ECLI:NL:RBHAA:2010:BM9754
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.A. van der Bijl
- M.Th. Goossens
- T.A.M. Tijhuis
- Rechtspraak.nl
Veroordeling drugskoerier voor invoer van cocaïne met verzoek tot strafmatiging
Op 21 juni 2010 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de invoer van 1520,8 gram cocaïne. De rechtbank heeft de verdachte, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland was en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haarlem, veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 13 maanden. De officier van justitie had deze straf geëist, en de rechtbank oordeelde dat de eis in overeenstemming was met de gebruikelijke straffen voor vergelijkbare misdrijven.
De verdediging had verzocht om matiging van de straf, onder verwijzing naar de ernstige ziekte van het zoontje van de verdachte. Echter, de rechtbank verwierp dit verzoek, omdat de verdachte niet overtuigend had aangetoond dat zijn kind daadwerkelijk ziek was. De rechtbank vond de verklaring van de verdachte over de naam en leeftijd van het kind onwaarschijnlijk en concludeerde dat er geen redenen waren om van de gebruikelijke strafmaat af te wijken.
De rechtbank heeft ook beslist dat het onder verdachte in beslag genomen geld, ter waarde van EUR 1500,-, verbeurd werd verklaard. De rechtbank baseerde haar beslissing op de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk cocaïne had ingevoerd, wat schadelijk is voor de gezondheid van anderen, en dat de hoeveelheid cocaïne die hij had ingevoerd, bestemd moest zijn voor verdere verspreiding.