ECLI:NL:RBHAA:2010:BN1039

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
15 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
463465 CV EXPL 10-3125
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kosten van diergeneeskundige behandeling als huishoudelijke kosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 15 juli 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagde, waarbij eiseres vorderde dat gedaagde zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 403,94, vermeerderd met rente en kosten. De vordering was gebaseerd op de kosten van diergeneeskundige hulp die eiseres had verleend aan de hond van gedaagde en haar echtgenoot, [betrokkene]. Eiseres had in april 2008 diergeneeskundige hulp verleend aan de hond, waarvoor zij twee facturen had gestuurd ter hoogte van € 252,17. Aangezien gedaagde niet had betaald, had eiseres de vordering uit handen gegeven aan een incassogemachtigde.

Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij geen partij was in deze kwestie, omdat de rekeningen bedoeld waren voor haar echtgenoot, die als opdrachtgever diende te worden aangemerkt. Gedaagde voerde aan dat er een faillissement voor haar echtgenoot was aangevraagd en dat zij van de curator niet mocht betalen. De kantonrechter oordeelde echter dat de kosten van de diergeneeskundige hulp, die waren gemaakt ten behoeve van de hond, moesten worden aangemerkt als kosten die zijn aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de huishouding. Dit betekent dat beide echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor deze kosten.

De kantonrechter verwierp het verweer van gedaagde en oordeelde dat de vordering van eiseres moest worden toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente, en de proceskosten werden aan gedaagde opgelegd, omdat zij in het ongelijk was gesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 463465 / CV EXPL 10-3125
datum uitspraak: 15 juli 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats], eiseres
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde: C.W.M. Stam
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats], gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde: geen, in persoon verschenen.
De procedure
[eiseres] heeft [gedaagde] gedagvaard op 9 april 2010.
[gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord, heeft [eiseres] schriftelijk op het antwoord gereageerd, waarna [gedaagde] nog een mondelinge reactie heeft gegeven.
Vonnis is bepaald op heden.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
[eiseres] heeft in of omstreeks de maand april 2008 diergeneeskundige hulp verleend aan een hond [naam] genaamd -id nr.: 528140000022963- waarvoor de heer/mevrouw [betrokkene] te [adres] te [woonplaats] 2 facturen heeft gestuurd voor in totaal € 252,17.
[eiseres] heeft geen betaling verkregen, waarna zij de vordering uit handen heeft gegeven aan een incassogemachtigde.
[gedaagde] en [betrokkene] zijn gehuwd.
De vordering
[eiseres] vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 403,94 te vermeerderen met rente en kosten. [eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat in opdracht althans mede voor rekening van [gedaagde] -zij is de echtgenote van [betrokkene]- diergeneeskundige hulp is verleend aan de hond [naam]. [eiseres] is van mening dat de overeenkomst als tussen partijen gesloten, kan worden aangemerkt als een overeenkomst ten behoeve van de normale gang van de gemeenschappelijke huishouding. [gedaagde] is uit dien hoofde mede hoofdelijk aansprakelijk voor de voldoening van voormelde vordering.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan - samengevat- geen partij te zijn in deze kwestie. De rekeningen zijn bedoeld voor haar echtgenoot, omdat die als opdrachtgever dient te worden aangemerkt. Haar echtgenoot is met de hond naar de dierenarts gegaan en alle rekeningen werden altijd naar hem gestuurd. Er is faillissement voor haar echtgenoot aangevraagd en [gedaagde] mag van de curator niet betalen. [gedaagde] merkt nog op dat de dagvaarding op haar meisjesnaam staat.
De beoordeling van het geschil
[gedaagde] heeft niet weersproken dat in of omstreeks de maand april 2008 ten behoeve van de hond [naam] diergeneeskundige hulp is verleend door [eiseres]. Niet in geschil dat [eiseres] de opdracht om diergeneeskundige hulp te verlenen aan [naam] naar behoren heeft vervuld en het totaalbedrag € 252,17 is evenmin onderdeel van debat.
De ene echtgenoot ([betrokkene]) is naast de andere (Van Noord) voor het geheel aansprakelijk voor de door deze ten behoeve van de gewone gang van de huishouding aangegane verbintenissen. Beide echtgenoten zijn dan ook als schuldenaar aan te merken en de crediteur ([eiseres]) kan op ieder der echtgenoten verhalen. Niet alleen kosten ten behoeve van de 'huishouding' vallen onder de gewone gang, maar ook de kosten van diergeneeskundige hulp (ten behoeve van de hond [naam]) vallen hier onder.
Aan de door [gedaagde] aangevoerde argumenten om de facturen niet te hoeven betalen kan bij gebreke van andersluidende gegevens geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. [gedaagde] - op beide facturen aangemerkt als mevrouw [betrokkene] - is ook degene die verantwoordelijkheid draagt voor een correcte betaling van de door [eiseres] gefactureerde kosten. De omstandigheid dat [gedaagde] is gedagvaard onder vermelding van haar meisjesnaam - zij is in persoon verschenen en komt hier pas bij mondelinge dupliek mee op te proppen - brengt overigens geen nietigheid met zich mee.
Gelet op het bovenstaande wordt het door [gedaagde] gevoerde verweer verworpen en zal de vordering van [eiseres] worden toegewezen, evenals de op zichzelf onbetwist gelaten nevenvorderingen (buitengerechtelijk incassokosten en rente).
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 403,94 te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1% per maand over dat bedrag vanaf 9 april 2010 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 92,10
vastrecht € 90,00
salaris gemachtigde € 120,00,
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr F.M. Visser en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.