ECLI:NL:RBHAA:2010:BO6307
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. van der Meer
- Th.S. Röell
- L.M. de Vries
- Rechtspraak.nl
Merkenrechtelijke geschillen over schadevergoeding en winstafdracht
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, heeft eiseres in conventie, een maatschap naar burgerlijk recht genaamd Laser Aesthetic, schadevergoeding gevorderd van EUR 6.000.000,00 van de gedaagden, Laser Aesthetic c.s., wegens vermeende inbreuk op haar merkrechten. De rechtbank heeft in een tussenvonnis partijen in de gelegenheid gesteld om nadere informatie te verstrekken over de schade en de hoogte daarvan, alsook inzage in de financiële gegevens van de gedaagden. Eiseres stelde dat zij door de inbreuk op haar merknamen, waaronder 'Epilase' en 'Facelase', schade had geleden omdat zij deze merknamen niet langer exclusief kon vermarkten. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldoende had onderbouwd dat zij recht had op de gevorderde schadevergoeding, en dat de schadeberekening die was overgelegd niet relevant was voor de zaak, aangezien deze betrekking had op een andere onderneming die geen partij was in deze procedure.
Daarnaast vorderde eiseres winstafdracht op basis van artikel 2.21 lid 4 van de Benelux-verordening inzake de intellectuele eigendom (BVIE). De rechtbank oordeelde dat er sprake was van kwade trouw van de zijde van de gedaagden, omdat zij niet hadden gereageerd op een sommatie om het gebruik van de merknamen te staken. De rechtbank verduidelijkte dat de winst die onder de winstafdracht valt, de nettowinst is die door de gedaagden is behaald met de inbreukmakende diensten. Eiseres vorderde ook inzage in de financiële gegevens van de gedaagden, wat door de rechtbank werd toegewezen voor de periode van 12 maart 2004 tot juli 2009, met inachtneming van vertrouwelijkheid van medische gegevens.
De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot het staken van het gebruik van de merknamen en hen verplicht om binnen zestig dagen na betekening van het vonnis een schriftelijke opgave te doen van de financiële gegevens. De proceskosten werden toegewezen aan eiseres in conventie, terwijl de vordering in reconventie werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 25 augustus 2010.