ECLI:NL:RBHAA:2010:BN6662
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen vergoeding tijdverzuim en reiskosten van getuige-deskundige
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 2 augustus 2010 uitspraak gedaan over een bezwaar van een getuige-deskundige tegen de toegekende vergoeding voor tijdverzuim en gemaakte reiskosten. De belanghebbende had op 8 april 2010 een bezwaarschrift ingediend, waarin hij stelde dat de griffier een te lage vergoeding had vastgesteld. De griffier had een vergoeding van € 55,63 voor tijdverzuim en € 5,18 voor reiskosten toegekend, gebaseerd op een reisafstand van 2 kilometer. De belanghebbende betwistte deze afstand en stelde dat hij 50 kilometer had gereisd, wat resulteerde in hogere reiskosten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de griffier de reiskostenvergoeding had berekend op basis van een onjuiste afstand, aangezien de belanghebbende niet had aangegeven dat hij vanaf een ander adres naar de rechtbank was gereisd. Het bezwaar ten aanzien van de reiskosten werd ongegrond verklaard.
Wat betreft het tijdverzuim, stelde de belanghebbende dat hij 1 uur en 30 minuten aanwezig was geweest, terwijl de griffier slechts 30 minuten had vergoed. De voorzieningenrechter oordeelde dat de griffier een te lage vergoeding had vastgesteld en verklaarde het bezwaar ten aanzien van de vergoeding voor tijdverzuim gegrond. De voorzieningenrechter droeg de griffier op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beslissing van de voorzieningenrechter was dus gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond, waarbij de griffier werd opgedragen om de vergoeding voor tijdverzuim opnieuw vast te stellen.