ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5196
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.F.W. Brouwer
- E.P.W. van de Ven
- E. Kanninga-Jonker
- Rechtspraak.nl
Verwerping beroep op niet-ontvankelijkheid en herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling in drugszaken
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Haarlem op 1 februari 2010 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland op 10 november 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De raadsman van de verdachte voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat de verdachte de eerste vier dagen na zijn aanhouding geen advocaat kon raadplegen. Dit zou volgens de raadsman een onherstelbaar vormverzuim zijn. De rechtbank verwierp dit verweer, oordelend dat de piketcentrale tijdig melding had gedaan en dat de verdachte niet in zijn belangen was geschaad. De verdachte had immers zelf aangegeven een advocaat te willen raadplegen voordat hij werd verhoord.
De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van 22 maanden, met verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen en herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechtbank achtte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, namelijk het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank overwoog dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne schadelijk is voor de gezondheid en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstig strafbaar feit.
De rechtbank oordeelde dat de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling kon worden toegewezen, omdat de verdachte zich niet had gehouden aan de voorwaarden van zijn vrijlating. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 22 maanden en verklaarde de in beslag genomen voorwerpen verbeurd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de verdachte en de gevolgen van zijn handelen in het kader van de drugswetgeving.