ECLI:NL:RBHAA:2010:BM9752
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de enkelvoudige raadkamer in bezwaarschriftprocedure
Op 8 april 2010 is er een bezwaarschrift ingediend bij de rechtbank Haarlem, gedateerd 6 april 2010, door verzoekster, geboren op 7 juli 1964, die haar domicilie had gekozen te [adres]. Het bezwaarschrift was gericht tegen een beschikking van de griffier van 24 maart 2010, waarin een vergoeding voor tijdverzuim en reiskosten werd toegekend op basis van de Wet tarieven in strafzaken. De enkelvoudige raadkamer van de rechtbank Haarlem heeft op 27 mei 2010 de zaak behandeld, maar verzoekster is niet verschenen, terwijl de officier van justitie, mr. F.A.C. Kooper-Gerritsen, wel aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de enkelvoudige raadkamer niet bevoegd is om het bezwaarschrift in behandeling te nemen. Dit is gebaseerd op artikel 8 van de Wet tarieven in strafzaken, dat bepaalt dat bezwaarschriften tegen beschikkingen van de griffier moeten worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bezwaarschrift van verzoekster niet door de enkelvoudige raadkamer kan worden behandeld en heeft zich onbevoegd verklaard.
De rechtbank heeft de griffier opgedragen om het bezwaarschrift door te zenden naar de voorzieningenrechter in deze rechtbank, die de bevoegde rechter is voor deze procedure. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 mei 2010, en de rechtbank heeft de relevante wetsartikelen in acht genomen bij haar beslissing.