ECLI:NL:RBHAA:2010:BO3529
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor de uitvoer van heroïne vanuit Nederland
Op 8 november 2010 heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 18 juli 2010 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk heroïne buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte, die thans gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Haarlem, heeft zich schuldig gemaakt aan de uitvoer van 1300 gram heroïne, een stof die schadelijk is voor de gezondheid en die bestemd was voor verdere verspreiding en handel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van tien maanden, met bijzondere voorwaarden voor de proeftijd, waaronder verplicht contact met de Reclassering.
De rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte en verschillende bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van aanhouding en een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat het bewezenverklaarde feit opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet oplevert. De rechtbank heeft ook een geldbedrag van € 150,00 verbeurd verklaard, dat verdachte had ontvangen van de organisatie waarvoor hij de heroïne uitvoerde, en heeft bepaald dat een bedrag van € 205,00 aan de verdachte moet worden teruggegeven. De beslissing is genomen na zorgvuldige afweging van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon van de verdachte, zoals blijkt uit de rapporten van de Reclassering.