ECLI:NL:RBHAA:2010:BN0977
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming huurwoning na relatiebreuk met moreel appel van gedaagde
In deze zaak vordert eiser, die sinds 4 oktober 2002 een huurwoning huurt van Stichting Pré Wonen, ontruiming van de woning door gedaagde, die na de verbreking van hun relatie in de woning is blijven wonen. Eiser heeft zijn intrek genomen bij het Leger des Heils en stelt dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Gedaagde voert aan dat eiser een morele verplichting heeft om haar in de woning te laten, omdat zij zwanger is van een gehuwde man en nergens anders heen kan. De kantonrechter overweegt dat het morele appel van gedaagde geen rechtsgrond oplevert voor haar verblijf in de woning en verwerpt haar verweer. De rechter oordeelt dat eiser een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, gezien zijn huidige situatie. De rechter concludeert dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft en dat de ontruiming niet onaanvaardbaar is. De vordering van eiser wordt toegewezen, en gedaagde wordt veroordeeld tot ontruiming van de woning. De proceskosten komen voor rekening van gedaagde, omdat zij in het ongelijk wordt gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 5 juli 2010 door de kantonrechter.