ECLI:NL:RBHAA:2010:BN8713
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot beëindiging van strafzaak wegens overschrijding redelijke termijn in carrousselfraudezaak
Op 10 september 2010 diende mr. H.E. Brink, advocaat, een verzoekschrift in bij de rechtbank Haarlem, waarin werd verzocht om beëindiging van de strafzaak tegen verzoeker, die sinds zijn aanhouding op 13 juni 2006 in voorlopige hechtenis zat op verdenking van betrokkenheid bij BTW carrousselfraude. De zaak was sinds de dagvaarding op 18 juni 2009 niet meer voortgezet, en verzoeker stelde dat het openbaar ministerie onvoldoende had gereageerd op zijn verzoeken en dat hij aanzienlijke schade had geleden door het langdurige strafrechtelijk onderzoek. Tijdens de behandeling op 16 september 2010 was ook de officier van justitie, mr. J.H. van der Werff, aanwezig. De officier van justitie erkende dat de zaak gecompliceerd was en dat er vertraging was opgetreden, maar stelde dat dit niet tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie zou leiden. De rechtbank oordeelde dat er inmiddels vier jaar waren verstreken sinds de aanhouding van verzoeker en dat dit een onredelijke termijn vormde, maar dat de ernst van de strafbare feiten en de schade aan de overheid een voortzetting van de zaak rechtvaardigden. De rechtbank wees het verzoek tot beëindiging van de strafzaak af, maar stelde de officier van justitie een termijn van zes weken om tot dagvaarding of kennisgeving van niet verdere vervolging over te gaan. De beschikking werd op 30 september 2010 uitgesproken door mr. F.G. Hijink in aanwezigheid van griffier mr. C.M. Brugman.