ECLI:NL:RBHAA:2010:BO8987
Rechtbank Haarlem
- Verzet
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming huurwoning wegens overlast
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 9 december 2010 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen de huurder, aangeduid als [opposant], en de verhuurster, de besloten vennootschap Stienstra Woningen XVI B.V. De verhuurster had eerder een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning ingediend, welke vordering op 12 augustus 2010 bij verstek was toegewezen. De huurder heeft hiertegen verzet aangetekend, waarna de zaak opnieuw werd behandeld.
De huurder heeft aangevoerd dat hij zijn huurachterstand inmiddels had ingelopen en dat de klachten over overlast door hem en zijn gezin niet terecht waren. De verhuurster had in een brief van 27 februari 2009 aangegeven dat er klachten waren, maar kon niet bevestigen of deze klachten terecht waren. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurster onvoldoende stappen had ondernomen om de huurder te waarschuwen of om andere maatregelen te nemen naar aanleiding van de klachten van een omwonende.
De kantonrechter concludeerde dat de enkele klacht van één omwonende niet voldoende was om de huurovereenkomst te ontbinden, vooral omdat er geen eerdere klachten waren gemeld en de woningen gehorig waren. De rechter oordeelde dat de huurder op goede gronden in verzet was gekomen tegen het verstekvonnis en vernietigde dit vonnis. De oorspronkelijke vordering van de verhuurster werd afgewezen, en de verhuurster werd veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten van de dagvaarding in de verzetprocedure, die voor rekening van de huurder bleven.