ECLI:NL:RBHAA:2010:BN7752

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
15 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
461082-CV EXPL 10-4211
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zaakwaarneming en aansprakelijkheid bij het ophalen van een gewonde postduif door een dierenambulance

In deze zaak heeft de stichting Dierenhospitaal & Ambulancedienst Den Haag E.O. (hierna: Dierenhospitaal) een vordering ingesteld tegen de eigenaar van een gewonde postduif, die door Dierenhospitaal was opgehaald na een telefonische melding. De eigenaar, aangeduid als gedaagde, betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat hij geen opdracht had gegeven voor het ophalen van de duif. De rechtbank oordeelde dat de eigenaar van het dier aansprakelijk is, ongeacht of hij zelf opdracht had gegeven voor de actie van Dierenhospitaal. De rechtbank benadrukte dat zaakwaarneming kan plaatsvinden zonder dat de belanghebbende op dat moment bekend is, en dat Dierenhospitaal op redelijke gronden het belang van de gedaagde heeft behartigd door de gewonde duif naar de dierenarts te brengen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Dierenhospitaal ontving in augustus 2009 een melding over een gewonde duif en haalde deze op. De duif bleek geringd en de eigenaar werd geïdentificeerd aan de hand van het ringnummer. Dierenhospitaal heeft de eigenaar geïnformeerd, maar deze gaf aan geen opdracht te hebben gegeven en weigerde te betalen. De dierenarts adviseerde om de duif in te laten slapen, wat ook is gebeurd. Dierenhospitaal vorderde de kosten van de ambulance en de dierenarts van de gedaagde, zowel op basis van zaakwaarneming als op grond van artikel 6:179 BW (risicoaansprakelijkheid).

De rechtbank wees de vordering toe, omdat de eigenaar van de duif aansprakelijk is voor de kosten die Dierenhospitaal heeft gemaakt. De rechtbank verwierp het verweer van de gedaagde en oordeelde dat Dierenhospitaal op redelijke gronden heeft gehandeld. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de kosten, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. De proceskosten werden eveneens aan de gedaagde opgelegd, omdat hij grotendeels in het ongelijk werd gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 461082/ CV EXPL 10-4211
datum uitspraak: 15 september 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de stichting DIERENHOSPITAAL & AMBULANCEDIENST DEN HAAG E.O.
te ‘s-Gravenhage
eiseres
hierna te noemen Dierenhospitaal
gemachtigde Flanderijn & van den Borg
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. M. Kramer
De procedure
Dierenhospitaal heeft [gedaagde] gedagvaard op 11 maart 2010. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord. Dierenhospitaal heeft daarop schriftelijk gereageerd en haar gronden aangevuld, waarna [gedaagde] nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
1. Dierenhospitaal is een organisatie die zich onder meer bezig houdt met eerste hulp aan gevonden, zieke en gewonde dieren in de regio Den Haag, Leidschendam, Voorburg, Rijswijk en Wassenaar.
2. In augustus 2009 heeft Dierenhospitaal een telefonische melding gekregen dat een duif was gevonden. Dierenhospitaal heeft de duif opgehaald bij de melder. Het bleek te gaan om een gewonde, geringde postduif.
3. Dierenhospitaal heeft de duif aan de hand van het ringnummer geïdentificeerd. Volgens Dierenhospitaal is daarbij gebleken dat [gedaagde] eigenaar is van de duif.
4. Dierenhospitaal heeft [gedaagde] telefonisch medegedeeld dat zij de duif had opgehaald en hem gevraagd wat hij wilde dat er met de duif werd gedaan. Daarop heeft [gedaagde] geantwoord dat hij geen opdracht had gegeven aan Dierenhospitaal om de duif op te halen en dat hem de kans was ontnomen om de duif zelf op te (laten) halen. Tevens heeft [gedaagde] aangegeven niets te zullen betalen. Vervolgens is het gesprek beëindigd.
5. Dierenhospitaal heeft de duif naar een dierenarts gebracht. De dierenarts heeft geconstateerd dat de duif geen kans meer had te herstellen en heeft geadviseerd het dier te laten inslapen, hetgeen is gebeurd. De dierenarts heeft hiervoor € 15,00 in rekening gebracht aan Dierenhospitaal. Dierenhospitaal heeft de duif ter destructie aangeboden.
6. Op 29 augustus 2009 heeft Dierenhospitaal [gedaagde] een factuur gestuurd voor een bedrag van € 47,50.
De vordering
Dierenhospitaal vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 82,34 (bestaande uit € 47,50 aan hoofdsom, € 44,03 aan buitengerechtelijke incassokosten en
€ 0,81 aan rente), vermeerderd met rente en kosten. Dierenhospitaal legt aan de vordering ten grondslag dat zij voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden en/of diensten heeft verricht, hoofdzakelijk bestaande uit het ophalen van een in nood verkerend huisdier van [gedaagde]. Op een ieder rust, ex artikel 36 lid 3 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (hierna: GWWD), een wettelijke en maatschappelijke plicht om een dier in nood te helpen. Dierenhospitaal is hiertoe speciaal geëquipeerd. Daarom was Dierenhospitaal genoodzaakt te handelen zoals zij heeft gedaan. Dientengevolge heeft zij schade geleden. Dierenhospitaal heeft hiervoor een redelijke en gebruikelijke prijs in rekening gebracht. [gedaagde] dient de door Dierenhospitaal geleden schade aan Dierenhospitaal te vergoeden, primair op grond van zaakwaarneming en subsidiair op grond van artikel 6:179 BW. [gedaagde] heeft, ondanks aanmaning, de factuur onbetaald gelaten, waardoor hij tevens buitengerechtelijke incassokosten en rente verschuldigd is.
Het verweer
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
1. Het verweer van [gedaagde] dat de duif niet zijn eigendom is, faalt. Onbetwist staat vast dat de eigenaar van een duif via het ringnummer is te achterhalen. Dierenhospitaal heeft een formulier in het geding gebracht waarop zij gegevens van de betreffende duif heeft genoteerd, waaronder het ringnummer. [gedaagde] heeft niet betwist dat hij eigenaar is van een duif met dit ringnummer. [gedaagde] kan dan ook niet volstaan met de enkele stelling dat Dierenhospitaal mogelijk een verkeerd ringnummer heeft genoteerd op het formulier. Nu [gedaagde] het verweer dat hij mogelijk de betreffende duif reeds had verkocht of weggegeven, bij dupliek niet nader heeft onderbouwd, zal hieraan voorbij worden gegaan.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat de duif een gebroken vleugel had. Partijen verschillen echter van mening op welk moment Dierenhospitaal de duif naar de dierenarts heeft gebracht en heeft laten inslapen. Volgens Dierenhospitaal is dat gebeurd voordat zij contact heeft opgenomen met [gedaagde], terwijl volgens [gedaagde] de duif nog leefde toen Dierenhospitaal hem belde. [gedaagde] heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat, gezien de aard van de verwondingen en de omstandigheid dat de melder de duif vermoedelijk al had gevangen, er geen sprake was van een noodsituatie die van Dierenhospitaal vergde dat zij de duif ging ophalen. Naar het oordeel van de kantonrechter kan [gedaagde] echter in redelijkheid niet volhouden dat de duif niet hulpbehoevend was en zorg nodig had. Aangezien een ieder, krachtens artikel 36 lid 3 GWWD, verplicht is hulpbehoevende dieren de nodige zorg te verlenen, kan [gedaagde] Dierenhospitaal niet tegenwerpen dat zij zich niet op redelijke grond heeft ingelaten met de waarneming van zijn zaken. Dit geldt te meer, nu [gedaagde] niet bereid is gebleken om de duif op te halen. De omstandigheden van dit geval - een melding over een gevonden, gewonde duif, rechtvaardigen naar het oordeel van de kantonrechter het ingrijpen van Dierenhospitaal zoals zij heeft gedaan.
3. [gedaagde] heeft nog het verweer gevoerd dat geen sprake kan zijn van zaakwaarneming, omdat Dierenhospitaal in opdracht van de melder heeft gehandeld. Ook dat verweer faalt. Het enkele feit dat Dierenhospitaal een melding heeft binnengekregen over een gevonden, gewond dier, betekent nog niet dat Dierenhospitaal in opdracht en voor rekening van de melder heeft gehandeld. De eigenaar van het dier blijft immers aansprakelijk en ook de melder heeft in deze enkel ter behartiging van de belangen van [gedaagde] als eigenaar van het dier, gehandeld. Dat [gedaagde] zelf geen opdracht heeft gegeven aan Dierenhospitaal voor het ophalen en laten inslapen van het dier, is dan ook niet relevant. Evenmin is vereist dat [gedaagde] zelf buiten staat was om op te treden, zodat het verweer dat Dierenhospitaal [gedaagde] de kans heeft ontnomen om de duif zelf op te halen bij de melder, eveneens faalt.
4. Evenmin is relevant dat Dierenhospitaal ten tijde van het ophalen van de duif nog niet wist dat [gedaagde] de eigenaar was. Zaakwaarneming kan geschieden zonder dat ten tijde van de zaakwaarneming duidelijk is wie de belanghebbende is. Voldoende is dat de zaakwaarnemer het belang van een ander behartigt. Nu Dierenhospitaal zich heeft ontfermd over de gewonde duif van [gedaagde], staat vast dat Dierenhospitaal niet haar eigen belang, maar dat van [gedaagde] heeft behartigd.
5. Niet is gebleken dat de belangen van [gedaagde] niet naar behoren zijn behartigd. Vast staat dat Dierenhospitaal, na een melding te hebben ontvangen, een gewonde duif heeft opgehaald, dat zij de duif naar een dierenarts heeft gebracht en de duif op advies van de dierenarts heeft laten inslapen. Het verweer van [gedaagde] dat Dierenhospitaal in dit geval de melder had moeten aansporen om de eigenaar te bereiken, dan wel eerst zelf de eigenaar had moeten achterhalen alvorens de duif op te halen en naar een dierenarts te brengen, faalt nu sprake was van een ernstig gewond dier.
6. Gelet op het vorenstaande, is [gedaagde] uit hoofde van zaakwaarneming gehouden de schade van Dierenhospitaal te vergoeden. [gedaagde] heeft de hoogte van de schade betwist. Bij repliek heeft Dierenhospitaal haar schadefactuur nader gespecificeerd. Daaruit blijkt dat zij € 25,00 aan ambulancekosten, € 15,00 aan dierenartskosten en € 7,50 aan administratiekosten in rekening heeft gebracht. Vast staat dat de door Dierenhospitaal ingeschakelde dierenarts € 15,00 aan Dierenhospitaal in rekening heeft gebracht. [gedaagde] heeft weliswaar betwist dat hij de dierenartskosten verschuldigd is, maar dat verweer kan niet slagen. Het betrof immers een gewonde vogel waarvan [gedaagde] eigenaar was. De dierenartskosten komen daarom voor rekening van [gedaagde]. Ook de gevorderde € 25,00 aan ambulancekosten komen voor rekening van [gedaagde]. In artikel 6:200 lid 2 BW is (kortweg) bepaald dat een zaakwaarnemer die handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf recht heeft op vergoeding met inachtneming van de prijzen die daarvoor gewoonlijk worden berekend. Dierenhospitaal heeft onweersproken gesteld dat zij voor de ambulancerit een standaardtarief in rekening heeft gebracht.
De gevorderde € 7,50 aan administratiekosten zullen echter worden afgewezen. Deze
kosten worden geacht te zijn begrepen in de toe te wijzen buitengerechtelijke
incassokosten.
7. De door Dierenhospitaal gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 44,03 zijn naar het oordeel van de kantonrechter in redelijkheid gemaakt en redelijk in omvang. Ook de niet betwiste wettelijke rente zal worden toegewezen over de toegewezen hoofdsom vanaf 29 september 2009 tot aan de dag van de algehele voldoening.
8. Hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht behoeft geen verdere bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
9. De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat deze grotendeels in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Dierenhospitaal van € 84,03 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 40,00 vanaf 29 september 2009 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Dierenhospitaal tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 94,93
vastrecht € 63,00
salaris gemachtigde € 60,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.