ECLI:NL:RBHAA:2010:BL7285
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslissing over klaagschrift tot opheffing van beslag op geld en horloge
Op 14 oktober 2009 diende klager, vertegenwoordigd door mr. M.H. Aalmoes, een klaagschrift in bij de rechtbank Haarlem met het verzoek tot opheffing van beslag op diverse goederen, waaronder geldbedragen en een horloge. Het beslag was gelegd op 27 november 2008 in het kader van een strafzaak tegen [betrokkene 1]. De rechtbank had eerder op 10 november 2009 in die strafzaak het geld en het horloge verbeurd verklaard. Klager stelde dat het geld hem toebehoorde, geleend van zijn grootvader voor een verbouwing, en dat de rechtbank ten onrechte de schuldbekentenis terzijde had geschoven. Tijdens de behandeling op 18 februari 2010 werd de zaak besproken, waarbij de officier van justitie, mr. B. Lijnse, aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat de eerder ingediende schuldbekentenis niet betrouwbaar was en dat er twijfels bestonden over de echtheid van de nieuwe bewijsstukken die klager had overgelegd. De rechtbank concludeerde dat het in beslag genomen geld niet van klager was en dat de bankpas, zoals eerder bepaald, terug moest naar de uitgevende instantie. De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de verdediging eerder onjuiste bewijsstukken had ingediend, wat de geloofwaardigheid van de nieuwe claims van klager ondermijnde. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 4 maart 2010.