ECLI:NL:RBHAA:2010:BN7358
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. van der Meer
- C. Baas
- H.M. van Dam
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de kinderrechter in een strafzaak
In deze zaak heeft verzoeker, geboren op 28 oktober 1994 te Purmerend, op 30 juli 2010 een verzoek tot wraking ingediend tegen de kinderrechter in een aanhangige strafzaak. Verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. van Stratum, stelde dat de kinderrechter vooringenomen was en dat hij geen onafhankelijk proces kreeg. De kinderrechter heeft schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en de officier van justitie heeft een proces-verbaal van bevindingen ingediend. Tijdens de zitting op 17 augustus 2010 zijn verzoeker en zijn raadsman gehoord, terwijl de kinderrechter en de officier van justitie niet aanwezig waren.
De rechtbank heeft de gronden voor wraking beoordeeld. Het uitgangspunt is dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren. De raadsman voerde aan dat de kinderrechter blijk gaf van partijdigheid door een verzoek tot benoeming van een deskundige af te wijzen en de zaak niet naar de meervoudige kamer te verwijzen. De rechtbank oordeelde echter dat de afwijzing van het verzoek tot benoeming van een deskundige geen vooringenomenheid kon opleveren en dat verzoeker de mogelijkheid had om in hoger beroep de afwijzing te toetsen.
De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond voor wraking vormden en wees het verzoek tot wraking af. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 23 augustus 2010. De rechtbank beval tevens dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.