ECLI:NL:RBHAA:2010:BM5289
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verdachte veroordeeld voor het aanwezig hebben van heroïne in het kader van een heroïnedeal
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 9 april 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met medeverdachten betrokken was bij een heroïnedeal. De verdachte werd beschuldigd van het aanwezig hebben van ongeveer 2060 gram heroïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een lagere straf opgelegd.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak uitvoerig onderzocht. Op 18 augustus 2009 vond in Zaandam een ontmoeting plaats tussen de verdachte en de Surinamers, waarbij heroïne zou worden verkocht. De Surinamers arriveerden in de woning van een medeverdachte, maar er was aanvankelijk geen heroïne aanwezig. Na telefonisch contact met de verdachte keerden de Surinamers terug naar de woning, waar zij uiteindelijk de heroïne aantroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een leidende rol speelde in deze deal.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar heeft bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het aanwezig hebben van heroïne. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte, die als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar werd beschouwd. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder deelname aan een gedragsinterventie en een behandelverplichting.