ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9819
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. van der Meer
- A.A.F. Donders
- J.I. de Vreese-Rood
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van wrakingsverzoek op grond van voorvallen ter zitting
In deze zaak heeft verzoeker op 11 augustus 2010 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter in een aanhangige zaak bij de rechtbank, sector bestuursrecht, afdeling belastingen. De wraking is gegrond op feiten en omstandigheden die zich tijdens de mondelinge behandeling van de hoofdzaak op 9 augustus 2010 hebben voorgedaan. Verzoeker stelt dat de rechter niet bekend was met relevante stukken en jurisprudentie, wat zou duiden op vooringenomenheid. De rechter heeft echter aangegeven dat zij vragen stelde om zich te informeren over het standpunt van verzoeker en dat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid.
De rechtbank oordeelt dat een wrakingsverzoek dat is gebaseerd op feiten die tijdens de zitting zijn voorgevallen, in beginsel ook tijdens diezelfde zitting moet worden ingediend. In dit geval heeft verzoeker echter een korte periode van beraad genomen, wat de rechtbank als gerechtvaardigd beschouwt. De rechtbank concludeert dat verzoeker ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek, maar dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond vormen voor wraking.
De rechtbank wijst het verzoek om wraking af en beveelt aan dat het geding in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 september 2010, waarbij de rechtbank oordeelt dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing.