ECLI:NL:RBHAA:2010:BN3756
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel niet-ontvankelijk verklaard na inwerkingtreding Vierde Tranche Awb
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 augustus 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. De zaak betreft een dwangbevel dat op 6 juli 2010 door de gemeente is uitgevaardigd, waarbij de belanghebbende werd aangesproken op een schuld van € 2.127,35. De belanghebbende heeft op 12 juli 2010 verzet aangetekend tegen dit dwangbevel.
De rechtbank heeft overwogen dat de mogelijkheid tot verzet tegen een dwangbevel niet meer bestaat sinds de inwerkingtreding van de Vierde Tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op 1 juli 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verplichting tot betaling van de geldsom is ontstaan na deze datum, waardoor het nieuwe recht van toepassing is. Artikel 8:4 van de Awb bepaalt dat er geen beroep kan worden ingediend tegen een besluit dat een dwangbevel inhoudt.
De rechtbank heeft verder opgemerkt dat de wetgever heeft besloten om de mogelijkheid van verzet tegen een dwangbevel te laten vervallen, omdat er al bezwaar en beroep mogelijk was tegen het besluit dat aan de betalingsverplichting ten grondslag ligt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het ingediende verzetschrift niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aangezien de belanghebbende niet in aanmerking komt voor verzet tegen het dwangbevel.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F. Miedema, rechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.