Parketnummer: 15/800904-10
Uitspraakdatum: 18 november 2010
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 november 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] (Roemenië),
wonende te [adres] (Spanje),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Alphen aan de Rijn.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 24 juli 2010, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van 27.500 euro, althans enig geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
feit 2:
hij op of omstreek 24 juli 2010, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, Opzettelijk (skim-) apparatuur, te weten - een laptop (merk Lenovo kleur zwart) en/of
- een hard disk (merk LG) en/of
- een laptop (merk Sony, type Vaio) en/of
- 2 althans 1 SD-kaart(en) (merk Kingston) en/of
- een USB-stick (merk PNY) en/of
- een spy-pen
althans stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist/wisten dat deze (skim-) apparatuur, althans stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens bestemd was/waren tot het plegen van enig in de artikelen 232 eerste lid, artikel 226 eerste lid van het Wetboek van strafrecht omschreven misdrijf.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebrachte.
Ten aanzien van de in beslag genomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd dat het geld, te weten 15 briefjes van 500 euro, 5 briefjes van 200 euro en 40 briefjes van 100 euro, dient te worden verbeurd verklaard. Voorts heeft zij gevorderd dat de laptop van het merk Sony type Vaio dient te worden onttrokken aan het verkeer. Van de overige op de beslaglijst vermelde goederen heeft zij de teruggave aan verdachte gelast.
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden
Op 24 juli 2010 kwamen [medeverdachte] en [verdachte] vanuit Mexico aan op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. Verbalisanten zagen [medeverdachte] en [verdachte] ter hoogte van de bagageband met elkaar praten. Na enige tijd pakten beide verdachten hun bagage van de bagageband en liepen zij afzonderlijk in de richting van de uitgang van de bagagehal. De douane-ambtenaar zag dat [medeverdachte] de douanedoorgang ‘niets aan te geven’ passeerde waarop de douane-ambtenaar [medeverdachte] aansprak en hem vroeg hoeveel geld hij bij zich had. Bij verdachte werden onder andere in zijn portemonnee 11 bankbiljetten van 500 euro, 7 bankbiljetten van 200 euro en 9 biljetten van 50 euro aangetroffen. Na controle van de bagage die [medeverdachte] met zich voerde, werden voorts nog door de douane-ambtenaren de volgende geldbedragen en voorwerpen aangetroffen: een portemonnee met daarin 41 bankbiljetten van 100 euro, een brillendoos met daarin 6 bankbiljetten van 500 euro, 1 bankbiljet van 200 euro en 2 bankbiljetten van 100 euro, een broek met in één van de broekzakken drie biljetten van 50 euro, een laptop van het merk Lenovo, een hard disk van het merk LG, een micro SD kaart van het merk Kingston, een usb-stick Attache PNY, een usb-stick van het merk Kingston met daarin een micro SD-kaartje van hetzelfde merk, een gsm van het merk Samsung, een pen met usb-stick (spy-pen) en een oplader met bewerkte uiteinden. Het totale bedrag dat bij [medeverdachte] werd aangetroffen was € 15.000,-. Voorts had hij bij zich een groot aantal creditcards cq bankpasjes.
De douane-ambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zagen dat [verdachte] ook richting de douanedoorgang ’niets aan te geven’ liep. [verbalisant 1] heeft de bagage die [verdachte] bij zich had onderzocht. In de laptoptas werd niets ter zake aangetroffen. Op de vraag of [verdachte] geld bij zich had, overhandigde [verdachte] een zwartlederen portemonnee. In de portemonnee bevonden zich 5 briefjes van 200 euro en 40 briefjes van 100 euro. Bij nadere beschouwing voelde [verbalisant 1] een verdikking in de portemonnee. De verdikking bestond uit een in papier omwonden rol bankbiljetten, te weten 15 briefjes van 500 euro. In totaal betrof dit een bedrag van € 12.500,-. Verder werd bij [verdachte] een laptop van het merk Sony type Vaio aangetroffen.
De goederen die bij [medeverdachte] en [verdachte] zijn aangetroffen zijn onderzocht door een verbalisant werkzaam bij de digitale opsporing van de politie Rotterdam-Rijnmond. Hieruit zijn diverse resultaten gekomen.
Op de twee micro SD-kaart van het merk Kingston 7B6B-7B4A en 10EB-589E werd een aantal filmbestanden aangetroffen. Op deze filmbestanden is onder andere te zien dat apparatuur op een geldautomaat wordt geplaatst, mensen geld pinnen en aan het einde van het filmbestand dat de apparatuur weer wordt verwijderd. Op de usb-stick van het merk PNY, type Attache (470A-EAC7) werden twee fotobestanden aangetroffen met daarop onderdelen van geldautomaten zoals pinpasmondjes en twee tekstbestanden met daarin opgeslagen diverse bankrekeninggegevens dan wel creditcardgegevens. Het op deze stick aangetroffen bankrekeningnummer 8390674 werd ter analyse voorgelegd aan Equens Nederland, het fraudecoordinatiecentrum van de gezamenlijke Nederlandse banken. Hieruit bleek dat de houder van dit nummer op 11 en 12 november 2009 in Assen is geskimd. Voorts is van de zogenaamde spypen de verbalisant ambtshalve bekend dat het binnenwerk van deze pen samen met de minicamera in deze pen veelvuldig wordt gebruikt bij het skimmen. Ook bevinden zich op de mobiele telefoon van het merk Samsung die bij [medeverdachte] in beslag is genomen, foto’s met daarop onderdelen van geldautomaten.
Ook de laptop van het merk Sony type Vaio, bij verdachte [verdachte] aangetroffen, is onderzocht. Als eigenaar en gebruiker van deze laptop staat de naam [naam] geregistreerd en er zijn bestanden in aangetroffen ten name van [medeverdachte] en de vriendin van [medeverdachte]. Ook zijn aangetroffen de reisgegevens van beide verdachten van Cancun naar Schiphol. Op de laptop werd een softwareprogramma aangetroffen waarmee trackdata aanwezig op magneetstrippen van onder andere bankpassen kunnen worden gelezen, gekopieerd, geschreven en/of worden gewist. Verder werd er een softwareprogramma aangetroffen waarmee bankgegevens van rekeningnummers en creditcard gegevens bevraagd kunnen worden en tekstbestanden waarin trackdata met bijbehorende pincodes waren opgeslagen. Ook is er geconstateerd dat op de laptop een groot aantal verwijzingen stonden naar tekstbestanden waarvan de namen overeenkomen of soortgelijk zijn met namen van de bestanden die op diverse plaatsen in de data zijn aangetroffen en waarin onder andere bankrekeningnummers met pincodes stonden opgeslagen. Uit deze verwijzingen maakt de verbalisant op dat de bestanden zijn opengemaakt en bewerkt. Voorts is daaruit af te leiden dat enkele van deze tekstbestanden stonden opgeslagen op externe opslagmedia. De cijferreeksen die op deze laptop zijn aangetroffen, zijn ter beoordeling voorgelegd aan Equens Nederland. Hieruit bleek dat dat deze cijferreeksen betrekking hebben op recent in Belgie geskimde Belgische en Nederlandse bankpassen, waarbij frauduleuze opnames met de geskimde bankpasgegevens plaatsvonden in Cancun, Mexico. De bij [medeverdachte] aangetroffen laptop van het merk Lenovo en de harddisk van het merk LG konden niet worden onderzocht omdat deze niet (op korte termijn) konden worden ontsleuteld.
De rechtbank is van oordeel dat de filmbestanden betreffende beelden van pinnende mensen, de foto’s van (onderdelen van) geldautomaten, bankrekeninggegevens, de op de laptop aangetroffen softwareprogramma’s, en de spypen in onderlinge samenhang bezien gegevens en/of voorwerpen betreffen die bestemd zijn tot het valselijk opmaken van betaalpassen. De rechtbank acht daartoe mede van belang dat de op de laptop aangetroffen softwareprogramma’s niet zonder de laptop zijn te gebruiken en dat het bankrekeningnummer dat op de USB-stick PNY werd aangetroffen een nummer dat in 2009 was geskimd.
[verdachte] heeft verklaard dat het geld dat hij bij zich had hij deels had gespaard en deels van zijn schoonmoeder had geleend. De reden dat hij dit geld bij zich had, was dat hij een aantal weken daarvoor eerder in Mexico was en toen gehoord had van iemand, aangeduid met “de kolonel” waarvan hij de naam niet weet, dat het interessant was om grond te kopen in Mexico. Om in Mexico samen met [medeverdachte] te investeren in een stuk grond is hij alsnog teruggekeerd. [verdachte] had weliswaar een laptop bij zich, maar hij heeft ontkend dat deze van hem is. Deze laptop stond in het appartement waar ze verbleven en heeft deze laptop meegenomen omdat hij een tas nodig had om een aantal spullen in te doen. Voorts ontkent verdachte dat hij wist dat [medeverdachte] ook een geldbedrag en de laptop van het merk Lenovo met bijbehoren apparatuur bij zich had.
De rechtbank acht de verklaring van [verdachte] ongeloofwaardig onder meer vanwege een groot aantal tegenstrijdigheden, waarbij de rechtbank er slechts enkele noemt. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij [verdachte] voor het eerst in Mexico had ontmoet, terwijl [verdachte] verklaarde dat ze elkaar uit Ibiza kennen. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij en medeverdachte de eerste reis samen met “de kolonel” hadden gegeten om over de grond te praten. [verdachte] heeft verklaard dat [medeverdachte] niet bij de ontmoeting tijdens de eerste reis was en dat alleen hij de grondverkoper heeft leren kennen, maar hij kan geen details over hem geven en ook de naam “de kolonel” zegt hem niets. [medeverdachte] zegt vervolgens dat hij de tweede keer met de auto naar Amsterdam is gereden en vanuit Amsterdam samen met [verdachte] naar Mexico is gevlogen. [verdachte] heeft echter verklaard dat zij samen vanuit Ibiza via Amsterdam naar Mexico zijn gevlogen. Volgens [medeverdachte] zijn de tickets voor de vlucht naar Mexico gekocht door een vriendin van de onbekend gebleven derde persoon, die met hem en [verdachte] mee zou reizen. [verdachte] heeft echter verklaard dat hij zelf het ticket had gekocht in een reisbureau in Ibiza. Bij zijn verhoor op 25 juli 2010 heeft [medeverdachte] verklaard dat hij in een klein hotel in Cancun verbleef en dat hij niet wist waar zijn vriend [verdachte] verbleef. [medeverdachte] heeft bij zijn verhoor op 30 juli 2010 echter, net als [verdachte] in een eerder verhoor, verklaard dat hij samen met [verdachte] en de onbekend gebleven derde persoon in een appartement verbleven.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij na aankomst in Amsterdam door wilde reizen naar Madrid. [verdachte] heeft echter verklaard dat hij samen met [medeverdachte] zou doorreizen naar Ibiza en dat hij dus niet wist dat [medeverdachte] door zou reizen naar Madrid. Beiden hadden geen ticket voor de doorreis naar Ibiza dan wel Madrid.
Als [medeverdachte] in Europa zou aankomen zou hij gebeld worden voor verdere instructies voor het afgeven van de kapotte laptop met toebehoren en het geld. [medeverdachte] heeft over de laptop niets tegen [verdachte] verklaard. Verdachte [verdachte] heeft echter wel verklaard dat hij [medeverdachte] over een kapotte laptop heeft horen spreken.
[verdachte] heeft bij de politie zeer gedetailleerde verklaring afgelegd over de bij hem aangetroffen laptop. Hij heeft deze laptop tweedehands gekocht in Mexico op straat in een toeristische zone van een jongen en hiervoor 300 of 350 dollar heeft betaald. Verder heeft [verdachte] verklaard dat hij de laptop maar twee keer had geopend en hem alleen had gebruik om te praten met zijn vrouw. Ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard dat het niet klopt wat hij bij de politie heeft verklaard en dat de laptop van [medeverdachte] dan wel van de onbekend gebleven derde persoon was.
Gelet op de vele tegenstrijdigheden in de verklaringen van verdachte en medeverdachte, in samenhang bezien met het gegeven dat het doel van de reis, de aankoop van de grond, buitengewoon vaag is gebleven, - het komt de rechtbank volstrekt onwaarschijnlijk voor dat er klaarblijkelijk geld voor een nieuwe reis naar Mexico wordt geleend voor de aankoop van een stuk grond in Mexico, voor welke aanschaf ook geld moet worden geleend, zonder dat duidelijk is welk project dit dan betreft, wie de eigenaar is, wie de persoon is, aangeduid als “de kolonel’, wat dit dan zou opleveren - en het aantreffen van een groot aantal aan skimming gerelateerde goederen bij verdachten, terwijl het de rechtbank onaannemelijk voorkomt dat verdachte voor een voor hem feitelijk onbekend persoon een kapotte laptop met toebehoren en € 6.000,- moet meenemen naar Madrid, terwijl die persoon slechts een telefoonnummer van [medeverdachte] heeft, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van beide verdachten enkel en alleen zijn afgelegd om de waarheid te bemantelen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat [medeverdachte] en medeverdachte wel degelijk wisten dat de apparatuur bestemd was tot het valselijk opmaken van betaalpassen.
[medeverdachte] was in het bezit van een bedrag van € 15.000,- en [verdachte] was in het bezit van
€ 12.500,-, in totaal € 27.500,-. Beide verdachten hebben op Schiphol geen aangifte gedaan van het bedrag dat zij ieder bij zich hadden, terwijl zij, zo hebben beiden bij de politie en [verdachte] ter zitting verklaard, wisten of vermoeden dat zij dat hadden moeten doen. Een deel van het geld dat bij [verdachte] werd aangetroffen, zat in de verdikking van de portemonnee. Dit betrof bovendien briefjes van € 500,-, waarvan algemeen bekend is dat deze uitsluitend circuleren binnen het criminele milieu. Ook een deel van het geld dat bij [medeverdachte] werd aangetroffen bestond uit briefjes van € 500,-. [medeverdachte] en [verdachte] hebben beiden geen aannemelijke verklaring kunnen geven voor de noodzaak voor het voorhanden hebben van het contante geldbedrag. Zij bevonden zich in Mexico, waar het voorhanden hebben van een groot contant geldbedrag grote veiligheidsrisico’s met zich mee brengt. Bovendien hadden zij geen binding met Mexico. Daarnaast hadden zij apparatuur bij zich die bestemd is tot het skimmen en waarvan algemeen bekend is dat dit gepaard gaat met het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen. Deze manier van vervoeren is enkel bedoeld om het geld te onttrekken aan de autoriteiten.
De rechtbank komt op grond van bovengeschetste feiten en omstandigheden, in onderling(e) verband en samenhang beschouwd, tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de onder [medeverdachte] en Ciuba Stana aangetroffen som geld middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig was en dat [medeverdachte] en [verdachte] dat wisten.
De rechtbank is in tegenstelling tot de raadsman van oordeel dat er sprake is van medeplegen. [medeverdachte] en [verdachte] hadden beiden een contant bedrag bij zich en (skim)apparatuur, op welke apparatuur ook reis gegevens van beide verdachten zijn terug te vinden. Zij zijn samen op reis naar Mexico gegaan, hebben verbleven in hetzelfde appartement, hebben de terugvlucht beiden vervroegd naar dezelfde datum. De tickets voor de terugvlucht zijn tegelijkertijd gereserveerd. [medeverdachte] en [verdachte] zijn bovendien al kort geleden eerder naar Mexico afgereisd. Daarbij hebben zij een, zij het naar de rechtbank heeft vastgesteld onderling tegenstrijdig, maar vergelijkbare verklaring afgelegd over het doel van de reis, namelijk de aankoop van grond in Mexico, die slechts is afgelegd om de waarheid te bemantelen. Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking de ten laste gelegde feiten hebben gepleegd. De rechtbank acht derhalve het medeplegen van zowel het witwassen als het voorhanden hebben van gegevens en/of voorwerpen die bestemd zijn tot het valselijk opmaken van betaalpassen bewezen.
De rechtbank acht niet bewezen dat ook de laptop Lenovo en de hard disk merk LG bestemd waren tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 232 en 226 Sr omdat, gelet op het dienaangaande opgemaakte proces-verbaal, deze dermate waren versleuteld dat niet tot uitlezen kon worden overgegaan en derhalve niet kan worden vastgesteld of en zo ja, wat voor gegevens zich hierop bevinden.
De raadsman heeft verzocht de schoonmoeder van verdachte te horen indien de rechtbank geen waarde hecht aan de verklaring die is overgelegd.
De rechtbank wijst dit verzoek af nu dit verzoek niet noodzakelijk is voor enig rechtens te nemen beslissing.
4.2 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
feit 1
hij op 24 juli 2010, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met ander, een voorwerp, te weten een geldbedrag van 27.500 euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader wist, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
feit 2
hij op 24 juli 2010, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk (skim-) apparatuur, te weten
- een laptop (merk Sony, type Vaio) en
- 2 althans 1 SD-kaart(en) (merk Kingston) en
- een USB-stick (merk PNY) en
- een spy-pen
voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat deze skim-apparatuur, bestemd was tot het plegen van enig in de artikelen 232 eerste lid, artikel 226 eerste lid van het Wetboek van strafrecht omschreven misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1
medeplegen van witwassen;
ten aanzien van feit 2
medeplegen van voorwerpen en gegevens voorhanden hebben, wetende dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sancties
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van skimapparatuur waarvan hij wist dat het bestemd was tot het valselijk opmaken van betaalpassen. Door het voorhanden hebben van deze apparatuur heeft verdachte rechtstreeks bijgedragen aan de illegale praktijken met betrekking tot het skimmen. Skimmen is een ernstig en hoogst hinderlijk misdrijf dat in het algemeen in georganiseerd verband plaatsvindt en waarmee veel geld wordt verdiend. In de huidige maatschappij moet een ieder er op kunnen vertrouwen dat het veilig is bij pinautomaten geld op te nemen. Dit vertrouwen wordt ernstig beschaamd als blijkt dat bij zo'n eenvoudige en in het gewone maatschappelijke verkeer zeer veelvuldig voorkomende handeling de gegevens van een creditcard of pinpas en de pincode door derden onrechtmatig worden verkregen en dat daarna de bijbehorende rekeningen worden geplunderd. Naast deze financiële schade ontstaat er ook veel hinder en overlast bij het herstellen van de schade en het verkrijgen van een nieuwe credit-/pinpas en pincode.
Daarnaast heeft verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 27.500,-. Witwassen vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven geld, te weten 15 briefjes van 500 euro, 5 briefjes van 200 euro en 40 briefjes van 100 euro,
dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het bewezenverklaarde feit met behulp van dat geld dat aan verdachte toebehoort, is begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een laptop Sony Vaio, dient te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 2 bewezen verklaarde feit met betrekking tot dat feit is begaan.
Het ongecontroleerde bezit van dit voorwerp is in strijd met de wet.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
57, 234, 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
11. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van negen (9) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
1 Geld euro15 x 500, 5 x 200, 40 x 100
Onttrekt aan het verkeer:
13 1.00 stk Laptop computer Sony Vaio
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1a 1.00 stk Notitieboek Kl:zwart
2 Geld buitenlands 40 Zwit Franc
6 1.00 stk Sim-kaart Digimobil
7 1.00 stk Sim-kaart Movistar Telef.
8 1.00 stk Sim-kaart Movistar Telef.
9 1.00 stk Gsm-toestel KL:zwart Nokia
10 1.00 stk Gsm-toestel Samsung
11 1.00 stk Gsm-toestel Nokia
12 3.00 stk Batterij Nokia
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.P.W van de Ven, voorzitter,
mrs. F.G. Hijink en J.N.A. Jolink, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.M.A. Richelle,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 november 2010.