ECLI:NL:RBHAA:2010:BN1742

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
439832 CV EXPL 09-10808
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending zorgplicht door incassobureau in relatie tot kosten invordering

In deze zaak vorderde Incasso Federatie Nederland B.V. (IFN) betaling van gedaagde, die handelde onder de naam Armando Terrazzo & Natuursteen, voor gemaakte invorderingskosten. De vordering was hoger dan het te incasseren bedrag. De kantonrechter oordeelde dat IFN haar zorgplicht had geschonden door gedaagde niet tijdig te informeren over de voortschrijdende kosten van de procedure. De procedure begon met een dagvaarding op 29 september 2009, waarna een comparitie van partijen volgde op 11 januari 2010. IFN had een overeenkomst met gedaagde waarin stond dat de kosten voor gerechtelijke procedures voor rekening van gedaagde zouden komen. Ondanks dat gedaagde akkoord ging met de gerechtelijke stappen, was de kantonrechter van mening dat IFN niet voldoende had gecommuniceerd over de kosten die gedaagde zou maken. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van de invorderingskosten af, maar kende wel een bedrag van € 178,50 toe voor de jaarnota van 2009, met wettelijke rente. De proceskosten werden toegewezen aan gedaagde, omdat IFN grotendeels in het ongelijk werd gesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 7 juli 2010.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 439832 CV EXPL 09-10808
datum uitspraak: 7 juli 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Incasso Federatie Nederland B.V.
te Haarlem
eiseres
hierna te noemen IFN
gemachtigde: IFN
tegen
[gedaagde], tevens handelend onder de naam
Armando Terrazzo & Natuursteen
Te Haarlem
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
in persoon
De procedure
IFN heeft [gedaagde] gedagvaard op 29 september 2009. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 2 december 2009 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 11 januari 2010, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
Nadien heeft IFN schriftelijk op het antwoord van [gedaagde] gereageerd, waarna [gedaagde] nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
1. IFN biedt faciliteiten aan op het gebied van debiteurenbeheer en het gerechtelijk incasseren van vorderingen voor zowel particulieren als bedrijven;
2. op 1 mei 2006 is [gedaagde], onder de naam Armando Terrazzo & Natuursteen, een overeenkomst met IFN aangegaan;
3. de overeenkomst, met titel: “overeenkomst van opdracht ‘No Cure No Pay’” vermeldt onder meer:
“3. Behandeling dossiers
De opdrachtgever heeft met deze overeenkomst recht op kosteloos strategisch advies in verband met de te incasseren vorderingen. Hierin is niet begrepen het voeren van gerechtelijke procedures; deze kosten zijn voor rekening opdrachtgever. Dit laat onverlet dat er getracht zal worden deze kosten te verhalen op de tegenpartij. De rechter beslist uiteindelijk hoeveel er wordt toegewezen. (…)
Het afwikkeltarief voor dossiers tot € 5.000,00 is gebaseerd op Tarief Rapport Voorwerk II. Over het geïncasseerde deelbedrag wordt 15% afgerekend met een minimum van € 7,50. (…)”;
IFN brengt voor deze overeenkomst € 178,50 incl btw per jaar aan [gedaagde] in rekening;
4. op 6 maart 2007 heeft [gedaagde] aan IFN verzocht een vordering op Hofman Real Estate Service, hierna: de debiteur, ten bedrage van € 2.490,07 te incasseren;
5. IFN heeft getracht in der minne betaling door de debiteur te bewerkstelligen;
6. op 20 maart 2007 heeft IFN € 1.000,00 van de debiteur ontvangen;
7. op 27 maart 2007 heeft IFN met [gedaagde] contact opgenomen. In het door IFN opgestelde verslag van dit gesprek staat onder meer: “We hebben de stand van zaken doorgenomen. Verder hebben wij inloggegevens in het systeem gezet. Cliente kan het dossier dus online volgen en wij zullen zo nu en dan een cc-tje per email doen toekomen. (…);
8. op 1 mei 2007 kwam IFN tot de conclusie dat het dossier was uitbehandeld en heeft zij [gedaagde] bij brief van 1 mei 2007 meegedeeld:
“Helaas blijft verdere medewerking uit. Na de eerste betaling hebben wij veelvuldig getracht om in contact te komen met wederpartij. Er resteert thans nog één optie: dagvaarden. (…)
Dit akkoord is bedoeld om gerechtelijke stappen te ondernemen. Tevens gaat de opdracht en/of eisende partij akkoord met alle financiële consequenties die hieruit voortvloeien. Deze vallen dus onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever en/of eisende partij. (…)
Preprocessuele fase
Betreft de fase tot het pogen tot en het tot stand brengen van een minnelijke schikking, het bepalen van de processtrategie of de te nemen gerechtelijke maatregelen, het opstellen van processtukken ter inleiding van de gerechtelijke procedure. Hiervoor geldt een tarief van € 100,-- per uur. (…)”
IFN rekent in haar brief vervolgens voor het vervaardigen en uitbrengen van de dagvaarding, griffierecht, salaris gemachtigde en betekenen van het vonnis, een bedrag van € 656,08 en verzoekt [gedaagde] een voorschot ter grootte van
€ 660,00 te betalen.
IFN vermeldt voorts:
“Voorts is de executie van het vonnis in deze berekening niet opgenomen. Dat houdt in dat er ná vonnis wordt geëxecuteerd op de aanwezige verhaalsobjecten.”(…);
[gedaagde] heeft de bij voornoemde brief meegezonden ‘checklist aanleveren vordering voor dagvaarding’ ingevuld en voor akkoord ondertekend;
9. bij brief van 2 mei 2007 heeft [gedaagde] IFN laten weten dat zij het voorschot van € 660,00 met het reeds van de debiteur ontvangen bedrag kunnen verrekenen;
10. op 21 september 2007 heeft IFN met [gedaagde] contact opgenomen. In het door IFN opgestelde verslag van dit gesprek staat onder meer: “Stand van zaken doorgenomen en cliente heeft aangegeven de emails door zijn vrouw gelezen worden. Cliente is namelijk niet zo van de letters. Maar, heeft begrepen dat ‘we lekker bezig zijn’, aldus cliente. ‘Nu maar hopen dat de executie wat gaat opleveren’, aldus cliente. Ik heb aangegeven dat we op zich nog wel even voort kunnen met het voorschot ad € 1.000,00, maar dat de kosten tijdens het executeren wel hoger zullen oplopen. Daarbij rekenen wij € 100,00 per uur en rekenen wij in eenheden van minimaal 12 minuten per actie. Cliente geeft aan daar nu nog even niets van te merken aangezien wij zo’n € 400,00 meer onder handen hebben dan als voorschot werd verzocht. En daarbij ziet het er gezien de correspondentie naar uit dat Hofman toch alles gaat betalen, aldus cliente.” (…)
11. op 19 november 2008 heeft IFN nogmaals € 1.000,00 van de debiteur ontvangen;
12. op 28 juli 2009 is het faillissement van de debiteur uitgesproken;
13. bij brief van 10 augustus 2009 heeft IFN [gedaagde] meegedeeld dat het dossier is gesloten omdat de vordering wegens economische redenen niet verhaalbaar is. IFN verzoekt betaling van € 991,12, te weten de door haar gemaakte kosten ad € 2.991,12 waarop de door de debiteur betaalde bedragen in mindering zijn gebracht. [gedaagde] heeft deze factuur niet betaald.
De vordering
IFN vordert – samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.348,12, waarvan € 991,12 voor kosten invordering, € 178,50 ter zake van de prolongatie van de overeenkomst voor 2008 en € 178,50 ter zake van de prolongatie van de overeenkomst voor 2009, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten en rente. IFN legt aan de vordering ten grondslag dat zij in opdracht van [gedaagde] een vordering heeft getracht te incasseren. [gedaagde] is akkoord gegaan met het starten van een gerechtelijke procedure. Het dossier is wegens faillissement van de debiteur uitbehandeld, waardoor de door IFN gemaakte kosten, bij gebreke van verhaalsmogelijkheden, - zoals overeengekomen - aan [gedaagde] worden doorberekend. Voorts dient [gedaagde] de jaarlijkse kosten voor verlening van de overeenkomst te voldoen.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan dat hij de jaarnota voor 2008 heeft voldaan. Hij heeft de jaarnota voor 2009 niet voldaan omdat hij ontevreden is over de werkwijze van IFN. Hij is op advies van IFN tot dagvaarding van de debiteur is overgegaan. Hij wist niet dat dit zulke hoge kosten met zich mee zou brengen. Ook als de debiteur niet failliet was gegaan, waren de kosten hoger geweest dan het te verkrijgen bedrag. Als IFN hem daarop had gewezen, had hij geen akkoord voor een gerechtelijke procedure gegeven. Tenslotte voert [gedaagde] aan dat hij is misleid nu in het contract ‘no cure no pay’ staat vermeld.
De beoordeling van het geschil
Alhoewel je je kunt afvragen of het opschrift van de overeenkomst, te weten ‘no cure no pay’, een correcte weergave is van hetgeen partijen hebben afgesproken, kan het verweer van [gedaagde] dat hij is misleid hem niet baten. Uit de tekst van de overeenkomst en het nadien verzonden advies blijkt voldoende duidelijk dat de kosten voor een procedure voor rekening van [gedaagde] als opdrachtgever komen, doch dat IFN deze zal trachten te verhalen op de debiteur.
Desondanks is de kantonrechter van oordeel dat IFN haar zorgplicht als opdrachtnemer heeft geschonden. Op het moment van haar advies van 1 mei 2007 om tot dagvaarden over te gaan lag, na ontvangst van € 1.000,- in maart 2007, voor IFN een hoofdsom van € 1.490, 07, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en rente, ter incasso voor. IFN brengt uiteindelijk € 2.991,12 aan kosten bij [gedaagde] in rekening. Het had op de weg van IFN gelegen [gedaagde] op gezette tijden te informeren over de – voortschrijdende - kosten van de procedure en de executie van het vonnis, zodat de kosten de eventueel te verkrijgen baten niet – ongemerkt - overschrijden. Het feit dat [gedaagde] het dossier online kon volgen en zo nu en dan een kopie van verzonden mailwisselingen kreeg, doet aan deze zorgplicht niet af. IFN is immers als opdrachtnemer verplicht [gedaagde] op de hoogte te houden van haar werkzaamheden en daarover rekening en verantwoording af te leggen.
De kantonrechter zal de vordering ter zake van de invorderingskosten derhalve afwijzen.
[gedaagde] heeft betaling van de jaarnota van 2008 met een betalingsbewijs onderbouwd. Ook dit deel van de vordering zal de kantonrechter derhalve afwijzen.
De vordering tot betaling van de jaarnota van 2009 zal de kantonrechter toewijzen. Het feit dat [gedaagde] ontevreden is over de gang van zaken betreffende de invordering van eerdergenoemd bedrag, rechtvaardigt niet dat zijn verplichtingen uit de basisovereenkomst komen te vervallen. De wettelijke rente over dit bedrag zal de kantonrechter eveneens toewijzen.
De proceskosten komen voor rekening van IFN omdat deze hoofdzakelijk in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan IFN van € 178,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 24 september 2009 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.