ECLI:NL:RBHAA:2010:BM0765

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/15012 en 09/1513
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor onterechte vrijheidsbeneming van bandlid na sepot

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 4 maart 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding wegens onterechte vrijheidsbeneming. De verzoeker, lid van een Surinaamse band, was samen met andere bandleden één dag vastgezet in het detentiecentrum Schiphol op verdenking van overtreding van artikel 2 van de Opiumwet. De strafzaak tegen hem werd echter geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om een vergoeding toe te kennen voor de onterechte vrijheidsbeneming. De rechtbank kende een standaardvergoeding toe van € 92,50 voor het verblijf in het detentiecentrum, en daarnaast een vergoeding van € 870,- voor de kosten van rechtsbijstand, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 962,50. De rechtbank weigerde echter een extra vergoeding voor immateriële schade, omdat niet was aangetoond dat het persbericht van het Openbaar Ministerie (OM) over de aanhouding van de bandleden extra schade had veroorzaakt. De raadsman van de verzoeker had tijdens de zitting alleen algemene opmerkingen gemaakt over de ingediende verzoekschriften van de bandleden, en de rechtbank zag daarom geen aanleiding om meer dan eenmaal een vergoeding voor de behandeling van de verzoekschriften toe te kennen. De rechtbank besloot het overige verzoek af te wijzen en beval de uitbetaling van de toegekende vergoeding aan de advocaat van de verzoeker.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummers: 09/15012 en 09/1513
Parketnummer: 15/810275-09
Uitspraakdatum: 4 maart 2010
beschikking (art. 89 en 591a Sv.)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 15 december 2009 is ter griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een (gecombineerd) door mr. J.W.S. Boorsma, advocaat, ingediend verzoekschrift, gedateerd 15 december 2009, van
[verzoeker], verzoeker,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
domicilie kiezende te [adres], ten kantore van mr. J.W.S. Boorsma, voornoemd.
Het verzoekschrift strekt respectievelijk tot toekenning van:
1. de gebruikelijke vergoeding ten laste van de Staat ter zake van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden ten gevolge van ten onrechte ondergane verzekering wegens verdenking van overtreding van artikel 2 Opiumwet, te weten een bedrag groot € 420,- (bestaande uit 2 dagen verblijf in het detentiecentrum Schiphol a € 105,- te vermeerderen met factor 2 wegens immateriële schade);
2. vergoeding van een bedrag ad € 595,- wegens de door deze met betrekking tot de strafzaak met bovengenoemd parketnummer gemaakte kosten van een raadsman;
3. een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 540,- wegens het indienen en de behandeling ter terechtzitting van onderhavig verzoekschrift.
Op 18 februari 2010 zijn de verzoekschriften in het openbaar in raadkamer behandeld.
Voor verzoeker is verschenen mr. C.T. Pittau.
Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. B. Lijnse.
Van het verhandelde in raadkamer is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd op 17 september 2009 na een sepot wegens gebrek aan bewijs.
Het verzoekschrift is tijdig ingediend.
Verzoeker is op 11 april 2009 in verzekering gesteld en op 12 april 2009 is hij in vrijheid gesteld.
Op de voet van het bepaalde in de artikelen 89 en 90 van het Wetboek van Strafvordering kan verzoeker – nu de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht – aanspraak maken op vergoeding van de door hem wegens ten onrechte ondergane vrijheidsbeneming geleden schade, zo daartoe althans, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Van de zijde van verzoeker is er op gewezen dat onderhavige zaak niet te vergelijken is met een standaard zaak. Er zijn in dit geval een heleboel mensen tegelijk aangehouden en vast gezet. Allemaal zijn ze vrijwillig door de bodyscan gegaan en hebben ze direct gezegd dat ze geen bollen geslikt hadden. Ze hebben allemaal een nacht vast gezeten. Het OM heeft een persbericht de deur uit gedaan waarin gezegd werd dat de hele band geslikt zou hebben. In Suriname en de Surinaamse gemeenschap in Nederland is de band heel erg bekend en deze stevige berichtgeving, die naderhand niet juist bleek te zijn, heeft de goede naam van de aangehouden personen aangetast. Derhalve dient niet slechts volstaan te worden met de standaardvergoeding, vandaar de vermenigvuldiging met factor 2.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de standaardvergoeding van een verblijf in het detentiecentrum op Schiphol € 92,50 bedraagt. Daarnaast is de vermenigvuldigingsfactor voor de immateriële schade die geleden zou zijn niet aanwezig. Als er een groep mensen bolletjes geslikt blijkt te hebben dan is het niet meer dan logisch de rest van die groep ook te onderzoeken. Het OM heeft hierin voortvarend opgetreden. Nadat het persbericht is uitgegaan, is steeds volledige openheid van zaken gegeven.
Het verzoek om vergoeding van de kosten van de indiening en behandeling van het verzoekschrift ter terechtzitting dient gematigd te worden. Advocatenkantoor Roethof heeft 15 soortgelijke verzoekschriften ingediend en deze worden hier tegelijk op zitting behandeld. Alleen mr. Pittau verschijnt hier ter zitting en geeft een korte uitleg over de verzoekschriften in zijn algemeenheid en specifiek ten aanzien van het verzoekschrift van [andere verzoeker band]. De officier van justitie is van mening dat volstaan kan worden met een toekenning van een vergoeding in de zaak van [andere verzoeker band].
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de gevraagde vergoeding voor de onterechte vrijheidsbeneming gronden van billijkheid aanwezig zijn om een vergoeding voor 1 dag toe te kennen. Zij gaat hierbij uit van het standaardtarief dat door de rechtbank Haarlem gehanteerd wordt voor verblijf in het detentiecentrum te Schiphol, te weten € 92,50.
Ten aanzien van de gevorderde vermenigvuldigingsfactor met betrekking tot de gestelde immateriële schade, overweegt de rechtbank als volgt. Het OM heeft een persbericht opgesteld en verspreid, echter niet is gebleken welk nadeel dit voor verzoeker heeft gehad. Onduidelijk is of in dit persbericht namen zijn genoemd en of is gesteld dat alle aangehouden personen daadwerkelijk cocaïne zouden hebben geslikt. De rechtbank beoordeelt de gestelde immateriële schade derhalve anders dan verzoeker. In de standaardvergoeding is reeds rekening gehouden met eventuele immateriële schade en derhalve ziet de rechtbank geen aanleiding verzoeker een extra schadevergoeding toe te kennen.
De rechtbank meent dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn zodat de verzochte kosten van een raadsman kunnen worden toegewezen. Dit bedrag is door verzoeker vastgesteld op
€ 595,-, inhoudende een vooraf afgesproken bedrag.
Voor de rechtsbijstand, verleend voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, acht de rechtbank gronden van billijkheid aanwezig de gevraagde vergoeding ten bedrage van € 275,- toe te kennen. De raadsman van verzoeker is ter terechtzitting aanwezig geweest. Hier heeft hij algemene opmerkingen gemaakt ten aanzien van de 15 ingediende verzoekschriften die namens advocatenkantoor Roethof zijn ingediend namens de bandleden van de Surinaamse band [naam]. De raadsman is slechts op het verzoekschrift van [andere verzoeker band], die niet tot de band behoorde maar wel met hen meereisde, dieper ingegaan. De raadsman heeft derhalve geen extra activiteit verricht of inspanning geleverd om ook in de zaak van verzoeker ter terechtzitting te verschijnen en het verzoekschrift daar te behandelen. Hij is eenmaal in de rechtbank verschenen. Hierdoor ziet de rechtbank geen aanleiding om meer dan eenmaal een vergoeding voor de behandeling van de verzoekschriften ter terechtzitting toe te kennen. Nu tijdens de terechtzitting niet nader op het verzoekschrift van verzoeker is ingegaan kent de rechtbank slechts een vergoeding voor de indiening van het verzoekschrift toe.
Daarom zal de rechtbank, gelet op de toepasselijke wetsvoorschriften als volgt beslissen
3. Beslissing
De rechtbank:
Kent aan verzoeker een vergoeding ten laste van de Staat toe van € 962,50 (zegge: negenhonderd en tweeënzestig euro en vijftig eurocent), welk bedrag als volgt is samengesteld:
- € 92,50 wegens een verblijf van 1 dag krachtens inverzekeringstelling in het detentiecentrum te Schiphol;
- € 870,- ter zake de kosten van rechtsbijstand met betrekking tot de strafzaak en voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift.
Wijst af het overigens meer of anders verzochte.
Beveelt de uitbetaling door de griffier van deze rechtbank van de bij deze beschikking aan verzoeker toegekende vergoeding op de derdenrekening van verzoekers advocaat, bankrekening nummer [nummer] ten name van Advocatenkantoor Roethof te Amsterdam, onder vermelding van “schadevergoeding [naam verdachte]/OM”.
4. Samenstelling enkelvoudige raadkamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door mr. F.G. Hijink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E. de Witte, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2010.