ECLI:NL:RBHAA:2010:BL4999

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
10 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
429160 CV EXPL 09-6587
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwaling bij tandheelkundige behandeling door niet bevoegde tandtechnicus

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 10 februari 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap FA-MED B.V. (eiseres) en een gedaagde die in persoon procedeerde. De vordering van FA-MED betreft betaling voor tandheelkundige verrichtingen die zijn uitgevoerd door een tandtechnicus die zich als tandarts heeft gepresenteerd. De gedaagde heeft zich beroepen op dwaling, omdat zij in de veronderstelling verkeerde dat zij door een bevoegde tandarts werd behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tandtechnicus, [XXX], zich inderdaad als tandarts heeft voorgedaan, terwijl hij dat niet was. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de gedaagde bij de totstandkoming van de overeenkomst heeft gedwaald over de hoedanigheid van de behandelende persoon.

De procedure begon met een dagvaarding door FA-MED op 23 juni 2009, waarna de gedaagde schriftelijk heeft geantwoord. De kantonrechter heeft een comparitie van partijen gelast, die op 18 september 2009 heeft plaatsgevonden. Na het aanleveren van nadere stukken door de gedaagde, heeft FA-MED gereageerd met een repliek en de gedaagde met een dupliek.

De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat FA-MED niet heeft betwist dat [XXX] zich als tandarts heeft gepresenteerd. De rechtbank heeft het beroep op dwaling geaccepteerd, waardoor de vordering van FA-MED werd afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van FA-MED, omdat deze in het ongelijk werd gesteld. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in de zorg en de noodzaak voor zorgverleners om hun bevoegdheden duidelijk te communiceren aan patiënten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 429160/ CV EXPL 09-6587
datum uitspraak: 10 februari 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap FA-MED B.V.
te Amersfoort
eiseres
hierna te noemen Fa-Med
gemachtigde Bosveld Gerechtsdeurwaarders & Incasso’s
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
procederende in persoon
De procedure
Fa-Med heeft [gedaagde] gedagvaard op 23 juni 2009. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 19 augustus 2009 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 18 september 2009 en waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De zaak is aangehouden voor overlegging door [gedaagde] van nadere stukken. [gedaagde] heeft stukken in het geding gebracht, waarna Fa-Med heeft geconcludeerd voor repliek. [gedaagde] heeft vervolgens schriftelijk geconcludeerd voor dupliek.
De feiten
1. Aesthetic Design is een in Lisse gevestigde tandheelkundige praktijk.
2. In september 2005 heeft [gedaagde] zich tot Aesthetic Design gewend. Zij heeft daar gesproken met [XXX] (hierna: [XXX]). [XXX] heeft blijkens de huidige website van Aesthetic Design de functie van tandtechnicus.
3. Op de voorheen door Fa-Med gebruikte website was onder meer de volgende informatie te lezen:
“Bang voor de tandarts. [...] Vaak komt extreme angst voor de tandarts voort uit nare ervaringen met kiespijn en de behandelwijze. Bij Aesthetic design zij ze zich bewust van deze problemen en zullen ze er alles aan doen om angst te verminderen en de patiënt op haar/zijn gemak te stellen.”
4. In oktober 2005 heeft [XXX] [gedaagde] tandheelkundig behandeld. [XXX] heeft daarbij onder andere röntgenfoto’s van het gebit van [gedaagde] gemaakt en een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd.
5. De Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (hierna: BIG) bepaalt dat niet zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaren alleen in opdracht van een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar en onder bepaalde voorwaarden zogenoemde voorbehouden handelingen mogen uitvoeren.
6. Bij factuur van 28 oktober 2005 heeft Asthetic Design een bedrag van € 245,00 aan [gedaagde] in rekening gebracht.
7. Aesthetic Design heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Fa-Med.
8. Op 15 januari 2006 heeft [gedaagde] Fa-Med verzocht om een betalingsregeling voor het factuurbedrag.
9. Op 11 april 2006 heeft [gedaagde] een bedrag van € 25,00 in mindering op de factuur van 28 oktober 2005 voldaan.
10. Bij brief van 7 december 2006 heeft Fa-Med [gedaagde] medegedeeld akkoord te gaan met een betalingsregeling van € 56,93 per maand, ingaande 1 januari 2007.
11. Op 26 februari 2007 heeft [gedaagde] een bedrag van € 56,93 aan Fa-Med voldaan.
12. Op 15 maart 2007 heeft [YYY], vriend van [gedaagde] (hierna: [YYY]), bij de politie aangifte gedaan van oplichting door [XXX]. Blijkens het proces-verbaal van aangifte heeft [YYY] onder meer het volgende verklaard:
“Ik doe op verzoek van de inspectie van de gezondheidszorg [...] aangifte van oplichting. [...] In september 2005 heeft mijn vriendin contact gezocht met AESTHETIC Design [...] op 03 oktober 2005 is zij voor het eerst in de praktijk geweest. Zij werd ontvangen door een man die zich voorstelde als de tandarts [...] Op 05 oktober is zij teruggegaan en is door dezelfde man, die zich had voorgesteld als tandarts, behandeld [...] Op 05 oktober 2005 heeft deze tandarts een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd. [...] De tandarts die mijn vriendin [...] heeft behandeld heeft zich nooit met naam aan ons voorgesteld. Middels de inspectie zijn wij achter zijn naam gekomen [...] [XXX].”
13. Bij brief van 2 juli 2007 heeft [gedaagde] aan Fa-Med medegedeeld de betaling van openstaande facturen op te schorten. Zij heeft daarbij onder meer het volgende opgemerkt:
“Gebleken is dat dhr. [XXX] niet staat geregistreerd in het BIG register. Ten tijde van alle tandheelkundige behandelingen, is dhr. [XXX] niet in bezit geweest van de noodzakelijke diploma’s, om het beroep van tandarts te mogen uitoefenen. [...]
Dhr. [XXX] heeft ons vooraf nimmer geïnformeerd over het feit niet te beschikken over de juiste diploma’s en heeft supervisie door een gediplomeerde tandarts, tijdens ingrijpende behandelingen, nooit plaatsgevonden.”
14. Op 16 juli 2007 heeft Fa-Med onder meer het volgende geantwoord:
“Dhr [XXX] is bevoegd tot het uitvoeren van de taken van een tandarts en presenteert zich als zorgverlener die deze taken uitvoert. Noch in woord, noch in geschrift heeft dhr [XXX] zich voorgedaan als tandarts.”
15. Blijkens een circulaire van 11 februari 2008 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dient bij het uitvoeren van een voorbehouden handeling door een niet-tandarts, deze de patiënt te informeren dat hij de handeling uitvoert in opdracht van de tandarts en de patiënt toestemming voor de behandeling te vragen.
De vordering
Fa-Med vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 265,80.
Fa-Med legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] het restantbedrag van de factuur van 28 oktober 2005 ad € 163,07 dient te voldoen, te vermeerderen met de contractuele rente ad 1% per maand. Deze bedraagt, berekend tot 6 april 2009, € 65,73.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Fa-Med genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Fa-Med heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 37,00. Deze kosten komen op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden dan wel krachtens de wet voor rekening van [gedaagde].
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert daartoe, kort samengevat en voor zover van belang, het volgende aan.
[XXX] heeft [gedaagde] niet van tevoren geïnformeerd over het feit dat hij niet zelfstandig bevoegd was om ingrijpende tandheelkundige behandelingen uit te voeren. Hij heeft zich voorgesteld als ‘angsttandarts’ en heeft ingrijpende behandelingen bij [gedaagde] verricht. Bij die behandelingen is geen toezicht uitgeoefend door een bevoegde tandarts.
Indien [gedaagde] had geweten dat [XXX] geen tandarts, maar tandtechnicus was, dan had zij zich bedacht en zich nimmer onder behandeling van hem gesteld. Omdat [XXX] zich als tandarts heeft voorgedaan, heeft [gedaagde] steeds in de veronderstelling verkeerd met een zelfstandig bevoegde tandarts te maken te hebben.
De beoordeling van het geschil
Gelet op hetgeen hierna wordt overwogen en beslist, is er geen aanleiding om Fa-Med in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de door [gedaagde] bij conclusie van dupliek in het geding gebrachte producties, nu dit niet tot een andere beslissing kan leiden.
Het verweer van [gedaagde] komt er in de kern op neer dat zij bij de totstandkoming van de overeenkomst met Aesthetic Design heeft gedwaald omtrent de hoedanigheid van [XXX], doordat deze zich aan haar als tandarts heeft gepresenteerd, terwijl hij in werkelijkheid tandtechnicus is.
De kantonrechter leest in het verweer van [gedaagde] een beroep op de vernietigbaarheid van de overeenkomst ingevolge artikel 3:51 lid 3 BW. Ter zake wordt het volgende overwogen.
Fa-Med heeft niet gemotiveerd betwist, dat [XXX] zich op 2 oktober 2005 aan [gedaagde] heeft voorgesteld als tandarts. Zij heeft weliswaar betoogd, dat [XXX] zich op de (huidige) website van Aesthetic Design niet als zodanig presenteert, maar deze redenering is niet relevant, omdat op de website die in de periode van de totstandkoming van de overeenkomst werd gebruikt, alleen werd gesproken van tandartsen in het algemeen, zoals [gedaagde] onbetwist heeft aangevoerd, en nog geen onderscheid werd gemaakt tussen tandartsen en andere medewerkers, zoals op de latere website.
Mede in aanmerking genomen dat [gedaagde], zoals zij ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft uiteengezet, erg bang is voor de tandarts en juist naar de praktijk van Aesthetic Design is gegaan, omdat deze destijds op haar website veel aandacht besteedde aan de behandeling van patiënten met zo’n angst, leidt het voorgaande tot de slotsom dat het verweer doel treft. Het beroep op dwaling als vernietigingsgrond wordt aanvaard, zodat de vordering wordt afgewezen.
Hetgeen partijen voor het overige te berde hebben gebracht, behoeft in het licht van het voorgaande geen bespreking meer.
De proceskosten komen voor rekening van Fa-Med omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Fa-Med tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 25,00 ter zake van reis- en verblijfkosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. de Rooij en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.