ECLI:NL:RBHAA:2010:BN8015
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. Medze
- J.M. Sassenburg
- E. Kanninga-Jonker
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne op luchthaven Schiphol met recidivegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 22 september 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 juni 2010 op Schiphol opzettelijk een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd. De verdachte, geboren in Suriname en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haarlem, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van 874,2 gram cocaïne, een stof die schadelijk is voor de gezondheid. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarbij rekening gehouden moest worden met de recidive van de verdachte. De verdediging voerde aan dat de recidivegrond in de tenlastelegging opgenomen moest zijn, zodat eerdere veroordelingen niet meegewogen konden worden bij de strafmaat. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat de officier van justitie geen hogere straf had gevorderd op basis van recidive.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en diverse proces-verbaal van aanhouding en onderzoek. De rechtbank nam de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan en de persoon van de verdachte in overweging bij het bepalen van de straf. De verdachte had eerder al twee keer onvoorwaardelijke gevangenisstraffen gekregen voor soortgelijke feiten, wat de rechtbank zwaar aanrekende.
Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht. De rechtbank achtte het niet geïndiceerd om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, gezien de eerdere hulpverlening aan de verdachte en zijn herhaalde strafbare feiten. Dit vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is een voorbeeld van de strikte handhaving van de Opiumwet en de gevolgen van recidive in het strafrecht.