RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Meervoudige economische strafkamer
Parketnummer: 15/997508-08
Uitspraakdatum: 5 maart 2010
Tegenspraak
verkort strafvonnis (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 februari 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
Primair (deelonderzoek 1: perceel [adres 1])
[naam bedrijf] op of omstreeks 7 mei 2008, te Purmerend op perceel [adres 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk,
bedrijfsmatig handelingen met afvalstof(fen) heeft verricht en/of heeft doen verrichten,
immers heeft/hebben zij, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) vanaf/uit een schoolgebouw of delen daarvan,
(a) asbest of asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd en/of doen verwijderen, en/of
(b) asbest of asbesthoudende producten gebroken en/of doen breken, en/of
(c) asbest of asbesthoudende producten op de onbeschermde bodem gedeponeerd en/of doen deponeren en/of achtergelaten en/of doen achterlaten en/of laten vallen en/of doen vallen en/of geveegd en/of doen vegen,
terwijl [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen weten, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Subsidiair:
[naam bedrijf] op of omstreeks 7 mei 2008, te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (na en/of tijdens het verrichten van asbestsanerings-/sloopwerkzaamheden op perceel [adres 1]) een hoeveelheid asbesthoudend materiaal (onder andere (gebroken) platen en/of scherven en/of vezels en/of stof), in ieder geval een hoeveelheid (gevaarlijke) afvalstoffen
- op ondeskundige wijze heeft verwijderd en/of
- heeft gebroken en/of
- (vervolgens) op de onbeschermde bodem heeft gedeponeerd en/of achtergelaten
en/of laten vallen en/of geveegd,
althans handelingen met betrekking tot die (gevaarlijke) afvalstoffen heeft verricht en/of nagelaten, waarvan zij wist en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan en toen niet alle maatregelen heeft genomen en/of nagelaten die redelijkerwijs van haar, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) konden worden
gevergd, teneinde die (nadelige) gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
2.
Primair (deelonderzoek 2: perceel [adres 2])
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008, te Middenmeer op perceel [adres 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, een of meermalen, (telkens) bedrijfsmatig handelingen met afvalstof(fen) heeft verricht en/of heeft doen verrichten, immers heeft/hebben zij, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) vanaf/uit een schuur of delen daarvan,
(a) asbest of asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd en/of doen verwijderen, en/of
(b) asbest of asbesthoudende producten gebroken en/of doen breken, en/of
(c) asbest of asbesthoudende producten verwijderd en/of doen verwijderen en op de onbeschermde bodem gedeponeerd en/of doen deponeren en/of achtergelaten en/of doen achterlaten, en/of
(d) asbest of asbesthoudende producten op balken en/of in goten en/of op de vloer van de schuur gedeponeerd en/of doen deponeren en/of achtergelaten en/of doen achterlaten terwijl zij en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen weten, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Subsidiair:
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008, te Middenmeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, een of meermalen (telkens) (na en/of tijdens het verrichten van asbestsanerings-/sloopwerkzaamheden in/op een schuur/gebouw op perceel [adres 2]) een hoeveelheid asbesthoudend materiaal (onder andere gebroken golfplaten en/of scherven en/of fragmenten en/of vezels en/of stof), in ieder geval een hoeveelheid (gevaarlijke) afvalstoffen
- op ondeskundige wijze heeft verwijderd en/of
- heeft gebroken en/of
- (vervolgens) op de onbeschermde bodem heeft gedeponeerd en/of achtergelaten en/of
- heeft achtergelaten op balken en/of in goten en/of op de vloer van die schuur/het gebouw/bouwwerk,
althans handelingen met betrekking tot die (gevaarlijke) afvalstoffen heeft verricht en/of nagelaten, waarvan zij wist en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan en toen niet alle maatregelen heeft/hebben genomen en/of nagelaten die redelijkerwijs van haar, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) konden worden gevergd, teneinde die (nadelige) gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
3.
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008 te Middenmeer als werkgever in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, handelingen heeft verricht en/of nagelaten in strijd met voormelde wet en/of de daarop berustende bepalingen, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) toen daar in en/of op een schuur/gebouw op perceel [adres 2], zijnde een arbeidsplaats als bedoeld in artikel 1, derde lid onder g van de Arbeidsomstandighedenwet, door een of meer van haar werknemer(s) in de zin van artikel 1 van het Arbeidsomstandighedenwet, te weten [naam] en/of [naam] en/of een of meer (andere) personen, arbeid doen verrichten, bestaande uit het verrichten van sloopwerkzaamheden, terwijl niet was/werd voldaan aan
- artikel 4.45 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) niet de concentratie van asbeststof in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46 van voornoemd Besluit gehouden,
terwijl daardoor, naar zij en/of haar mededader(s) wist(en), dat levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van die werknemers te verwachten was,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
4.
Primair:
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008 op perceel [adres 2] te Middenmeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk (een) stof(fen), te weten asbest en/of asbestdeeltjes en/of (delen van) asbesthoudend(e) golfplaten/materiaal, op en/of in de bodem en/of in de lucht heeft gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor (een) ander(en) te duchten was, aangezien toen aldaar bij en/of na een door of namens [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) uitgevoerde (gedeeltelijke) sloop/renovatie/asbestsanering van een schuur asbest(vezels) vrijkwam(en) en/of achterbleven, terwijl het vrijkomen van asbest en/of asbestvezels niet of niet voldoende werd voorkomen en/of tegengegaan, waardoor de bewoner(s) van het perceel en/of een of meer ter plaatse werkzame personen (te weten [naam] en/of [naam]) in aanraking kwam(en) of had(den) kunnen komen met dat/die vrijkomend(e) asbest(vezels),
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Subsidiair:
het aan [naam bedrijf] schuld te wijten is geweest dat op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008 op perceel [adres 2] te Middenmeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, wederrechtelijk een stof, te weten asbest en/of asbestdeeltjes en/of (delen van) asbesthoudend(e) golfplaten/materiaal, op en/of in de bodem en/of in de lucht werd(en)
gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor (een) ander(en) te duchten was, aangezien toen aldaar bij en/of na een door of namens [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) uitgevoerde (gedeeltelijke) sloop/renovatie/asbestsanering van een schuur asbest(vezels) vrijkwam(en) en/of achterbleven, terwijl het vrijkomen van asbest en/of asbestvezels niet of niet voldoende werd voorkomen en/of tegengegaan, waardoor de bewoner(s) van het perceel en/of een of meer werknemer(s) van [naam bedrijf] en/of een of meer ter plaatse werkzame personen (te weten [naam] en/of [naam]) in aanraking kwam(en) of had(den) kunnen komen met dat/die vrijkomend(e) asbest(vezels),
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Meer subsidiair:
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008, te Middenmeer, als werkgeefster, terwijl bij en/of in rechtstreeks verband met de arbeid, te weten het verrichten van asbestsanering-/sloopwerkzaamheden, die [naam bedrijf], als werkgeefster door haar werknemers deed verrichten in een bedrijf en/of inrichting, te weten op en/of in de onmiddellijke omgeving van een bouwplaats gelegen op perceel [adres 2], gevaar kon ontstaan voor de veiligheid en/of de gezondheid van andere personen dan die werknemers, te weten voor de bewoner(s) van het perceel en/of een of meer ter plaatse werkzame personen (te weten [naam] en/of [naam]), geen doeltreffende maatregelen heeft genomen ter voorkoming van dat gevaar, immers was/werd niet voldaan aan
- artikel 4.45 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) niet de concentratie van asbeststof in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46 van voornoemd Besluit gehouden, en/of
- artikel 4.47b van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers was er niet, voordat met andere werkzaamheden een aanvang werd gemaakt, een zodanig adequate of zorgvuldige eindbeoordeling uitgevoerd, waarbij is vastgesteld dat de aanwezigheid van asbest niet meer visueel waarneembaar was, en/of
- artikel 4.51a lid 3, immers was na de werkzaamheden na reiniging van de arbeidsplaats en voordat met andere werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt, op de betreffende arbeidsplaats in de buitenlucht door een bedrijf dat daartoe adequaat was toegerust geen zorgvuldige of adequate visuele inspectie uitgevoerd, waarbij was vastgesteld dat de aanwezigheid van asbest niet meer visueel waarneembaar was,
tengevolge waarvan de bewoner(s) van het perceel en/of een of meer ter plaatse werkzame personen (te weten [naam] en/of [naam]) zijn blootgesteld aan asbest,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
5.
Primair:
(deelonderzoek 3: perceel [adres 3])
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 mei 2008 tot en met 5 juni 2008, te Amsterdam op perceel [adres 3], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk,
(telkens) bedrijfsmatig handelingen met afvalstof(fen) heeft verricht en/of heeft doen verrichten,
immers heeft/hebben zij, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) vanaf/uit (garage)gebouwen, althans bouwwerken of delen daarvan,
(a) asbest of asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd en/of doen verwijderen, en/of
(b) asbest of asbesthoudende producten gebroken en/of doen breken, en/of
(c) asbest of asbesthoudende producten verwijderd en/of doen verwijderen en op de onbeschermde bodem en/of op het perceel gedeponeerd en/of doen deponeren en/of achtergelaten en/of doen achterlaten,
terwijl zij en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen weten, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Subsidiair:
[naam bedrijf] in of omstreeks de periode van 16 mei 2008 tot en met 5 juni 2008, te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, (na en/of tijdens het verrichten van asbestsanerings-/sloopwerkzaamheden op perceel [adres 3]) een hoeveelheid asbesthoudend materiaal (te weten, wandbeplating en/of een of meer opvulplaatje(s), in ieder geval een hoeveelheid (gevaarlijke) afvalstoffen
- op ondeskundige wijze heeft verwijderd en/of
- heeft gebroken en/of
- (vervolgens) op de onbeschermde bodem heeft gedeponeerd en/of achtergelaten en/of
- heeft achtergelaten op het perceel voornoemd,
althans handelingen met betrekking tot die (gevaarlijke) afvalstoffen heeft verricht en/of nagelaten, waarvan zij wist en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan en toen niet alle maatregelen heeft genomen en/of nagelaten die redelijkerwijs van haar, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) konden worden
gevergd, teneinde die (nadelige) gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
6.
[naam bedrijf] in of omstreeks de periode van 16 mei 2008 tot en met 5 juni 2008, te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, na en/of tijdens de sloop van een of meer bouwwerk(en), te weten een of meer gebouw(en) op het terrein van de gemeentewerf aan de [adres 3], waarin asbest (chrysotiel) aanwezig was, (onder meer)
- niet eerst het aanwezige asbest heeft verwijderd, voordat het/de bouwwerk(en) werd(en) gesloopt en/of
- bij de verwijdering van het asbest niet de best bestaande technieken heeft toegepast om verontreiniging van het milieu met asbest te voorkomen;
zijnde een of meer gedragingen in strijd met artikel 8.3.5 van de Bouwverordening Amsterdam 2003,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
7.
Primair:
(deelonderzoek 4: [adres 4] te Nieuw-Vennep)
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 juni 2008 tot en met 20 juni 2008, te Nieuw-Vennep op perceel [adres 4], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk,
(telkens) bedrijfsmatig handelingen met afvalstof(fen) heeft verricht en/of heeft doen verrichten,
immers heeft/hebben zij, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) vanaf/uit een clubgebouw of delen daarvan,
(a) asbest of asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd en/of doen verwijderen, en/of
(b) asbest of asbesthoudende producten losgetrokken en/of doen lostrekken en/of gebroken en/of doen breken,
terwijl zij en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen weten, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
Subsidiair:
[naam bedrijf] in of omstreeks de periode van 17 juni 2008 tot en met 20 juni 2008, te Nieuw-Vennep, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, (na en/of tijdens het verrichten van asbestsanerings-/sloopwerkzaamheden op perceel [adres 4]) een hoeveelheid asbesthoudend materiaal (te weten dakleer, welk materiaal chrysotiel bevatte), in ieder geval een hoeveelheid (gevaarlijke) afvalstoffen
- op ondeskundige wijze heeft verwijderd en/of
- heeft losgetrokken en/of
- heeft gebroken,
althans handelingen met betrekking tot die (gevaarlijke) afvalstoffen heeft verricht en/of nagelaten, waarvan zij wist en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs had(den) kunnen weten dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden en/of konden ontstaan en toen niet alle maatregelen heeft genomen en/of nagelaten die redelijkerwijs van haar, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s) konden worden gevergd, teneinde die (nadelige) gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
8.
[naam bedrijf] in of omstreeks de periode van 17 juni 2008 tot en met 20 juni 2008, te Nieuw-Vennep, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, na en/of tijdens de asbestsanering/sloop van een bouwwerk, te weten een clubgebouw op het perceel [adres 4], waarin asbest (chrysotiel) aanwezig was, (onder meer)
- niet eerst het aanwezige asbest heeft/hebben verwijderd, voordat het/de bouwwerk werd gesloopt en/of
- niet selectief heeft/hebben gesloopt en/of de diverse soorten sloopafval niet gescheiden heeft/hebben afgevoerd;
zijnde een of meer gedragingen in strijd met respectievelijk artikel 8.3.5 en/of 8.4.1 van de Bouwverordening Haarlemmermeer (opgenomen als voorwaarden in de sloopvergunning),
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
9.
[naam bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 17 juni 2008 tot en met 20 juni 2008 te Nieuw-Vennep als werkgeefster in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, handelingen heeft verricht en/of nagelaten in strijd met voormelde wet en/of de daarop berustende bepalingen, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) toen
daar in en/of bij een te slopen gebouw, te weten een clubgebouw op perceel [adres 4], zijnde een arbeidsplaats als bedoeld in artikel 1, derde lid onder g van de Arbeidsomstandighedenwet, door een of meer van haar werknemer(s) in de zin van artikel 1 van het Arbeidsomstandighedenwet, te weten [naam] en/of [naam] en/of een of meer (andere) personen, arbeid doen verrichten, bestaande uit het verrichten van asbestsanerings-/sloopwerkzaamheden, terwijl niet was/werd voldaan aan
(a) artikel 4.45 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) niet de concentratie van asbeststof in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46 van voornoemd Besluit gehouden,
(b) artikel 4.48a lid 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) in en/of bij dat gebouw of delen daarvan niet het aanwezige asbest dan wel de aanwezige asbestproducten verwijderd voordat werd aangevangen met andere werkzaamheden, te weten de sloopwerkzaamheden,
terwijl daardoor, naar zij en/of haar mededader(s) wist(en), levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van die werknemers te verwachten was,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
10.
(deelonderzoek 10: [adres 5] te Bloemendaal)
[naam bedrijf] op of omstreeks 4 juni 2008, te Bloemendaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, tijdens de gedeeltelijke sloop en/of asbestsanering van een bouwwerk, te weten de sloop van een of meer pijpen/leidingen en/of isolatiemateriaal, behorende bij een pand gelegen aan [adres 5], waarin asbest aanwezig was, heeft/hebben gesloopt zonder dat een vergunning door Burgemeester en wethouders was verleend,
zijnde een gedraging in strijd met artikel 8.1.1 van de Bouwverordening gemeente Bloemendaal,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
11.
(deelonderzoek 2 en 12: Middenmeer)
[naam bedrijf] op of omstreeks 10 juni 2008, te Middenmeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer TB166), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben zij, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s), valselijk en/of in strijd met de waarheid op/in dat geschrift vermeld/doen vermelden dat in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen, terwijl de visueel geïnspecteerde onderdelen niet vrij waren van visueel waarneembare asbestverdachte materialen en/of asbest,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven;
[naam bedrijf] in de periode van 10 juni 2008 tot en met 2 juli 2008, te Zuidoostbeemster, althans in Nederland, opzettelijk een vals of vervalste rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer TB166), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, waarin valselijk en/of in strijd met de waarheid was vermeld dat in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen, voorhanden heeft gehad, terwijl [naam bedrijf] wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst;
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
12.
(deelonderzoek 3 en 12: perceel [adres 3])
[naam bedrijf] op of omstreeks 3 juni 2008, te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer WR1901), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben zij, [naam bedrijf] en/of haar mededader(s), valselijk en/of in strijd met de waarheid op/in dat geschrift vermeld/doen vermelden dat in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen, terwijl de op dat moment te onderzoeken ruimte(n) reeds volledig gesloopt waren en dus niet meer geïnspecteerd kon(den) worden,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven;
[naam bedrijf] in de periode van 3 juni 2008 tot en met 2 juli 2008, te Zuidoostbeemster, althans in Nederland, opzettelijk een vals of vervalste rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer WR1901), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, waarin valselijk en/of in strijd met de waarheid was vermeld dat "in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen", terwijl de te onderzoeken ruimte(n) reeds volledig gesloopt waren en dus niet meer geïnspecteerd kon(den) worden, voorhanden heeft gehad, terwijl [naam bedrijf] wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst;
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 5 primair, 6, 7 primair, 8, 9, 10, 11 en 12 ten laste gelegde feiten en gevorderd daarvoor een geldboete op te leggen van € 10.000,- en een werkstraf voor de duur van 200 uren, waarvan een gedeelte, te weten 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
4.1. Vrijspraak
Met de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen hetgeen verdachte als feit 4 primair is ten laste is gelegd. Daarnaast acht zij zodanig essentiële gedeelten niet bewezen van de als feit 5 respectievelijk feit 9 omschreven gedragingen, dat ook voor deze feiten vrijspraak dient te volgen.
4.2. Oordeel van de rechtbank aangaande het bewijs van het feitelijk leidinggeven
Voorop gesteld moet worden, dat van feitelijk leidinggeven als bedoeld in artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht sprake is indien de verdachte maatregelen ter voorkoming van de verboden gedraging achterwege laat, hoewel hij daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden is en indien verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedraging zich zal voordoen, zodat hij die gedraging opzettelijk bevordert.
Verdachte is directeur van het bedrijf [naam bedrijf] en als enige zelfstandig bevoegd. De bedrijfsomschrijving luidt het (doen) verwijderen van milieu gevaarlijke stoffen en de daarmee verband houdende sloopwerkzaamheden. Het bedrijf telt 38 werknemers. Verdachte is degene die het beleid van het bedrijf bepaalt. Verdachte verblijft regelmatig op Curaçao en in Colombia waar hij projecten heeft lopen. Tijdens zijn afwezigheid nemen medeverdachten [medeverdachte 1] en de dochter van verdachte, [medeverdachte 2], de dagelijkse leiding voor hun rekening. Telkens als verdachte vanuit het buitenland naar Nederland terugkomt, bemoeit hij zich rechtstreeks met de leiding van het bedrijf en de gang van zaken aldaar. Hij geeft aan zoveel autoriteit te hebben, dat men naar hem luistert.
Verder is uit het strafdossier en uit de behandeling ter terechtzitting omtrent verdachte’s betrokkenheid bij de bedrijfsvoering onder meer nog het volgende gebleken. In een opgenomen en afgeluisterd telefoongesprek van 12 juni 2008 te 19:35 uur tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] wordt gesproken over de klus in Middenmeer waar een dak verwijderd moest worden. Medeverdachte [medeverdachte 1] zegt tegen verdachte dat hij een akkefietje met de Arbeidsinspectie heeft omdat een snippertje asbest is gevonden en de gaten in de balken uitgeboord moeten worden en dat alles met een natte lap afgenomen moet worden. De man van [naam bedrijf] die er was om de vrijgave te doen, heeft ook voordat ze klaar waren een bezem en stoffertje gepakt en vervolgens een rondje gelopen en toen was alles voor elkaar. Verdachte zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij zich niet ongerust moet maken en dat hij 6 juli terug komt.
Ter terechtzitting heeft verdachte onder andere verklaard dat hij op de hoogte was van de werkzaamheden in Bloemendaal en dat 75% volgens de regels is gegaan. Hij heeft ook verklaard dat het klopte dat de DTA’er bij de werkzaamheden in de [adres 1] geen beschermende kleding droeg en dat hij wist dat in de [adres 3] met een kraan was gewerkt en dat de stelplaatjes onder de fundering asbest bevatten.
Op grond van een en ander komt de rechtbank tot de vaststelling dat verdachte op de hoogte was van hetgeen speelde in zijn bedrijf en dat hij ook gedurende periodes dat hij in het buitenland verbleef daarop kon worden aangesproken . De uitspraak van één van de werknemers ‘als [verdachte] aanwezig is, gaat het goed op het bedrijf en als hij 3 à 4 weken weg is, gaat het minder’ is in dit opzicht veelzeggend.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte als feitelijk leidinggever adequate maatregelen ter voorkoming van de ten laste gelegde gedragingen achterwege heeft gelaten en daarmee bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de verboden gedragingen zich zouden voordoen.
4.3. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1. Primair:
[naam bedrijf] op 7 mei 2008, te Purmerend op perceel [adres 1], opzettelijk,
bedrijfsmatig handelingen met afvalstoffen heeft verricht,
immers heeft zij, [naam bedrijf], vanaf een schoolgebouw,
(a) asbest of asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd, en
(b) asbest of asbesthoudende producten gebroken, en
(c) asbest of asbesthoudende producten op de onbeschermde bodem gedeponeerd en/of achtergelaten en/of laten vallen en/of geveegd,
terwijl [naam bedrijf] wist, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
2. Primair:
[naam bedrijf] op tijdstippen in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008, te Middenmeer op perceel [adres 2], opzettelijk, telkens bedrijfsmatig handelingen met afvalstoffen heeft verricht, immers heeft zij, [naam bedrijf], vanaf een schuur,
(a) asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd, en
(b) asbesthoudende producten gebroken, en
(c) asbest of asbesthoudende producten verwijderd en op de onbeschermde bodem gedeponeerd en achtergelaten, en
(d) asbest of asbesthoudende producten op balken en in goten en op de vloer van de schuur achtergelaten
terwijl zij telkens wist, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
3.
[naam bedrijf] op tijdstippen in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008 te Middenmeer als werkgever in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, handelingen heeft verricht en nagelaten in strijd met voormelde wet en de daarop berustende bepalingen, immers heeft zij toen daar op een schuur op perceel [adres 2], zijnde een arbeidsplaats als bedoeld in artikel 1, derde lid onder g van de Arbeidsomstandighedenwet, door haar werknemers in de zin van artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet, te weten [naam] en [naam] en een andere persoon, arbeid doen verrichten, bestaande uit het verrichten van sloopwerkzaamheden, terwijl niet werd voldaan aan
- artikel 4.45 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, immers heeft zij niet de concentratie van asbeststof in de lucht zo laag mogelijk onder de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46 van voornoemd Besluit gehouden,
terwijl daardoor, naar zij wist, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van die werknemers te verwachten was,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
4. Subsidiair:
Het aan [naam bedrijf] schuld te wijten is geweest dat op tijdstippen in de periode van 9 juni 2008 tot en met 12 juni 2008 op perceel [adres 2] te Middenmeer, wederrechtelijk een stof, te weten asbestdeeltjes en/of delen van asbesthoudende golfplaten, op de bodem en in de lucht werd gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid en/of levensgevaar voor anderen te duchten was, aangezien toen aldaar bij een door [naam bedrijf] uitgevoerde renovatie/asbestsanering van een schuur asbest(vezels) vrijkwamen en achterbleven, terwijl het vrijkomen van asbest en asbestvezels niet of niet voldoende werd voorkomen en tegengegaan, waardoor de bewoners van het perceel en werknemers van [naam bedrijf] en ter plaatse werkzame personen (te weten [naam] en [naam]) in aanraking kwamen of hadden kunnen komen met dat vrijkomende asbest en die asbestvezels,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
6.
[naam bedrijf] in de periode van 16 mei 2008 tot en met 5 juni 2008, te Amsterdam, opzettelijk, tijdens de sloop van een bouwwerk, te weten een gebouw op het terrein van de gemeentewerf aan de [adres 3], waarin asbest (chrysotiel) aanwezig was, (onder meer)
- niet eerst het aanwezige asbest heeft verwijderd, voordat het bouwwerk werd gesloopt
zijnde een gedraging in strijd met artikel 8.3.5 van de Bouwverordening Amsterdam 2003,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven.
7. Primair:
[naam bedrijf] op tijdstippen in de periode van 17 juni 2008 tot en met 20 juni 2008, te Nieuw-Vennep op perceel [adres 4], opzettelijk,
telkens bedrijfsmatig handelingen met afvalstoffen hebben verricht,
immers heeft zij, [naam bedrijf], vanaf en uit een clubgebouw,
(a) asbest of asbesthoudende producten ondeskundig verwijderd, en
(b) asbest of asbesthoudende producten losgetrokken en gebroken,
terwijl zij telkens wist, dat daardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
8.
[naam bedrijf] in de periode van 17 juni 2008 tot en met 20 juni 2008, te Nieuw-Vennep, opzettelijk, na en tijdens de sloop van een bouwwerk, te weten een clubgebouw op het perceel [adres 4], waarin asbest (chrysotiel) aanwezig was, (onder meer)
- niet eerst het aanwezige asbest heeft verwijderd, voordat het bouwwerk werd gesloopt en
- niet selectief heeft gesloopt en de diverse soorten sloopafval niet gescheiden heeft afgevoerd;
zijnde gedragingen in strijd met respectievelijk artikel 8.3.5 en/of 8.4.1 van de Bouwverordening Haarlemmermeer (opgenomen als voorwaarden in de sloopvergunning),
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
10.
[naam bedrijf] op 4 juni 2008, te Bloemendaal, opzettelijk, tijdens de asbestsanering van een bouwwerk, te weten de sloop van twee leidingen, behorende bij een pand gelegen aan [adres 5], waarin asbest aanwezig was, heeft gesloopt zonder dat een vergunning door Burgemeester en wethouders was verleend,
zijnde een gedraging in strijd met artikel 8.1.1 van de Bouwverordening gemeente Bloemendaal,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven.
11.
[naam bedrijf] op 10 juni 2008, te Middenmeer, tezamen en in vereniging met een ander, een rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer TB166), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken, immers hebben zij, [naam bedrijf] en haar mededader, valselijk en in strijd met de waarheid in dat geschrift vermeld dat in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen, terwijl de visueel geïnspecteerde onderdelen niet vrij waren van visueel waarneembare asbestverdachte materialen en/of asbest,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
[naam bedrijf] in de periode van 10 juni 2008 tot en met 2 juli 2008, te Zuidoostbeemster opzettelijk een valse rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer TB166), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, waarin valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld dat in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen, voorhanden heeft gehad, terwijl verdachte wist dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst.
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
12.
[naam bedrijf] op 3 juni 2008, te Amsterdam, tezamen en in vereniging meteen ander, een rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer WR1901), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken, immers hebben zij, [naam bedrijf] en haar mededader, valselijk en in strijd met de waarheid in dat geschrift vermeld dat in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen, terwijl de op dat moment te onderzoeken ruimte reeds volledig gesloopt was en dus niet meer geïnspecteerd kon worden,
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
[naam bedrijf] in de periode van 3 juni 2008 tot en met 2 juli 2008, te Zuidoostbeemster, opzettelijk een valse rapportage eindcontrole na asbestsanering (rapportnummer WR1901), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, waarin valselijk en in strijd met de waarheid was vermeld dat "in de onderzochte ruimte(n) geen verdachte en/of asbesthoudende materialen zijn waargenomen", terwijl de te onderzoeken ruimte reeds volledig gesloopt was en dus niet meer geïnspecteerd kon worden, voorhanden heeft gehad, terwijl verdachte wist dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst.
zulks terwijl verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, aan deze verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 subsidiair, 6, 7 primair, 8, 10, 11 en 12 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1 primair:
Opzettelijke overtreding van artikel 10.1 van de Wet milieubeheer, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 2 primair:
Opzettelijke overtreding van artikel 10.1 van de Wet milieubeheer, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige aan de verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 3:
Overtreding van artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige aan de verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 4 subsidiair:
Het aan zijn schuld te wijten zijn dat wederrechtelijke een stof op de bodem of in de lucht wordt gebracht, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor anderen te duchten is, begaan door een rechtspersoon ,meermalen gepleegd, terwijl de schuldige aan de verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 6:
Opzettelijke overtreding van artikel 7b van de Woningwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 7 primair:
Opzettelijke overtreding van artikel 10.1 van de Wet Milieubeheer, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige aan de verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 8:
Opzettelijke overtreding van artikel 7b van de Woningwet, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 10:
Opzettelijke overtreding van artikel 7b van de Woningwet, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven;
Feit 11:
Medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
Opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
Feit 12:
Medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
Opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, terwijl de schuldige aan de verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn mededaders hebben er niet in afdoende mate voor gezorgd dat bij de uitvoering van door [naam bedrijf] verzorgde saneringsprojecten steeds alle ter zake van de sanering van asbest geldende wettelijke voorschriften werden nageleefd: door de wijze waarop in de hier bedoelde gevallen werd omgesprongen met asbesthoudende materialen – zoals die materialen breken en laten vallen en op de onbeschermde bodem achterlaten – hebben in de bedrijfsuitoefening van [naam bedrijf] werkzame personen risico’s voor het milieu in ruime zin teweeggebracht. Ook kan als gevolg van de wijze waarop soms werd gewerkt niet worden gezegd, dat verspreiding van stof, afkomstig van asbesthoudend materiaal, steeds tot het minimum werd beperkt. Het verspreiden van fijn stof, in dit geval asbest, kan schadelijk zijn voor de gezondheid van werknemers en omwonenden, in het bijzonder in de vorm van negatieve gezondheidseffecten op onder andere hart en longen. De regelgeving met betrekking tot asbestsanering is in de loop van de jaren niet voor niets steeds strenger geworden. Het is algemeen bekend dat het werken met asbest grote risico’s voor het milieu, waaronder de gezondheid van personen, met zich brengt. Daarom moet de samenleving erop kunnen vertrouwen dat voor de sanering van asbest gecertificeerde bedrijven de met het oog op die risico’s gegeven wettelijke voorschriften naleven. De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders aan dat in enkele gevallen onder hun verantwoordelijkheid een rapportage eindcontrole na asbestsanering is opgemaakt en in de administratie van [naam bedrijf] is opgenomen, alsof die een volledige en juiste weergave bevatte van de werkelijke situatie op de desbetreffende werken tijdens die eindcontrole.
Bij de strafoplegging kan de rechtbank er niet omheen dat [naam bedrijf] eerder strafrechtelijk is beboet ter zake van milieudelicten. Daarnaast ziet zij onder ogen dat het vonnis waarbij de BV laatstelijk is beboet is gewezen na de pleegdata van de onderhavige feiten. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank er ook rekening mee dat uit het dossier en de behandeling ter terechtzitting niet het beeld naar voren is gekomen dat in het bedrijf van verdachte met stelselmatige en volstrekte miskenning van de geldende wet- en regelgeving slechts oog heeft bestaan voor eigen financieel gewin. Daar komt bij dat de rechtbank uit de bij behandeling ter terechtzitting verkregen informatie en opgedane indrukken het beeld heeft verkregen dat verdachte in de afgelopen tijd hard bezig is geweest een aantal veranderingen door te voeren om dit soort voorvallen te voorkomen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een boete van na te noemen hoogte een passende en geboden straf is. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet hoeft te worden betaald en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden opnieuw strafbare feiten te begaan.
Anders dan is vervat in de vordering van de officier van justitie, acht de rechtbank een taakstraf in de vorm van een werkstraf naast de op te leggen boete niet een toevoeging met een relevante meerwaarde.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
23, 24, 24c, 47, 51, 57, 63, 173b en 225 Wetboek van Strafrecht;
1, 1a, 2 en 6 Wet op de economische delicten;
10.1 Wet milieubeheer;
7b Woningwet;
32 Arbeidsomstandighedenwet.
9. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van de hem onder 4 primair, 5 en 9 ten laste gelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 10.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 dagen hechtenis, met bevel dat een gedeelte groot € 4.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.M. Verpalen, voorzitter,
mr. A.J. Medze en mr. L.M. Kos, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier D.L. Meyer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 maart 2010.
Mr. Medze en mr. Kos zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.