen gebeurt met het oogmerk zichzelf al dan niet te bevoordelen - [eiseres] stelt dat zij het voor een vriendin deed die moeilijk rond kan komen - is daarbij evenmin van belang. Dekamarkt heeft ter zitting uitvoerig toegelicht dat zij een groot belang heeft bij een strikte naleving van het bedrijfsreglement. In verband hiermee wijst Dekamarkt haar werknemers regelmatig op de consequenties van overtreding hiervan. [eiseres] heeft, door in strijd met deze regels te handelen, willen en wetens haar arbeidsovereenkomst in de waagschaal gesteld. Het beroep op haar persoonlijke omstandigheden kan [eiseres] niet baten, nu naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter het belang van Dekamarkt bij strikte naleving van het verbod op diefstal en fraude zwaarder weegt dan de gevolgen die het ontslag op staande voet heeft voor [eiseres].
4. Voorts heeft Dekamarkt naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat het ontslag op staande voet, gelet op de datum waarop Dekamarkt voldoende gegevens voorhanden had om het vermoeden van diefstal te staven, onverwijld is gegeven.
5. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering in kort geding zal worden afgewezen.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- weigert de voorlopige voorziening;
- veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Dekamarkt tot en met vandaag worden begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede, bijgestaan door drs. A.J. Verkruisen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.