ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5633
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.F.W. Brouwer
- J.M. Sassenburg
- E. Kanninga-Jonker
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van het invoeren van cocaïne door vader en zoon op Schiphol
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 21 januari 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met zijn zoon op 28 oktober 2009 op Schiphol een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd. De verdachte heeft verklaard dat hij en zijn zoon door een persoon genaamd 'Stanga' of 'Stanco' zijn benaderd om bolletjes met verdovende middelen naar Nederland te vervoeren. De raadsman van de verdachte voerde aan dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn zoon, omdat zij niet van elkaars activiteiten op de hoogte waren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor medeplegen, onder andere omdat de vliegtickets van de verdachte en zijn zoon opeenvolgend genummerd waren en zij kort na elkaar waren uitgegeven. Dit wijst op een gezamenlijke actie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn zoon in dezelfde omstandigheden verkeerden en dat hun verklaringen over de reis en het vervoer van de cocaïne niet consistent waren. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen reisbescheiden verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan in het kader van de Opiumwet, waarbij de verdachte is aangeklaagd voor het opzettelijk handelen in strijd met de wet.