ECLI:NL:RBHAA:2010:BM9752

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/564
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de enkelvoudige raadkamer in bezwaarschriftprocedure

Op 8 april 2010 is er een bezwaarschrift ingediend bij de rechtbank Haarlem, gedateerd 6 april 2010, door verzoekster, geboren op 7 juli 1964, die haar domicilie had gekozen te [adres]. Het bezwaarschrift was gericht tegen een beschikking van de griffier van 24 maart 2010, waarin een vergoeding voor tijdverzuim en reiskosten werd toegekend op basis van de Wet tarieven in strafzaken. De enkelvoudige raadkamer van de rechtbank Haarlem heeft op 27 mei 2010 de zaak behandeld, maar verzoekster is niet verschenen, terwijl de officier van justitie, mr. F.A.C. Kooper-Gerritsen, wel aanwezig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de enkelvoudige raadkamer niet bevoegd is om het bezwaarschrift in behandeling te nemen. Dit is gebaseerd op artikel 8 van de Wet tarieven in strafzaken, dat bepaalt dat bezwaarschriften tegen beschikkingen van de griffier moeten worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bezwaarschrift van verzoekster niet door de enkelvoudige raadkamer kan worden behandeld en heeft zich onbevoegd verklaard.

De rechtbank heeft de griffier opgedragen om het bezwaarschrift door te zenden naar de voorzieningenrechter in deze rechtbank, die de bevoegde rechter is voor deze procedure. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 mei 2010, en de rechtbank heeft de relevante wetsartikelen in acht genomen bij haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: 10/564
Uitspraakdatum: 27 mei 2010
beschikking (art. 8 Wet tarieven in strafzaken)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 8 april 2010 is ter griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een bezwaarschrift, gedateerd 6 april 2010, van
[verzoekster], verzoekster,
geboren op 7 juli 1964,
domicilie kiezende te [adres].
Het bezwaarschrift is gericht tegen de aan verzoekster door de griffier in deze rechtbank bij beschikking van 24 maart 2010 toegekende vergoeding voor tijdverzuim en reiskosten.
Op 27 mei 2010 is dit bezwaarschrift in raadkamer behandeld. Verzoekster, hoewel behoorlijk opgeroepen, is niet verschenen. Wel is aanwezig de officier van justitie mr. F.A.C. Kooper-Gerritsen.
Van het verhandelde in raadkamer is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Bevoegdheid
Artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet tarieven in strafzaken (verder: de wet) bepaalt dat op de voet van het bij en krachtens deze wet bepaalde, vergoedingen worden toegekend voor werkzaamheden, voor tijdverzuim alsmede voor daarmede verband houdende noodzakelijke kosten, en voor gemaakte reis- en verblijfkosten, voor zover voortvloeiende uit een verzoek of opdracht van de justitie, ten behoeve van – onder meer – strafzaken.
Artikel 8, eerste lid, van de wet bepaalt – onder meer – dat vergoedingen voor tijdverzuim, daarmee verband houdende noodzakelijke kosten en voor reis- en verblijfkosten terstond worden toegekend door de griffier van het gerecht waarvoor de zaak heeft gediend. Ingevolge het tweede lid van artikel 8 van de wet kan tegen deze beschikking van de griffier schriftelijk bezwaar worden ingediend bij de voorzieningenrechter van het gerecht.
De beschikking waartegen verzoekster bezwaar maakt, betreft een beschikking van de griffier inhoudende de toekenning van een vergoeding zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, en artikel 8, eerste lid, van de wet. Uit het voorgaande volgt dat een dergelijk bezwaarschrift dient te worden ingediend bij de voorzieningenrechter in deze rechtbank, zijnde de bevoegde rechter. Het op 8 april 2010 ter griffie van de sector strafrecht van deze rechtbank ingekomen bezwaarschrift van verzoekster kan derhalve niet in behandeling worden genomen door de enkelvoudige raadkamer van de sector strafrecht.
Weliswaar is onder de beschikking van de griffier de mededeling opgenomen dat tegen die beschikking schriftelijk bezwaar kan worden ingediend bij de rechtbank, sector strafrecht, maar dit laat onverlet dat ingevolge bovengenoemde wettelijke bepalingen de enkelvoudige raadkamer van deze sector niet bevoegd is tot kennisneming van het bezwaarschrift.
Mitsdien behoort met inachtneming van de betrekkelijke wetsartikelen te worden beslist als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart zich onbevoegd van het bezwaarschrift kennis te nemen;
draagt de griffier van deze rechtbank op het bezwaarschrift door te zenden naar de voorzieningenrechter in deze rechtbank.
4. Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door mr. E.B. de Vries-van den Heuvel, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. J. Hobo, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2010.