ECLI:NL:RBHAA:2010:BO0172
Rechtbank Haarlem
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van notariskosten in verband met de koop van een appartementsrecht
In deze zaak gaat het om een vordering van een notaris tot betaling van notariskosten door de koper van een appartementsrecht. De koper, aangeduid als [opposant], had op 26 november 2009 een koopovereenkomst gesloten met Queenstaete B.V. voor de aankoop van een appartementsrecht. In de koopovereenkomst was opgenomen dat de koper de notariskosten zou dragen. De notaris, aangeduid als [geopposeerde], kreeg opdracht van de makelaar van de verkopende partij om werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de koop en overdracht. Echter, de overdracht heeft nooit plaatsgevonden omdat de koper van de koop heeft afgezien. De notaris vorderde vervolgens betaling van de door hem verrichte werkzaamheden, maar deze vordering werd afgewezen door de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat uit de koopovereenkomst geen zelfstandig vorderingsrecht van de notaris jegens de koper kon worden afgeleid. De afspraken in de koopovereenkomst betroffen enkel de verhouding tussen de koper en de verkoper, en de notaris had geen directe overeenkomst met de koper. De rechtbank vernietigde het eerdere verstekvonnis waarin de koper was veroordeeld tot betaling van de factuur van de notaris. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de notaris, omdat deze in het ongelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt het principe dat een overeenkomst tussen twee partijen geen rechten en verplichtingen voor derden met zich meebrengt, en dat de notaris zich in dit geval tot de verkoper had moeten wenden voor betaling van zijn kosten. De beslissing van de rechtbank is genomen op 21 juli 2010.