ECLI:NL:RBHAA:2010:BN7348

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
157986 - HA ZA 09-771
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring voor recht inzake overeenkomst tot verkoop en levering van een Vacu-Press 8000

In deze civiele zaak vordert [X B.V.] dat de rechtbank verklaart dat er een overeenkomst tot stand is gekomen met [Y B.V.] voor de verkoop en levering van een Vacu-Press 8000. De procedure begon met een tussenvonnis op 7 oktober 2009 en een comparitie op 28 januari 2010. De feiten zijn als volgt: [X B.V.] heeft op 19 februari 2009 een opdrachtbevestiging gestuurd naar [Y B.V.] voor de fabricage en levering van de Vacu-Press 8000, met een bijbehorende factuur van € 40.000,00. [Y B.V.] heeft echter op 17 maart 2009 telefonisch geannuleerd, wat door [X B.V.] werd betwist. De rechtbank moest beoordelen of er daadwerkelijk een overeenkomst was gesloten, ondanks het ontbreken van een ondertekende overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat [Y B.V.] de stelling van [X B.V.] onvoldoende gemotiveerd had betwist, en dat er voldoende bewijs was dat de opdrachtbevestiging en de factuur als een overeenkomst konden worden beschouwd. De rechtbank heeft [Y B.V.] veroordeeld tot betaling van € 330.000,00, vermeerderd met BTW en rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van [X B.V.] begroot op € 9.023,98. Het vonnis is uitgesproken op 23 juni 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 157986 / HA ZA 09-771
Vonnis van 23 juni 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X B.V.],
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. J.P. van der Goes van Naters,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Y B.V.],
gevestigd te Purmerend,
gedaagde,
advocaat mr. P. Wieringa.
Partijen zullen hierna [X B.V.] en [Y B.V.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 oktober 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 28 januari 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [X B.V.] verkoopt (zware) samengestelde voertuigen en verzorgt productie-, reparatie- en verhuurdiensten betreffende deze voertuigen.
2.2. [X B.V.] zendt op 10 februari 2009 een offerte aan de heer [C] (hierna: [C]) van [Y B.V.] betreffende de fabricage en levering van een Vacu-Press 8000 met 6 pagina’s bijlagen betreffende diverse specificaties. Blijkens de offerte bedraagt de prijs exclusief chassis EUR 245.000,00 en bedraagt de prijs voor een chassis van het merk Mercedes Benz Actros EUR 99.500,00. In de offerte staat voorts vermeld dat het geheel wordt gespoten in de door de opdrachtgever gewenste kleur.
2.3. Op 19 februari 2009 heeft [C] namens [Y B.V.] een bezoek gebracht aan [X B.V.], bij welk bezoek is gesproken over een reparatie van de Amphitec Flexloader van [Y B.V.] en over een nieuwe Vacu-Press 8000.
2.4. Dezelfde dag, op 19 februari 2009, zendt [X B.V.] aan [Y B.V.] een opdrachtbevestiging voor de reparatie van de Amphitec Flexloader en voorts een opdrachtbevestiging met ordernummer OB090219, bestaande uit 7 pagina’s, met onder meer de volgende inhoud:
Wij danken u voor uw opdracht en hebben het genoegen u het fabriceren en leveren van een Vacu-Press 8000 RVS als volgt te bevestigen:
- VACU-PRESS 8000 RVS -
Industriële opbouw voor het zuigen en blazen van droge en natte stoffen. Voorzien van een hydraulisch kiepbare, rvs tank, met een netto inhoud van ca. 14 m³, een filtersysteem met continu werkend perslucht-reinigingssysteem. De blower (systeem “Roots”) wordt door de truckmotor aangedreven d.m.v. een tussenbak, en heeft een luchtverplaatsing 8020 m³/uur en een continu vacuüm van 9500 mm/WK. Deze opbouw wordt gemonteerd op een Mercedes Benz 8x4 chassis.
In de bijlage vindt u een uitgebreide technische beschrijving van de opbouw.
Wij danken u voor uw opdracht en zullen deze met de grootste zorg uitvoeren.
[…]
PRIJS:
Vacu-Press 8000 volgens bijgaande specificatie
Inclusief Mercedes Benz Actros chassis 4141 8x4 Euro 5 € 330.000,00
Leveringsvoorwaarden
Genoemde prijzen : netto, exclusief B.T.W.
Levering : af fabriek Rotterdam
Levertijd : ca. 12 weken na opdracht
Betaling : € 40.000,00 bij opdracht, rest bij aflevering
Overige voorwaarden : volgens bijgevoegde Algemene Voorwaarden
(…) Opbouw en chassis worden gespoten in uw kleur zwart.
2.5. Op 20 februari 2009 stuurt [X B.V.] een factuur ten bedrage van
EUR 40.000,00 exclusief BTW.
2.6. Bij faxbericht van 16 maart 2009 bericht [X B.V.] aan [Y B.V.] het volgende:
Geachte heer [C],
Ondanks een drietal telefonische verzoeken is de aanbetaling van de door u bij ons bestelde Vacupress opbouw met Mercedes Benz chassis nog steeds niet voldaan.
Wij verzoeken u vriendelijk per omgaande zorg te dragen voor de betaling van deze aanbetaling (faktuur nr. 9055, datum 20-2-2009, € 47.600,--).
2.7. Bij brief van 18 maart 2009 bericht [X B.V.] aan [Y B.V.] onder meer het volgende:
Geachte heer [C],
Gisteren (17-3-2009) heeft u ons bedrijf gebeld en aan Dhr. [D] medegedeeld dat u zowel de reparatieopdracht van uw Amphitec Flexloader alsmede de opdracht voor levering van een Vacu-Press 8000 op Mercedes-Benz chassis annuleert.
U heeft aangegeven dat de reparatie van de Amphitec Flexloader elders uitgevoerd kan worden voor een schijntje van het bedrag dat wij hebben afgesproken. Gezien deze situatie zijn wij eventueel bereid uw annulering voor deze reparatieopdracht te accepteren. […]
De opdracht voor de Vacu-Press 8000 op Mercedes-Benz chassis kunnen wij niet annuleren. Zoals u weet is de fabricage van deze machine reeds in een vergevorderd stadium. […]
2.8. Bij brief van 25 maart 2009 bericht [X B.V.] aan [Y B.V.] onder meer het volgende:
Op donderdag 19 maart jl. heeft u ons gebeld en medegedeeld ons voor het weekeinde van 21 maart te berichten over het prijsverschil in reparatiekosten van de Amphitec Flexloader tussen ons en derden. Tot op heden hebben wij niets van u vernomen. Wij verzoeken u nogmaals ons hierover te berichten.
Tevens hebben wij de aanbetaling voor de door u bestelde Vacupress 8000 nog niet ontvangen. […]
2.9. Bij brief van 26 maart 2009 reageert [Y B.V.] als volgt:
Wij hebben vrijblijvend offertes aangevraagd voor zowel een nieuwe Vacu-Press als voor de reparatie van onze Amphitec Flexloader en u stel dan ook ten onrechte dat er al een opdrachtbevestiging door ons is afgegeven.
Tevens stelt u dat u al in een vergevorderd stadium bent met de productie van een Vacu-Press; dit verbaast ons ten zeerste aangezien u tijdens ons gesprek heeft aangegeven dat het om een machine zou gaan uit uw “verhuurvloot” en daarom direct kon leveren.
Er zijn meerdere offertes aangevraagd en wij hebben nog géén beslissing kunnen nemen daar wij in afwachting van de verzekeringsmaatschappij zijn.
2.10. Bij brief van 30 maart 2009 stelt de raadsman van [X B.V.] [Y B.V.] in gebreke voor het geval zij niet uiterlijk op 6 april 2010 tot betaling van het voorschotbedrag van EUR 47.600,00 (inclusief BTW) zal zijn overgegaan. Op deze brief wordt door [Y B.V.] gereageerd bij brief van 2 april 2009, waarin, kort samengevat, herhaald wordt dat er twee offertes zijn gevraagd en dat als zij tot koop overgaan een contract in tweevoud moet worden opgemaakt en door beide partijen getekend.
2.11. [Y B.V.] betaalt niet.
3. Het geschil
3.1. [X B.V.] vordert samengevat – dat voor recht wordt verklaard dat tussen partijen een overeenkomst betreffende de verkoop en levering van een Vacu-Press 8000 tot stand is gekomen met veroordeling van [Y B.V.] tot betaling van EUR 330.000,00 vermeerderd met BTW en vermeerderd met rente en kosten.
3.2. [Y B.V.] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat in dit geding om de vraag of tussen partijen op 19 februari 2009 een overeenkomst tot stand is gekomen betreffende de koop en levering van een Vacu-Press 8000 conform specificaties. Daarbij moet ervan worden uitgegaan dat er geen door beide partijen ondertekende overeenkomst is, maar wel een (ook door [Y B.V.] ontvangen) “opdrachtbevestiging” met bijlagen van 19 februari 2009, alsmede een aanbetalingsfactuur van 20 februari 2009. Voorts is niet in geschil dat [C] bevoegd was om een overeenkomst als de onderhavige namens [Y B.V.] aan te gaan.
4.2. [Y B.V.] betwist dat [C] op 19 februari 2009, naar aanleiding van zijn bezoek aan [X B.V.], telefonisch een bestelling heeft geplaatst. Zij voert daartoe aan dat [C] op 17 maart (telefonisch), en op 26 maart en op 2 april 2009 (schriftelijk), dus binnen bekwame tijd na ontvangst van de aanbetalingsfactuur, juist nadrukkelijk heeft gemeld dat [C] alleen maar had gevraagd om offertes (voor het repareren van een bestaande of het aankopen van een nieuwe machine), waarvan slechts één offerte voor acceptatie in aanmerking zou komen. Zij stelt voorts geen mondelinge opdrachten te verstrekken, zeker niet wanneer het gaat om opdrachten van deze omvang. [Y B.V.] heeft nog aangevoerd dat zij in het telefoongesprek van 17 maart 2009 helemaal niets heeft geannuleerd.
[X B.V.] heeft haar stellingen gehandhaafd onder verwijzing naar de overgelegde stukken.
4.3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [Y B.V.] de stelling van [X B.V.] dat [C] wel degelijk opdracht heeft gegeven tot het fabriceren en leveren van een Vacu-Press 8000 onvoldoende gemotiveerd betwist. Daartoe wordt overwogen dat mevrouw [C] weliswaar ter comparitie heeft verklaard dat zij de offerte van 10 februari 2009 niet kent, maar door [Y B.V.] is niet, althans niet met zoveel woorden betwist dat deze offerte aan [C] is verstrekt. Nu daarmee vast staat dat voorafgaand aan de opdrachtbevestiging van 19 februari 2009 een offerte aan [Y B.V.] is verstrekt, overtuigt het verweer van [Y B.V.] dat zij de opdrachtbevestiging en de factuur als offertes heeft opgevat, niet. Overigens vindt de stelling dat aan de opdrachtbevestiging een opdracht van [Y B.V.] ten grondslag ligt steun in het feit dat de kleur van de aan te kopen machine in de offerte nog niet is bepaald, terwijl in de opdrachtbevestiging vermeld staat dat deze in zwart zal worden uitgevoerd. Voorts ligt de prijs in de opdrachtbevestiging lager dan in de offerte, hetgeen er eveneens op duidt dat er een deal tussen partijen tot stand gekomen is. Daar komt bij dat [Y B.V.] de opdrachtbevestiging van 19 februari 2009 en de factuur van 20 februari 2009 heeft ontvangen, in welke opdrachtbevestiging (betreffende de Vacu-Press 8000) letterlijk tot tweemaal toe wordt bedankt voor het plaatsen van de opdracht en waarin voorts de koopprijs, de aanbetaling, de toepasselijke voorwaarden alsmede de levertijd is vermeld. Het had dan ook op de weg van [Y B.V.] gelegen om - indien [C] slechts bedoeld had om een offerte aan te vragen - direct te laten weten dat hij geen opdracht had verstrekt. [Y B.V.] heeft naar eigen zeggen eerst ruim drie weken na ontvangst van de aanmaningsfactuur telefonisch gereageerd - wat daarvan verder zij - en eerst op 26 maart 2009 schriftelijk doen weten dat geen opdracht was verstrekt.
Dat [C] volstrekt duidelijk zou hebben gemaakt dat een opdracht afhankelijk was van het oordeel van de verzekeringsmaatschappij is door [Y B.V.] weliswaar gesteld, doch op geen enkele wijze onderbouwd, zodat de rechtbank ook niet toekomt aan een bewijsopdracht ter zake. Wat daarvan ook zij, het leidt niet automatisch tot de conclusie dat [C] na zijn bezoek niet telefonisch de opdracht zou hebben geplaatst. De rechtbank is van oordeel dat [Y B.V.] de stellingen van [X B.V.] onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken.
4.4. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de gevraagde verklaring voor recht kan worden gegeven, hetgeen met zich brengt dat [Y B.V.] gehouden is tot betaling van de koopsom, vermeerderd met BTW en rente, waarna [X B.V.] gehouden is Vacu-Press 8000 aan [Y B.V.] te leveren. Ter comparitie is nog aan de orde geweest dat [Y B.V.] in dat geval in termijnen wil betalen. Wegens het ontbreken van een grondslag zal de rechtbank hieraan voorbijgaan.
4.5. [X B.V.] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
[Y B.V.] heeft betwist dat dergelijke kosten zijn gemaakt en heeft daarbij gewezen op het feit dat slechts één sommatiebrief is verzonden, ter voorbereiding op de onderhavige procedure. [X B.V.] heeft geen nadere feiten en omstandigheden gesteld aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of sprake is geweest van kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 sub c BW. Dit onderdeel van de vordering wordt afgewezen.
4.6. Bij brief van 30 maart 2009 is [Y B.V.] gesommeerd uiterlijk 6 april 2009 het bedrag van EUR 47.600,00 (inclusief BTW) te betalen. [X B.V.] vordert thans vergoeding van rente over de gehele hoofdsom berekend vanaf 6 april 2009. [X B.V.] heeft verzuimd te onderbouwen op grond waarvan [Y B.V.] vanaf die datum rente verschuldigd over de hoofdsom. De rechtbank zal de gevorderde rente dan ook als volgt toewijzen.
4.7. [Y B.V.] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [X B.V.] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,98
- vast recht 4.938,00
- salaris advocaat 4.000,00 (2 punten × tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 9.023,98
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart voor recht dat tussen [X B.V.] en [Y B.V.] overeenstemming werd bereikt ten aanzien van de verkoop en levering door [X B.V.] aan [Y B.V.] van de Vacu-Press 8000, zulks overeenkomstig de voorwaarden als neergelegd in de opdrachtbevestiging van 19 februari 2009 met ordernummer OB090219,
5.2. veroordeelt [Y B.V.] om aan [X B.V.] te betalen een bedrag van EUR 330.000,00 (driehonderddertigduizend euro), vermeerderd met 19% BTW en vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6: 119 BW over het nog niet betaalde deel van het bedrag van EUR 40.000,00 (vermeerderd met 19% BTW) vanaf 6 april 2009 tot de dag van volledige betaling en over het nog niet betaalde deel van het bedrag van
EUR 290.000,00 (vermeerderd met 19% BTW) vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt [Y B.V.] in de proceskosten, aan de zijde van [X B.V.] tot op heden begroot op EUR 9.023,98,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, mr. Th.S. Röell en mr. E.L. Grosheide en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2010.?